-12-
Wijnen, de heer Rennings en de heer Huijpen.
Culturele Commissie.
de heer Videier - plaatsvervanger de heer Huijpen: 12 stemmen. Blanco: 2 stemmen.
Benoemd is derhalve tot plaatsvervangend lid de heer Huijpen.
Commissie Specifiek Welzijn:
mevrouw De Raad-Dillerop - plaatsvervanger de heer Jongenelen: 14 stemmen.
de heer Den Braber - plaatsvervanger de heer Hermes: 14 stemmen
de heer Huijpen - plaatsvervanger de heer Videier: 14 stemmen
de heer Eennings - plaatsvervanger de heer Du Pont: 14 stemmen
Benoemd zijn derhalve tot plaatsvervangende leden de heer Jongenelen, de
heer Hermes, de heer Videier en de heer Du Pönt.
De heren Den Braber, Wijnen, Huijpen, Jongenelen, Hermes, Videier
en Du Pont verklaren desgevraagd hun benoeming te aanvaarden.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze.
Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER:
Ik stel u voor mevrouw, heren om nu niet agendapunt 6 te nemen, maar in plaats
daarvan agendapunt 2b. Er zijn een aantal belangstellenden aanwezig die
stellig wel de hele discussie interessant vinden maar nu toch met name zijn
gekomen voor dit agendapunt. Mag ik aannemen dat niemand er bezwaar tegen
heeft dat we die volgorde wijzigen Akkoord.
De heer RENNINGS komt ter vergadering.
2b. Voorstel inzake toepassing artikel 13 van de Lager-onderwijswet 1920.
De heer DEN BRABER: Voorzitter, mijn fractie vindt het pijnlijk dat de
overheid gemeend heeft met name te moeten gaan snoeien en ik denk toch
dat we hier gezien de bedragen waar het om gaat over snoeien moeten spreken,
in een groep burgers en dan met name de kinderen daarvan die niet bepaald
kansrijk in onze samenleving moeten optreden. Erg triest is dat. Van liever
lee echter is bij mijn fractie ook het idee geboren dat wij als gemeente het
niet waar kunnen maken om alle bezuinigingen die het rijk op de lagere over
heden c.q. op de burgers loslaat om die op te gaan vangen en die in te gaan
vullen, want ik denk dat we dan als gemeente binnen de kortste keren zelf
failliet zullen zijn en dat lijkt mij ook niet de bedoeling. Uit het uit
voerige preadvies waarvoor ik het college bijzonder wil danken, er is erg
veel werk van gemaakt, kom ik dan met het college tot de conclusie dat
de keuze dient te vallen hetzij op voorstel e, het vervoer in een grote bus
hetzij op voorstel f handhaving van het huidige vervoer. Ik heb net al
gezegd dat wij het niet kunnen maken als gemeente om de lasten daarvan zo
hoog te laten oplopen, dus voorstel f dat is bij mijn fractie niet bepaald
populair omdat dat maar liefst 46.000,— op jaarbasis duurder gaat uitvallen
dan wij thans al kwijt zijn. Schoorvoetend, voorzitter, en met frisse tegen
zin eigenlijk toch wel gaan wij akkoord met uw voorstel om het vervoer
te doen plaatsvinden zoals voor 1 augustus '81, althans ongeveer heb ik be
grepen. Er schijnen wat minimale wijzigingen ten opzichte van die toestand
van voor 1 augustus *81 plaats te vinden. Wij gaan daar dus mee akkoord, mits
het overleg wat met de ouders heeft plaatsgevonden doorgetrokken wordt in
de komende tijd en dan bedoel ik met name dat in overleg met de ouders
de stopplaatsen van die grote bus die we dan gaan inzetten bepaald wordt.
Dat met name dus die mensen daar inspraak in krijgen. Mijn tweede voorwaarde
is dat er in overleg met de ouders een afdoende regeling getroffen gaat worden
voor de begeleiding. Ik denk dat dat op zich toch best een probleem is en
ik nodig de wethouder graag uit om daar met de ouders nog eens uitvoerig te
praten en dan zou ik in de volgende vergadering, hetzij via een verslagje in
de ingekomen stukken hetzij met een definitief voorstel als er ook kosten
en zo bekend zijn, daar graag de resultaten van zien. Dank u wel.