-b- De VOORZITTER: Met de bereidheid uwerzijds om het gesprek te hebben. Mevrouw DE RAAD-DILLEROP: Ik heb eigenlijk een vraag over een ingekomen stuk dat niet op de lijst van ingekomen stukken voorkomt, namelijk over het schrijven van Daphnia over het niet meer geven van de zwemlessen. Mijn vraag is waarom komt dat niet op deze lijst voor Mag ik daar alsnog enkele vragen over stellen. De VOORZITTER; Het komt niet op de lijst voor omdat de voorbereiding van de raadsagenda opgedragen is aan B. en W. Dan moet je dus de planning van de B. en W.-vergaderingen in acht nemen met betrekking tot stukken en die kans is er nog niet geweest. Het is inmiddels wel in B. en W. geweest, afgelopen dinsdag en wethouder Van Oosterhout heeft er geen problemen mee om op vragen te antwoorden, maar het is vreemd aan de orde van deze agenda. Dan moet de raad er geen bezwaar tegen hebben dat het inderdaad daarin wordt meegenomen. Niemand daartegen bezwaar Dan is het woord aan mevrouw De Raad. Mevrouw DE RAAD-DILLEROP: Ja, Daphnia die zwemt al enkele jaren hier in Oudenbosch en al een jaar of 8 geven ze hier ook zwemles. In het programma wat ze opgezet hebben voor het komende jaar, die uren die ze toegedeeld kregen, hebben ze ook de zwemlessen opgenomen. Niet beter wetende dat die ook gegeven mochten worden. Nu opeens is er sprake van dat ze die niet meer mogen geven. Ik vraag me af waarom is dat. Het is toch heel logisch dat een vereniging zijn specifieke sport dat die daar lessen in gaat geven. Ja, dat is dacht ik toch de basis waarop een club drijft, de nieuwe aanwas voor de wedstrijd-sport. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Ik vind het dus ook een hele vreemde zaak dat dat niet meer gebeurt. De heer DEN BRABER: Ja, voorzitter, ik heb van Daphnia uit een kopie van die brief gekregen en op bladzijde drie, daar waar die typemachine is blijven steken met die uitroeptekens en vraagtekens, daar kan ik twee redeneringen die niet kloppen met of in overeenstemming brengen met het antwoord dat wethouder Van Oosterhout in de welzijnscommissie, want we hebben er daar ook vluchtig over gepraat, heeft gegeven. Er staat dat er een grote wachtlijst is waarover de gemeente nu beschikt en met de nodige vraagtekens zeggen ze dan: "Dan ben je toch een concurrent van de gemeente Ik denk dat die bewering juist is. De tweede dat de gemeente extra in komsten krijgt door Daphnia dat toch toe te staan omdat zij gebruik maken van de uren dat het bad op dit moment niet gebruikt wordt en er dus bij de gemeente extra huur binnenkomt. Ik zou graag van de wethouder vernemen waarom hij dan toch vindt, althans dat beweert Daphnia, dat Daphnia de gemeente daarmee concurrentie zou aandoen. Wat hij inschat, wat de ge volgen zouden zijn als Daphnia alsnog toestemming krijgt om met ingang van zo ongeveer augustus de zwemlessen voort te zetten op de oude voet. De heer HUIJPEN: Ja, mijnheer de voorzitter, in aansluiting op de vorige sprekers. Wij hebben ook dat schrijven ontvangen en daaruit blijkt dus dat Daphnia acht jaar lang zwemles heeft gegeven in het oude instructiebad. Tijdens de renovatie was dit niet mogelijk. Mijn vraag is: Waarom kan Daphnia na de renovatie geen zwemonderwijs meer geven In hoeverre werkt Daphnia ook concurrerend Als het zo is dat de gemeente een grote wacht lijst heeft dan ligt het toch eigenlijk min of meer voor de hand dat naar ons idee Daphnia de gelegenheid krijgt zweminstructies te geven. Naar ons idee zijn er dan in aansluiting op wat de heer Den Braber zegt, twee zaken meerbereikt. De betrokken.zwemmertjes die op die wachtlijst staan krijgen dus zwemonderwijs, die kunnen ervan genieten en door Daphnia deze gelegenheid te geven krijgen we extra inkomsten. De heer VAN OOSTERHOUT: De vragen komen voor een belangrijk deel overeen. Misschien dat ik kan volstaan met het volgende naar de sprekers toe. In het licht van het gereedkomen van het nieuwe overdekte zwembad hebben we ons afgevraagd wat er nu in de organisatie moest veranderen. Per slot van rekening waren er een aantal voorwaarden in de personele sfeer gesteld.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 133