maar werkt dit alles direct genoeg Wordt het voorgestelde gewestelijke overlegplatform voor de werkgelegenheid niet wat log doordat er nogal wat mensen in zitting gaan nemen Een vraag is ook wat zullen de bevoegdheden zijn van het gewestelijk overlegplatform Hoe zit het met de financiën Wat is de eventuele taakafbakening Hier wou ik het bij laten. De VOORZITTER: In antwoord op de vragen van de heer De Hoog. Hij zegt de argumentatie ontbreekt over de opstelling medio 1982. Nou ik denk dat je dat het duidelijkst kunt aanduiden als toen ontbrak het vertrouwen. Men was toen, want toen heeft het initiatief tot twee keer toe zelfs gespeeld, men was toen wat huiverig dat het middel dienstbaar zou worden gemaakt aan de belangen van diegenen die met de grootste industrieterreinen zaten en misschien dat inderdaad de huidige portefeuillehouder die indruk wat minder wekt. Het voorstel is, zegt de heer De Hoog, vaag. Dat zegt ook het streekgewest zelf. Het is heel erg snel gegaan. Men heeft nog geen echte goede invulling kunnen geven, maar na de uitspraak van de gewestraad moet men wel naar de raden toe, dus ook zonder die verdere invulling en ik denk dat met name de principiële bereidheid ook op basis van de stukken zoals die hier liggen wel is uit te spreken. Het gezelschap is erg groot zegt de heer De Hoog. Nou dat werd ook in die club zelf ervaren. Aan de andere kant wilde men niemand van de betrokkenen weglaten omdat er dan duidelijk bepaalde categ@rieën ge mist zouden worden die men toch in ieder geval zeker nodig meende te hebben. De suggestie die mijnheer De Hoog doet voor de denk-tank vooraf is misschien iets voor de leden van de gewestraad om mee te nemen danwel voor de porte feuillehouder om nog eens te overwegen als die met de uitwerking begint. Met betrekking tot de afgrenzing van de taken. Er is gevraagd om de organisa tie van het overleg als taak aan het streekgewest toe te vertrouwen. Nou dat is dus het enige wat er in feite wordt afgestaan. Alle overige verantwoorde lijkheden en bevoegdheden blijven bij de gemeente en dat geldt voor de groten zowel als voor de kleinen. Dus ik denk dat door dit overlegplatform er op zich genomen geen nieuwe bijzondere relatie wordt geschapen tussen de grotere ten opzichte van de kleinere. De heer De Hoog zegt dat hij de Kamer van Koophandel heeft gemist. Hij heeft in het verslag wellicht gezien dat de portefeuillehouder van het streekgewest wel overwogen heeft dat ook de Kamer van Koophandel een inbreng zou kunnen hebben. Men overweegt bij het streekgewest om de Kamer van Koophandel ad hoc in te schakelen als situaties daar om vragen. Dan heeft de heer De Hoog de promotie- en acquisitie-quote gemist. Ik denk dat dat verband houdt met het feit dat het hier uitsluitend gaat om het overleg en de doelstelling vooral gericht is op de sociale kant van de werkloosheid zoals die hier verder gepresenteerd is ook wel aangeduid als de aanbodzijde, dus het gaat met name om, het gaat niet om het aantrekken van bedrijven, althans dat is niet de doelstelling van het overleg, het gaat om het vinden van mogelijkheden om diegenen die tegen een werkloosheid aanlopen via experimentele wegen danwel via gebruikmaking van allerlei bijzondere regelingen toch nog wat kansen te bieden. Dan is er de vraag naar de middelen, zelfs toegespitst tot de vraag zijn er eigen middelen voor dit overleg. Nou er zijn geen middelen. Het streekgewest kan slechts functioneren met de middelen die u aan het streekgewest ter beschikking stelt en bij deze taak worden geen nieuwe middelen gevraagd waaruit je moet concluderen dat het streekgewest zich in staat acht om met de middelen zoals ze eerder op grond van de begroting 1983 ter beschikking zijn gesteld deze zaak te runnen. Ik denk ook dat er hierbij geen sprake is van vergoedingen aan diegenen die er in deelnemen. De suggestie van de WIP die zal de portefeuillehouder naar ik aanneem ook wel eens willen overwegen. Ik neem aan dat u het immers aan het overleg wilt koppelen dus dan zal het op die plaats moeten zijn. Dan de vragen van de heer Wijnen. Ja, zijn zorg hoe deze club slagvaardig wordt is denk ik ook de zorg van de heer Rennings als voorzitter van die club. De praktijk zal het uitwijzen. Ik denk dat je daar op dit moment hooguit de hoop over kunt hebben, maar iedere speculatie is, dat ben ik met u eens, gevaarlijk.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 118