-30-
zoek zou blijken, dan moeten we dat zo meenemen. Met uw suggestie om "voor zover
mogelijk" in artikel 2 te vervangen door "in principe" daar ben ik zonder meer
mee akkoord. Uw suggestie om het gesprek over de voordracht wat u wellicht niet
hier maar in een ander forum had willen houden, ja, die suggestie neem ik mee.
Bij artikel 5 had u, vond u, onvoldoende antwoord gekregen en ik denk toch dat
ik daar niet veel meer van kan zeggen. Het lidmaatschap van de commissie eindigt
wanneer de gemeenteraad van oordeel is dat een lid onvoldoende functioneert.
De VOORZITTER: Ja, ik denk, als ik even mag, dat de heer De Hoog te zeer denkt
aan de vertegenwoordiging van fracties. Er wordt geen fractie uitgesloten als
een eenmansfractie slecht in die commissie zou functioneren, maar er wordt één
raadslid uitgesloten. Dus ik denk dat er geen sprake van is en de raad kan zijn
besluit intrekken, dus ik denk dat het formeel geen enkel probleem is.
De heer VAN OOSTERHOUT: De opmerking over de garantie op financieel terrein om
daar mee verder te gaan, u suggereert om voor die commissie een werkbudget op te
nemen. Ik denk dat de suggestie erg belangrijk is om mee te nemen in de
bespreking over de structuurverordening voor commissies. Bedankt voor de
suggestie. De heer Van Hoek heeft gezegd dat hij met de kandidaten binnen de
voordracht akkoord gaat. Nou ik heb er geen moeite mee om in een volgende situatie
een aanbeveling van te maken in plaats van een voordracht. Die jaarverslagen,
daar bent u op terug gekomen. Ik kan niet begrijpen nu de sportraad en de
commissie culturele minderheden opgeheven worden, hoe het mogelijk is dat je
dan zegt dat er een jaarverslag moet komen van de sportraad en de commissie
culturele minderheden. Slechts in een aantal gevallen of in een enkel geval
is duidelijk hoe een bepaald overleg met een onderdeel uit het welzijnsveld
zal plaatsvinden of eventueel gaat plaatsvinden. Ik denk dat je in deze ver
ordening nu op dit moment ten aanzien van jaarverslagen niets kunt opnemen.
Ik hoop dat ik u daarmee naar behoren heb geantwoord.
De VOORZITTER: Wethouder dank u wel. Ik begreep dat de heer De Hoog dacht nog
even een derde instantie te nemen, maar mijn opdracht is te zorgen dat u dat
niet doet. Immers het reglement-rvan orde schrijft twee instanties voor en ik
zou u, de raad kan er van afwijken, dat willen ontraden. Ik constateer dat
van de suggesties die er uiteraard gedaan zijn door de wethouder zijn overge
nomen, die om een plaatsvervangend voorzitter te laten aanwijzen door de
commissie, het systeem van de gemeentewet voor het niet hebben van het quorum,
het overlopen naar de volgende zittingsperiode van de niet-raadsleden, als
nodig blijkt voor een goede omschrijving dat sport wordt toegevoegd dat we
sport toevoegen in de omschrijving van de preambule nummer 2, het voorstel om
in 2.2 "voor zover mogelijk" te vervangen door "in principe", het voorstel om in
1.1.b. "op voordracht" te vervangen door "na aanbeveling"en dan blijft er nog
een voorstel over van de heer Van Hoek, het voorstel om jaarverslagen in de
verordening voor te schrijven. Wil de heer Van Hoek dat voorstel in stemming
gebracht zien
De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, ik zou graag artikel 3 met een 5e lid uitge
breid willen zien. "Jaarlijks rapporteert de commissie aan de raad in het
bijzonder over de sport" en dat artikel zag ik graag toegevoegd.
De VOORZITTER: En dan heeft in eerste instantie de wethouder al voorgesteld om
over te nemen de suggestie om in lid 1, sub a "en 5 plaatsvervangende leden"
door te strepen. Dan breng ik in stemming het voorstel van de heer Van Hoek
met betrekking tot de door hem voorgestelde aanvulling van artikel 3 met een
5e lid waarin het maken van een verslag met name over de sport in de gemeente
verplicht wordt gesteld.
De heer VAN HOEK: Dan wilden wij het voorstel van B. en W. in eerste instantie
toch steunen.
De VOORZITTER: Mag ik dan gezien de uitspraken die er liggen constateren dat
u de voorstellen die er liggen. Nee, wacht even we stemmen eerst even over die
jaarverslagen, want dat is nog in afwijking van het voorstel.
De loting wijst aan dat de heer Van Eijkeren (nr. 7 van de presentielijst) als
eerste stemt.
De stemming heeft tot resultaat:
Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Jongenelen, Van Hoek, Wijnen De Raad
en Rubbens.
Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Van Eijkeren, De Hoog, Hermes, Den