verkregen kan worden. De VOORZITTER: Ja, ik wil u wel waarschuwen. Dat voorstel kunt u wel doen, maar op termijn van 1 a 2 jaar zie je waarschijnlijk niets. Om de kosten te beperken was het tot nog toe zo dat de anticipatie-mogelijkheid benut werd en daarbij de intentie werd meegenomen om bij de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan die zaken mee te nemen, want anders dan krijg je een aparte procedure, nou u weet hoe duur stedebouwkundige procedures zijn, voor hele kleine wijzigingen. Dus er liggen een aantal zaken te wachten die worden mee genomen bij de herziening van bestemmingsplannen. Nou ik denk dat je beter eens kunt bekijken hoe de laatste herzieningen van wat oudere wijken hebben geresulteerd in het meenemen van zaken die in het verleden zijn gebeurd. Dus eigenlijk omgedraaid. De heer DE HOOG: Ik ga graag met uw suggestie mee. Waar het mij om gaat is dat het inzicht helderder wordt en als dat door uw suggestie beter wordt dan ga ik er graag in mee. Ik kom toch even terug op het doorberekenen van kosten aan burgers. Ik vraag mij af of dat in alle situaties wel laat ik zeggen, het is wel legaal, maar of het rechtvaardig is. Ik verwacht niet van de wethouder dat hij daar een uitgebreid betoog in dit verband aan wijdt. Ik zou er toch wel eens met hem over van gedachten willen wisselen. De heer WIJNEN: Ja, alsnog zegt de heer Van Eijkeren, van ja dat moet er in, we gaan de kosten even verhalen, maar dan vraag ik me af van zijn de burgers nou allemaal wel op de hoogte gesteld van wat er met een zijtuintje aan de hand is en dan kan ik al een raadslid aankijken, want die moet het al weten. De heer DU PONT: Voorzitter, ik vraag me af of het wel weg te laten is. Dit betreft toch een geval van aanpassing op, niet alleen voor die gevallen, maar voor alle gevallen in Velletri bekeken zal worden en ik dacht dat in dat geval de kosten dan niet in rekening gebracht werden. Dat dat alleen maar voor één specifiek geval was. De heer VAN EIJKEREN: Ja, nou ik heb mij laten informeren dat in alle gevallen waar een dergelijk voorbereidingsbesluit noodzakelijk is om tegemoet te komen aan de wensen van de aanvragers van een bepaald plan, de indiener van een be paald plan, dat altijd onderdeel van de procedure is dat die mensen daarvan op de hoogte worden gesteld. Dus op grond van die informatie heb ik in eerste instantie die uitspraak gedaan en kan ik op dit moment niet anders doen dan concluderen dat het een omissie is in de andere twee voorstellen, in de tekst. Wat betreft de vraag van de heer Du Pont. Ik meen dat als zijn veronderstelling juist is dan heeft dit inderdaad een meer algemeen karakter. Ik dacht dat hier met name in voorstel 12.1 dat het duidelijk betrekking heeft op een tweemaal een viertal situaties. Enerzijds de correctie van een viertal situaties die nog vanuit de beginfase van het plan de woonbestemming hadden, waarin een wij ziging plaatsvindt in Tuin en Erf II en een viertal situaties waar op verzoek, en dan is er dus duidelijk sprake van een belanghebbende, in het andere is dat een algemene maatregel en zijn er geen belanghebbenden anders dan de ge meente zelf, dat in die vier andere situaties op verzoek van de belanghebbenden die bouwplannen hebben in de betreffende grond wordt een voorstel dat voor ligt om mee te werken en daar heeft het betrekking op een wijziging van Tuin en Erf I in Tuin en Erf II. De heer DU PONT: Daarvoor ook mijn opmerking. Het zijn twee mensen die het vragen. Je schept een mogelijkheid voor vier. Die twee vragen het niet. Nou dan zouden die twee de kosten moeten betalen voor de totale wijziging. De VOORZITTER: Wij zijn bijna in derde instantie verzeild geraakt en ik denk ondanks het feit dat er wat onduidelijkheid is dat we de verleiding moeten weerstaan. Mag ik dit met u afspreken dat we het besluit nemen zoals het hier ligt en dat de commissie op korte termijn toch bij elkaar komt, de commissie zich nog beraadt over de vraag of de kosten verbonden aan het voorbereidings besluit onder 12.1 of die in rekening gebracht moeten worden bij de gegadigden voor die bouwplannen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 12.2. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor een gedeelte van het gebied behorenHë"

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 88