-16- worden. Wat dat betreft polsen we wel een beetje met de landelijke trend. Dat u ook achter het idee staat om het ook serieus te bekijken, met name dan voor het meerjarenperspectief wat we steeds duidelijker gaan krijgen, ja, dan moet je als het ware toch wel akkoord gaan, want anders wordt het gat dat we op dit moment hebben groter en je gaat dus meer bezuinigingen eisen op een zeer korte termijn die niet te realiseren zijn. Maar als alle partijen, althans die we dus net gehoord hebben D*66 en de Partij van de Arbeid en misschien ook wel O.N.S. en C.D.A. er voor zijn dat het serieus bekeken wordt, dus dat daarvoor een meerderheid gevonden kan worden, dan gaan wij akkoord met dit voorstel. De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, ik heb behoefte in tweede termijn toch nog eens terug te komen op het noodzakelijke voorzieningenniveau. De suggesties van de V.V.D. die wil ik zeer serieus overwegen. Toch, voorzitter, wil ik nu al even aanduiden dat we niet zonder meer maar mogen verwachten dat het een een voudige zaak zal zijn, in de orde gesproken van ik noem dat maar 6 ton tot '86 en de heer De Hoog verzint daar op basis van een beleidsprogramma van een nieuwe regering er nog eens 6 ton bij. Dat zal echt niet zo eenvoudig zijn. Dan praat je over tussen de 5 en de 10 maximum over onze totale uitgaven en als we weten dat een groot deel van de gemeentelijke uitgaven kapitaalslasten zijn, die liggen dus voor jaren vast, dat betekent dat je die ombuigingsoperatie moet vinden in een wel heel klein gebied van gemeentelijke uitgaven. Dat doet niets af aan het feit dat de suggestie van de V.V.D. serieus overwogen moet worden, dat het in ieder geval getuigt van creativiteit om naar ombuigingen te kijken. Ik heb er behoefte aan op dit moment alvast te zeggen van mensen laten we niet denken dat het morgen gefikst is, want dat zie ik zo niet. Het is ook nodig dat de noodzakelijke voorzieningen die we in Oudenbosch hebben, die nodig zijn, die nuttig zijn en waar we jaren voor gewerkt hebben, dat die niet zonder meer aan de kant gezet worden. Dan een ander punt. Het veilig stellen van de eigen gemeentelijke inkomsten is temeer noodzakelijk nu bedreiging van kortingen van het rijk steeds sterker en intenser op ons afkomt. Wel voor zitter, het C.D.A. komt met een variant. Het extra vermogen van de hondenbe lasting om de onroerend goedbelasting minder te verhogen. Ik moet zeggen voor zitter het is aardig gevonden. Toch spreekt het ons niet zo aan. U weet dat wij in het verleden voorkeur hadden om de hondenbelasting af te schaffen. Alleen het behoud van het eigen belastinggebied was een serieuze overweging om het niet te doen. Ik zou toch niet de stelling durven te verdedigen dat het alleen honden zijn die overlast geven. Ik denk dat duiven in deze gemeente, als je toch gaat bezien wat voor een schade die aan een object dat hier in de ge meente staat, schade toebrengen dat dat er ook niet om liegt. Ik ben er geen voorstander van om daar ook belasting op te voeren, voorzitter. De VOORZITTER: Begrijp het goed mijnheer Rennings, dat kan ook niet. Net zo min als de suggestie van de S.O.K. kon om een kippenbelasting in te voeren. De heer RENNINGS: Ach, ik wil er maar mee zeggen, ik vind het, ja, discrimi nerend is daarnet gevallen, ik vind het ook wat onheus om de onroerend goed belasting dat dat niet nodig is, want het C.D.A. erkent datje de middelen nodig hebt, maar gaat met een zekere willekeur zeggen ik ga de onroerendgoed- belasting minder verhogen en daarmee ga ik de hondenbezitters en dat zijn er dus circa 1200 extra belasten. Tenslotte voorzitter, dat heb ik al gezegd de V.V.D.-suggesties serieus overwegen. Ik denk dat we daarmee bij een van de essen tiële dingen van het programma-akkoord komen dat wij een lange-termijn-beleid willen op het punt van de gemeentelijke inkomsten en uitgaven. Er zal niet volgend jaar voor de zomer een volledige meerjarenbegroting zijn, die is pas later voorzien. Ik denk dat het serieus is, dat het mogelijk is om voor de zomervakantie een plaatje te hebben wat het totale financiële beeld voor de komende jaren is en dan zeg ik graag toe dat als het verantwoord is om in de mate om te buigen die verder gaat dan strikt financieel nodig is dat dan serieus een lagere stijging van de gemeentelijke belastingen overwogen moet worden en mijn steun zal hebben. De heer DE HOOG: Ja, zo langzamerhand komen we toch in de kritieke termen. We hebben het al over kippenbelasting gehad. Ik wou er toch maar eens een aan toe voegen. Ik vind eigenlijk dat we en ik geef de V.V.D. daar groot gelijk in, dat we in de situatie zijn beland die ik met een zangeres van naam zou willen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 84