-14-
De heer DEN BRABER: Ja, mijnheer de voorzitter, mijnheer De Hoog heeft al ge
wezen op de onzekerheden die er zijn ten aanzien van het overgrote deel van
onze inkomsten, die moeten van het rijk af komen en we weten maar nooit hoe die
hun problemen oplossen over de rug van de gemeente. Nu denk ik dat gezien die
onzekerheden we erg zuinig moeten zijn op dat gedeelte van onze inkomsten
dat we zelf kunnen en mogen vaststellen. Terecht wijst het college er in het
preadvies op dat een matige verhoging wel zijn belangrijke tarief-achterstand
tot gevolg zou kunnen hebben. Een trendbreuk naar beneden nu, voorzitter, zou
in onze visie onvermijdelijk leiden tot een scherpe trendbreuk omhoog in de
toekomst en wij zijn er beslist niet voor dat het tarievenstelseleen verloop gaat
krijgen zoals dat van een cardiogram met pieken naar beneden en pieken naar
boven. Wij volgen derhalve uw voorstel om over de hele linie de tarieven met
op te trekken. Ik denk dan ook dat het rechtvaardig is gezien het feit dat
wij in het verkiezingsjaar alle fracties zoals we hier zitten niemand het
voorzieningenniveau van onze gemeente ter discussie heeft gesteld, of heeft
willen stellen. Gezien ook het wensenpakket wat wij met zijn allen op tafel
hebben gelegd voor de komende vier jaar. Gezien ook de toch wel grote onbe
nutte capaciteiten die wij nog hebben op belastinggebied zoals blijkt uit de
nota van aanbieding voor het nieuwe jaar, die we pas gekregen hebben. Op
grond daarvan voorzitter, vinden wij het alleszins verantwoord en aanvaardbaar
dat die tarieven dus over de hele linie met 4# omhoog gaan. Wij hebben van de
zomer, de'heer De Hoog heeft er al op gewezen, met een aantal partijen een
akkoord gesloten. Eén van onze partners daarbij heeft ernstige moeilijkheden
met dit voorstel dat volgens ons toch rechtstreeks voortvloeit uit dat
akkoord, Niettemin vind ik dat, althans mijn fractie vindt dat, dat wij toch
de morele plicht hebben om naar onze partners een willig oor te lenen en wij
willen graag de V.V.D. toezeggen als zij dit voorstel op dit moment volgen
dat wij dan met bijzonder grote aandacht naar hun voorstellen, hun andere manier
van inkomstenverhoging c.q. uitgavenbeperking willen kijken. Ja, en dan komen
we er wel uit waarschijnlijk.
De VOORZITTER: Allereerst de heer Van Wijk. Hij geeft aan dat het gat wat er
in de begroting zit, dat je dat op twee wijzen kunt dichten, hetzij door be
zuiniging hetzij door belastingverhoging en dan zegt hij van ja, belasting
verhogingen zijn voor ons wel aanvaardbaar, maar alleen als ze in een meerjaren
perspectief staan. Strikt genomen beschikken we daar niet over, maar in de
bestuurlijke bezuinigingscommissie hebben we een beeld gekregen van de
financiële situatie op termijn. Dat moet je met erg veel reserves omgeven. We
gebruiken dat ook alleen maar als een middel om ons te bezinnen op de finan
ciële situatie. Zodra het echt het karakter van een meerjarenperspectief kan
krijgen, dan kunnen we er ook wat meer mee doen, dan kunnen Ve het ook naar
buiten brengen. Toch denk ik dat je daaruit mag concluderen dat de financiële
situatie waar we voor staan zonder dat we daarbij rekening hebben gehouden met
verslechtering in de financiële relatie aan de kant van de gemeente tussen de
gemeente en de rijksoverheid dat die toch verre van rooskleurig is en dat is
ook de reden geweest waarom we ondanks het feit dat we met een tekort van
51.000,in de begroting '85 bleven zitten, rekening houdend met de maat
regelen zoals die hier vanavond zijn voorgesteld, gezegd hebben we gaan niet
alleen 51*000,met die bestuurlijke en die ambtelijke bezuinigingscommissie
opsporen, nee we gaan heel duidelijk verder, want we realiseren ons dat het
financiële perspectief van de gemeente verre van rooskleurig is. Nou, we zijn
aan een serieuze poging om te bezuinigingen begonnen. Ik denk dat het wat vroeg
is om daar nu al resultaten van te verwachten, maar ik denk dat de suggesties
zoals ze door de V.V.D.-fractie op tafel zijn gelegd waardevol zijn om bij die
bezinningen, deels in de bestuurlijke en deels in de ambtelijke gedeelten, te
betrekken. Er zitten een aantal suggesties overigens bij waarvan ik toch de
neiging heb te zeggen die lijken onderhand doodgepraat, begrotingsbehandeling
na begrotingsbehandeling zijn ze aan de orde gekomen. Als ik mijnheer Du Pont
nog eens voorhoud dat er gestreefd wordt naar kostendekkende reinigingsrechten
dan slaapt hij misschien de hele nacht niet meer, maar ik kan niet anders zeggen
dan in het licht van de financiële situatie zoals we die nu kennen zijn er
toch zaken die gerust opnieuw de revue mogen passeren. De situatie is immers
duidelijk veranderd.