-7- is geld wat beschikbaar wordt gesteld voor activiteiten ten behoeve van de integratie. Dus dat zijn andere activiteiten als voor het bi-cultureel onder wijs. Ik ga ervan uit dat wanneer die fondsen door het ministerie met dat duidelijke doel gesteld worden dat we op de allereerste plaats denk ik verplicht zijn om ze ook voor die doelen door te subsidiëren. Dus ik denk dat we op formele gronden die twee bedragen niet bij elkaar mogen trekken, maar als ik goed ben geïnformeerd dan brengt het probleem van meerdere kinderen binnen het onderwijs van de culturele minderheden toch wel extra kosten met zich mee voor de scholen. Ik durf het eerlijk gezegd niet voor het lager onderwijs te beamen, of zo zeker te stellen. Ik weet vanuit het voortgezet onderwijs dat je inderdaad met toch andere en meerdere kosten komt te zitten en dat die vaak niet uit het normbedrag betaald kunnen worden. Vandaar dat ik het toch verklaar baar vond dat er een apart bedrag kwam. Misschien dat wij het zo kunnen doen dat we die formele grond nog even nakijken en wanneer er geen duidelijk doel voor is, eventueel kunnen bezien in overleg met de scholen of dat het bij het bi-cultureel onderwijs gebracht gaat worden. Ik denk dat het op formele gronden niet kan. De heer VAN DER GRAAF: Nou, de voorzitter kan dat nu ter plekke uitzoeken, want de ambtenarij heeft dat namelijk al gedaan. Er liggen ambtelijke adviezen in de map en in die ambtelijke adviezen, want daar put ik mijn wijsheid uit, worden de beide bedragen geschaard onder dezelfde titel en met dezelfde doel einden te besteden, want in de beide mappen en dan wil ik er even vanaf zijn bij welke dat het ontbreekt, in één van de twee in ieder geval laat ik het zo zeggen, ontbreekt de circulaire van het ministerie waar je uit kunt afleiden op welke gronden dit bedrag wordt ter beschikking gesteld en voor welke doel einden het besteed moet worden, maar het ambtelijk advies wat er toegevoegd is, twee zelfs, gaat er van uit dat het exact dezelfde bestedingsdoeleinden zijn en ik denk dus dat het doel op dit moment al vast ligt. De VOORZITTER: Ja, de terminologie in het ambtelijke preadvies daarvan klopt dat dat zegt: "Evenals dat andere bedrag is het hiermee zo". Of dat ambtelijk advies zo subtiel gelezen mag worden als u het nu doet dat kan ik zo snel niet vaststellen, maar dat zult u mij niet kwalijk nemen. Ik denk overigens dat de wethouder een werkbaar voorstel doet, dat we vaststellen of het wel zo is en als het zo is dan bijeen te voegen en niet op deze manier te gebruiken, dus toe te voegen aan die 3.5OO,Als het niet zo is dan conform de circulaire ter beschikking te stellen met het oog dat het gebruikt wordt voor het doel wat ermee gediend wil worden. De heer VAN DER GRAAF: Het is een werkbaar voorstel, mijnheer de voorzitter, en ik wil dan nog wel het voorstel eraan verbinden dan u de raad laat weten wat er uiteindelijk uitgekomen is. De VOORZITTER: Ja akkoord, dat doen we. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. 9. Voorstel tot 68e wijziging van de gemeentebegroting 1982 en 16e wijziging begroting bedrijf gemeentewerken in verband met aanpassing diverse ramingen. 10. Voorstel tot 69e wijziging van de gemeentebegroting 1982 in verband met wijziging nr. 1 van de begroting 1982 van het Woonwagenschap Westelijk Noord- Brabant Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen. 11. Voorstel tot goedkeuring van de exploitatierekening 1981 van de Stichting Openbare Leeszaal en Bibliotheek Oudenbosch. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, het bestuur van de bibliotheek is er in geslaagd om binnen de geraamde bedragen 1.000,lager uit te komen dan geraamd was. Ik denk dat wel duidelijk tot uiting gebracht mag worden dat het in deze tijd ook wel eens meevalt, de subsidie kan met 8.000,lager dan in eerdere instantie was begroot. Ondanks dat is toch de dienstverlening door de bibliotheek op peil kunnen blijven, getuige het aantal uitleningen. Hoewel ook

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 7