-22- U heeft zelf vastgesteld dat u dat ook ziet,dat de raad het in dit verband voor het zeggen heeft en wij hechten daaraan. Wat nu ten aanzien van de procedure Ik denk dat ik daar duidelijk over ben geweest. Ik wil hem in de welzijns- commissie brengen. Ik wil het voorstel wat hier op tafel ligt verder uitwerken en in de welzijnscommissie brengen, maar ten aanzien van de tijd die u noemt, u hebt het over ja, in oktober in verband met de overgangsregeling dan kunnen mensen zich daar op instellen. Ik denk dat oktober veel te vroeg is. December is een streefdatum. Op dat moment zul je de begroting moeten vaststellen, maar ik weet niet, nogmaals u moet er zelf over beslissen. Het gaat nog via de commissie sociale zaken of de commissie welzijn, neem mij niet kwalijk. Ik kan dat, u moet van mij aannemen dat ik daar weinig ervaring in heb, moeilijk in schatten op dit moment op welke tijdstermijn dat precies gerealiseerd kan zijn. U bent verder dan akkoord met het in de commissie brengen enz. De tekst ten aanzien van de advertentie. Ik bestrijd dat het bewust is gebeurd dat de sport niet genoemd is, want dan hebben we ook bewust andere dingen weggelaten. Ik vind dat, ja, ik hecht daar zeer aan dat hier overeind blijft dat wij niet be wust dingen uitsluiten. Wat betreft uw opmerking dat u toch iets betreffende die sport erin wil zien. Andere mensen, andere leden van het college hebben al aangegeven dat zij daar ook aan hechten. Ik wil inzien dat er best grote belangen liggen, de sport is vrij groot en zeker niet onbelangrijk in het geheel van de welzijn in onze gemeente. Ik denk dat het een goede zaak is om daar zoals de heer Rennings suggereert misschien toch nog via de voorlichting in de bladen daar op terug te komen. Ik hoop dat ik u daarmee genoegdoening geef in deze. Nou ten aanzien van uw opmerking over die presentiegelden. Ja ik begrijp uiteraard dat het niet het enige criterium is, maar ik vind dat gewoon een criterium wat je gewoon niet mee mag nemen eigenlijk en ik ben het ook eens met de opmerking die hier vanavond al eerder gemaakt is dat het eigenlijk een beetje gek is om betaalde raadsleden en onbetaalde burgers naast elkaar te zetten omdat nou eenmaal in welzijnsland een aantal vrijwilligers werken. Deze twee groeperingen aan een tafel te zetten met dat onderscheid vind ik niet helemaal juist. Ten aanzien van de overgangsregeling, om daar nog even op terug te komen. U heeft een driejaarlijkse afbouwperiode als het heel laat gaat worden. Ik wil er dan ook op wijzen dat de consequentie is dat je wat percentages betreft, ja 80%, 50% en 20%, dat je dan vrij weinig om kunt buigen het eerste jaar en zoals de heer Den Braber eerder vanavond al zei dan zit je natuurlijk aan het eind van de periode zit je pas tegen de bezuinigingen aan of tegen de ombouw aan waar je naar toe wilde. Als het en dat valt ook niet direkt te verwachten, geen al te grote ombuigingen zijn dan moet toch een overgangsregeling van 2 jaar mogelijk haalbaar zijn. De heer De Hoog bedankt voor het compliment en wat betreft de bezuinigingen van C.R.M. waarvan u eigenlijk wat concrete voorstellen van ons college had ver wacht, ik denk dat het moeilijk zou zijn om dat zonder meer in te vullen. Ik denk ook anderzijds dat je je zou moeten uitspreken of je dat op de sector welzijn zelf of op het totale beleid moet doen. heeft daar in eerste instantie al iets van gezegd. Ik denk dat het teveel gevraagd is om op dit moment daar een invulling aan te geven. Uw opmerking ten aanzien van de garantietermijn dus de afbouwregeling, afhankelijk stellen van de aard van de aktiviteiten. Ik neem de overweging in elk geval mee naar de welzijnscommissie straks, wanneer de zaak daar ter sprake komt, om in die gevallen waarin sprake is van bijvoor beeld een vrij forse ombuiging dat we dat soort zaken toch misschien wat kunnen nuanceren. Mijnheer Rennings is het met ons eens dat er een hoge mate van overeenkomst te bereiken valt als je de zaken in elkaar schuift. Ik zeg hem ook toe dat het via de welzijnscommissie verder zal gaan. Zijn opmerking over de presentiegelden, daar hoef ik niet op in te gaan denkik. Een concrete bezuiniging die hij nu wil doen en dat ook in reactie op wat de heer De Hoog zei, dat zou je bijvoorbeeld kunnen doen ten laste van de post onvoorzien. Ik moet bekennen dat ik daar op dit moment geen inzicht in heb en ik hoop dat u mij dat niet kwalijk neemt. Ik denk en dat dan nog even ten aanzien van de opmerking van de heer De Hoog, die heeft een percentage van 5 laten vallen, vorige jaren is er steeds 2% ingebouwd en ik denk dat als je nu een percentage van 5% inbouwd van 1,7 miljoen dan moeten we toch wel een fors bedrag ophoesten.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 62