-19- voorstellen eerst vanuit het college in uw overleg met de welzijnscommissie te brengen en vervolgens daar de beraadslagingen van laten plaatsvinden en de mogelijkheid hebben dat mensen kennis nemen van de voorstellen en niet hier overvallen worden door een aantal onverhoedse beslissingen, waarvan men zelfs niet weet of ze uitvoerbaar zijn. Dat moeten we dan maar geloven dat het college onder druk van de besluitvorming tot de uitvoering wordt ge dwongen, dan is de raad daarmee akkoord, maar ik geloof niet dat het een goede zaak is op deze manier een beleid te gaan voeren. Ik denk dat het veel beter is om de mensen daarvan tijdig in kennis te stellen en de moge lijkheid te geven, ook in de welzijnscommissie, waar het spreekrecht is, nog niet zo lang, maar het is er toch in ieder geval. Er wordt wel geen gebruik van gemaakt staat in de evaluatie, maar laat dan in ieder geval die mensen de gelegenheid om er gebruik van te maken en zo hebben ze hem niet. Dus ik zou toch de procedure zoals die hier naar voren gebracht is op dat punt willen wijzigen in die zin dat het alleen maar gaat om de concreet genoemde voor stellen, waar zaken omschreven zijn en waar zaken ook overzienbaar genoemd zijn en waar ook een uitspraak voor gevraagd wordt en niet om een opsomming, waar dan nog eens bepaald moet worden wat dat voor mogelijke beleidsconse quenties zou kunnen hebben als die een andere schikking krijgt. Ik zou dan ook het voorstel willen doen in navolging van de heer Den Braber om dit als kennisneming mee te nemen en straks in de, zoals dat ook al gezegd is door de wethouder, ik dacht dat hij daar gevoelig voor was, om eerst dat verder uit te werken. Daar kunnen wij dus mee akkoord gaan. Het beleids programma daar zijn wij inderdaad mede-onderschrijver van, maar het is na tuurlijk een riskante zaak om daar zonder verdere gedetailleerde invulling mee aan de slag te gaan en straks niet duidelijk te weten wat de een daar nou onder verstaat, want dat is natuurlijk het probleem in het sociaal-cultureel werk en de andere, wat verstaat die er nou onder. Dan krijg je grote spraak verwarringen. Ik heb nog even teruggekeken. Vorig jaar hebben we er 28 bladzijden tekst mee-gevuld met deze beraadslagingen over het sociaal-cul tureel plan '82-'85 en ik weet niet wie het allemaal nog op een rijtje heeft maar ik niet. Daar dreigen we nu ook weer in te verzanden. Dus ik denk dat er concreter gewerkt moet worden op basis van keurig omschreven voorstellen. Dan zal het ook beter gaan om prioriteiten te stellen. De tekst van de ad vertentie daar komt de wethouder op. Hij zegt we hebben bewust de sport niet meegenomen. Ik denk dat dat een foute zaak is. Ik denk dat je moet aangeven dat je al die beleidsterreinen daaronder stopt en niet dat je zegt van dat zijn de sectoren waar het meeste onze belangstelling naar uitgaat, die de hoogste prioriteit hebben. Ik denk dat een heel belangrijk argument is om juist heer bewust de sport er wel bij te noemen. Ik zou ook willen voorstel len dat dat nadrukkelijker in een advertentie of in een bericht aan de be treffende belangstellende wordt kenbaar gemaakt dat de sport een belangrijk onderdeel hiervan vormt, want de sportorganisaties hebben toch al zowieso veel problemen met vertegenwoordiging naar de raad en als ze dan hiervan ver stoken blijven dan lijkt me dat een slechte zaak. Er wordt dan wel gezegd van nou dat staat niet op zo'n hoog prioriteitsniveau voor bepaalde mensen, maar van de andere kant is het zo dat juist de sportorganisaties een hele belang rijke functie vervullen in het welzijn van mensen, het zich bezighouden, het ontmoeten en dan zou het een trieste zaak zijn als die hierin niet gekend werden. Dus mijn voorstel is de sport in de advertentie erbij nemen. Het presentiegeld afschaffen. Ik heb dat gedaan bij wijze van suggestie. U zegt dat dat teveel is gevraagd van de mensen. Ik heb niet gezegd dat het het enige selectiecriterium is, maar een mede-selectiemogelijkheid voor mensen en niet om hier een baantje te komen forceren, want meestal hebben de meeste mensen dat wel die zich met deze zaak bezig houden, maar juist om zich in te zetten voor het welzijn van hun medeburgers en dan geloof ik niet dat dat aangemerkt zou moeten zijn dat ze geen centen daarvoor krijgen. Dan is er door de wethouder voetstoots overgegaan tot het inkorten van de periode van 3 naar 2 jaar. Wij zouden dat toch wel mede afhankelijk willen stellen van op welke termijn zijn nou de uiteindelijke subsidiebedragen bekend bij de betreffende instellingen en verenigingen, want daar zal het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 59