-16- creatiefachtige activiteiten en die willen wij dus naar de vierde rangorde verhuizen, waar ook in onze visie de sport staat. Komt daarna of komen daarna de niet-plaatselijke instellingen met uitzondering van dat jeugd- advieswerk, want dat heb ik al bij 1 genoemd. Dan tenslotte als zesde trede, ja hoe noem je dat, de restgroep waarvan ik dus vind dat die best op een hoop gegooid zouden kunnen worden. De post onvoorzien met de startsubsidies de jubilea-subsidies, investeringssubsidies enz. Ik denk dat het veel doel matiger is om daar gewoon een bedrag voor vast te prikken in plaats van dat allemaal in kleine bedragjes vast te gaan zetten. Nou heb ik gelezen in het preadvies dat ook nog gevraagd wordt de onderlinge verhoudingen naar '83 toe aan te geven. Nou en toen zijn mijn oprispingen begonnen mijnheer Wijnen, want hoe doe je dat nouJe moet dan inzicht hebben in de structuur van de organisaties toch. Je moet inzicht hebben in de ruimte die er financieel is. Niettemin wil ik best een poging wagen, maar niet meer dan een poging. Wij denken dat prioriteit 1 de maatschappelijke dienstverlening dat daar ruimte moet zijn voor groei tot pakweg een procent of 10 ten opzichte van dit jaar. Het vormings- en ontwikkelingswerk ook wat groei, zij het wat geringer, 2of in die orde. Het sociaal cultureel werk, dus het peuterwerk, het opbouwwerk, het kunstzinnige vorming. De eerste en de laatste daarvan die wil ik bevriezen. Het opbouwwerk daar zit ik wat mee. Dat is niet toevallig uiteraard. Er is wat gaande in Oudenbosch op het gebied van het opbouwwerk. Ik heb daar ook een brief over gekregen waar ik hier nu niet op wil reageren, maar het opbouwwerk is denk ik nauw verbonden met het vormings- en ontwikkelingswerk, de minderheden, de emancipatie, de mensen zonder werk, die dienen niet alleen met geld begeleid te worden door ons, maar ook met vakkrachten en die komen dan vooral in de sfeer van het opbouwwerk. Vandaar dat ik er toch voor wil waarschuwen om het opbouwwerk al te drastisch aan te pakken. Ik wil ook wijzen op de ambitieuze plannen die wij hebben in de sfeer van verbetering van woonomgevingen. Ik denk dat de daarbij behorende inspraak ook wat deskundige begeleiding nodig heeft. Dus voorzichtig aan, voorzitter, met de bezuinigingen bij het opbouwwerk. De bibliotheek heb ik al in eerdere instantie genoemd. Die zou dus budgettair neutraal moeten verlopen. Dan kom ik op prioriteit ^f, de recreatieve aktiviteiten. Ik denk dat daar wat af moet. Ik zeg dat niet met vreugde, helemaal niet, maar gewoon omdat het geld op is. Laat ik het zo populair maar even zeggen. Een procent of 10 naar beneden voor de sport,de amateuristische kunstbeoefening, het club- en buurthuiswerk en de volkscultuur. De bult van de bezuinigingen wil ik echter halen door die post onvoorzien en die kleine subsidiepotjes allemaal op een hoop te gooien. Ik heb uitgerekend dat er in '82 aan onvoorzien beschikbaar was 25-000, aan bijzondere subsidies 5-000»aan investeringssubsidies dat heb ik in de haast niet meer kunnen achterhalen, maar pakweg ook 5-000,Dan kom je gauw op 35-000»uit dat wij dit jaar hadden. Ik denk dat we daar bestals we dit in h pot doen en daar al dit soort aktiviteiten uit verrichten, dat daar best 15-000,of 20.000,uit te halen is. Dat dat terug kan naar een niveau van pakweg 15 of 20 duizend gulden. Tenslotte de niet-plaatselijke instellingen, met uitzondering van het J.A.K., die zou ik op termijn terug willen brengen naar 2/3 van het huidige niveau, 1/3 eraf maar dan gefaseerd in 2 a 3 jaar. Niet ineens. Ik heb me nog niet uitgelaten over de Stichting Gemeenschapstehuis. Ik zit daar een beetje mee. Het duurt me allemaal veel te lang voordat ik ook daar wat zie gebeuren in het kader van het akkommodatie- plan wat wij 1-g- jaar geleden hebben vastgesteld. Ik denk, voorzitter, gezien de ervaringen dit jaar dat het niet verstandig is om de Stichting Gemeenschaps huis om die extra te korten, want we snijden daar in feite de gebruikers alleen maar mee in de vingers. Die komen dan van twee kanten onder het mes. Nou en daar hebben we denk ik ook niks aan. Dus de Stichting Gemeenschapshuis mag wat mij betreft op hetzelfde niveau blijven, dezelfde kortingen blijven als '82. Ik ben er bijna. De slotpassage over de garanties. Ik kan me vinden in een vakaturestop, wanneer die, ik dacht ook dat mijnheer Rennings dat bedoelde, een tijdelijk karakter heeft, dus per vakature een einddatum vaststellen waarop die vakaturestop opgeheven wordt, bijvoorbeeld drie maanden. Het is gezien de

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 56