-15- '82. Die 19-000,die zullen er uit gehaald moeten worden. De financiële situatie van de gemeente is op dit moment nou niet zo rooskleurig dat wij elders in die korte tijd die ons nog rest voordat wij de begroting '83 hebben samengesteld denk ik nog eens 19.000,extra op kunnen hoesten. Ik stel voor om die inderdaad uit de sfeer van het sociaal-cultureel werk en de maatschappelijke dienstverlening te putten. Ten aanzien van de bezuinigingen op het bibliotheekwerk. Het is de bedoeling van de minister dat die be zuiniging opgevangen wordt door een contributieverhoging. Hij geeft daar een aantal suggesties bij. Hij zegt minimaal wordt dat 18,maar gemeente je bent in tegenstelling tot vroeger vrij om dat tot 30,te verhogen. Er is een suggestie bij gedaan om het leengeld in te voeren. Een dubbeltje, kwartje of zo per boek. Van alles kun je daarbij verzinnen denk ik. Ik denk dat de eerstaangewezene om dit probleem op te lossen voorzitter, het bestuur van de bibliotheek en zijn klanten is. Wij hebben het democratiseringsbe- sluit voor die sector van toepassing verklaard en ik wil mij dus hier be perken met onze mening te zeggen dat die bezuiniging van 15 miljoen lande lijk voor Oudenbosch budgettair neutraal zou moeten verlopen, voor de gemeente dus en dat de bibliotheek met zijn gebruikers daar de meest ge- eigende oplossing voor die kortingen zouden moeten aandragen. Bevriezen met beleid. In tegenstelling tot vorig jaar vraagt u om niet de subsidies die naar de verenigingen individueel gingen te bevriezen maar gewoon de omvang van de subsidies te maximaliseren zodat herschikking dan mogelijk wordt. Akkoord. Subsidiebeleid '83, ja ik heb het gevoel dat mijnheer Wijnen daar wat oprispingen bij gehad heeft en ik kan hem toevertrouwen dat ik dat ook wel wat gehad heb. Ik heb alle standen die een mens kan innemen erbij aangenomen bij die passage uit dit preadvies, want dat is nogal wat. Ik heb vorig jaar, en ik ben wat dat betreft mezelf tegengekomen, wat al te gemakke lijk gezegd denk ik van we moeten op aktiviteiten gaan subsidiëren. Het is niet zo moeilijk dacht ik toen. Ik denk dat het inderdaad moeilijk is maar met name heb ik goede hoop de eerste keer. Ik denk dat de bedoeling van het subsidiebeleid toch is dat wij niet naar verenigingen kijken, maar naar datgene wat ze doen, dus naar hun aktiviteiten en vanuit die stelling ben ik, hoewel ik mij realiseer dat het een hele operatie is, er toch voor dat we bijten, vasthouden en doorgaan. Om de verwarring over die prioriteiten voor volgend jaar wat groter te maken voorzitter, hebben wij een andere volgorde dan de heer Eennings. Dat is de enige die ik tot nu toe over die volgorde tussen die diverse werksoorten heb gehoord. Wij baseren onze prio riteitenstelling op het beleidsakkoord wat wij met de vier andere fracties hebben gemaakt deze zomer, maar daarbij ook op het plan dat wij in novem ber vorig jaar hier in deze raad hebben vastgesteld. In dat plan zat niet in de maatschappelijke dienstverlening. Dat is nieuw. Wij hebben ons als raad daar nog nooit over uitgesproken. Mijn fractie is van mening dat de maat schappelijke dienstverlening zoals hij dus bedoeld wordt in de rijksbijdrage regeling en het maatschappelijk werk, het jeugd-advieswerk en het gekoordi- neerd bejaardenwerk dat dat prioriteit 1 dient te hebben, waarbij binnen die sector in de zojuist genoemde volgorde een onder-prioriteit aangebracht kan worden wat ons betreft. Als tweede prioriteit vormings- en ontwikkelings werk zegt het beleidsakkoord. Daar blijven wij bij. Wij zijn van mening dat dat aardig aansluit bij het plan van vorig jaar. Daar hadden wij als eerste prioritiet de extra aandachtsgroep en toen spraken wij over minderheden, emancipatie, mensen zonder werk, jeugd- en jongerenwerk, volwasseneneducatie. Tweede prioriteit met die onderverdeling, met die sectoren, waarbij ik de zojuist genoemde werksoorten gelijkwaardig wil beschouwen. Prioriteiten drie in onze visie zijn dus het sociaal-cultureel werk de rest daarvan. Die hadden wij vorig jaar ingedeeld in weer twee sectoren, de zogenoemde pas-op-de-plaats- groep en de huidige-peil-groep. Daar wil ik toch wel wat in gaan schuiven. Van die pas-op-de-plaats-groep wil ik op deze plaats handhaven het peuter- werk en van de huidige-peil-groep het opbouwwerk en kunstzinnige vorming. De rest, de amateuristische kunstbeoefening en volkscultuur en het club- en buurthuiswerk dat sluit dacht ik aardig aan bij wat in het beleidsakkoord genoemd is prioriteit A recreatie. Dat zijn in onze visie met name toch re-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 55