-9- voor wilt hebben. Ik heb begrip voor uw enthousiasme, daar gaat het niet om, maar ik denk dat het goed is dat de wethouder de zaak eens bestudeert op de mogelijkheden. We kennen allemaal het doel, dat is namelijk om het goed te laten overkomen en ik neem aan dat we daar best wel het zelfde idee over hebben. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 9. Voorstel subsidiebeleid specifiek welzijn 1983» De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, het dreigt steeds mistiger te worden, niet alleen buiten, maar ook bij het welzijnsbeleid. We hebben nog niet zo lang geleden een ontwerp-subsidieverordening vastgesteld, waarbij uiteindelijk de be dragen nog moesten worden ingevuld. Nu gaan we nog eens een keer opnieuw beginnen. Voor onze fractie was dat allemaal niet zo hard nodig geweest zult u wel begrijpen. Wij zouden wel kunnen leven met de globale verordening waarbij aan de organisaties en verenigingen subsidie zou worden verleend. Het voordeel van een dergelijke re geling zou toch eigenlijk wel zijn dat de verenigingen wisten waar ze aan toe waren en nou gaan we eigenlijk toch weer een nieuwe stap zetten heb ik uit uw voorstel begrepen. Na jaren van stoeiwerk met cijfers en plannen gaan we nu weer de nodige tijd besteden aan de vraag van moet het nou anders, de basis van aktiviteiten, maar hoe dat weten we niet. Vorig jaar is die vraag in november ook aan de orde geweest, de basis van aktiviteiten subsidiëren op een basis van het gangbare voor stel wat er toen lag en toen is door onder andere de Partij van de Arbeid gezegd van nou het kan makkelijk anders, daar heb je maar drie maanden voor nodig. De heer Rennings die zei toen nou dat kan niet als je op basis van aktiviteiten gaat subsidiëren heb je zoveel tijd nodig, dan moet je alles precies uitpluizen, daar heb je wel een jaar voor nodig. Nou dat heeft mij toen erg aangegrepen en ik vraag me nou af hoe ver zijn we er nou eigenlijk mee. We zijn nu al een jaar of vier bezig met deze zaak en we hebben nu de evaluatie van het eerste stuk achter de rug, maar hoe we nou verder gaan daar heb ik nog geen duidelijk beeld van. Ik krijg trouwens nu ook het idee dat het een voorbeeld is van vergaande gedetailleerdheid. We gaan nou eens precies uitzoeken hoe het moet, niet globaal maar echt iets waarin we ons helemaal kunnen gaan versteken. Op alle mogelijke manieren gaan we het indelen en bekijken en dan krijgen we denk ik toch nog een uitgebreide subsidieverordening. Dat was toen ook al de vrees bij diverse fracties. Ik wordt in die opvatting nog wat gesterkt door een brief van de V.N.G., van de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, waarin men vanuit de V.N.G. pleit voor een eenvoudigere regeling. Die brief ligt bij de ter inzage gelegde stukken. De V.N.G. streeft zelf ook naar een ontwerp wat een wat een voudigere inslag heeft. Men wilde ook af van de eis dat het vierjarenplannen zouden gaan zijn. Die centraal omschreven voorwaarden die wilde men eigenlijk ook wel laten vallen voor de subsidiëring en dan verder zou eigenlijk de raad uit maken hoe de subsidie geregeld moet worden en dat er niet zo'n verordening moet zijn die we in januari vastgesteld hebben, overigens conform de voorschriften. Ik denk toch dat het een goede zaak is dat in overweging wordt genomen dat vanuit verschillende kanten gedacht wordt aan een vereenvoudigde opzet om deze zaak ter hand te gaan nemen en ik heb daar nog geen duidelijkheid over in welke zin het college daar nou stappen toe gaat zetten. Mijn fractie die vindt de opmerking van de V.N.G. ook uit het hart gegrepen en wij hebben hier ons zitten persen in het Haagse keurslijf of althans de verenigingen zitten te persen in bepaalde tijds- patronen. Dit legt een zware last op de ambtenaar. De commissie die erbij betrokken is geweest die moest meer letten op de vraag van voldoen we nu eigenlijk wel aan de procedure danwel zijn we nou bezig met het welzijn van onze mensen. Dat was altijd zo'n soort afweging van moeten we nou de verenigingsbesturen niet wat pressen om de stukken in te dienen in plaats van moeten we ze de gelegenheid geven om hun werk te verrichten. Dus de vraag of het welzijn nou zo gediend was met deze gang van zaken en of dat straks ook zo zal zijn die blijft bij ons nog wel overeind. Alleen het was een ambtelijk voorschrift. Over het voorliggende preadvies over het subsidiebeleid specifiek welzijn '83 het volgende. Wij vragen ons af welk voorstel er nu eigenlijk voor ons ligt. Toegezegd is een verklaring van 19 augustus dat er een voorstel zou komen. Hier vinden we een aantal uitspraken waar instemming voor gevraagd wordt. Wij zijn er ons inmiddels ook wel van bewust

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 49