-5- naar een oplossing die voldoet aan wat hier is geuit. De heer WIJNEN: Ik wil er wel op wijzen dat wij niet voor een oplossing zijn die niet op andere plaatsen toepasbaar zou zijn. Er moet natuurlijk conform de voorschriften gewerkt worden. De heer VAN EIJKEREN: Misschien mag ik üaar nog aan toevoegen dat destijds over het Groene Woud ook is gesteld dat een aantal klusters gelegen aan het Groene Woud eigenlijk duidelijk een wat ander karakter hebben dan het algemene beeld van het betreffende bestemmingsplan in zich heeft. Dat maakt het maken van een aangepaste uitzondering voor die betreffende klusters ook niet gemakkelijk. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 6.1. Beslissing op verzoek om voorziening tegen besluit van burgemeester en wethouders tot het weigeren van een bouwvergunning voor het oprichten van een duivenhok. De heer DE HOOG: Ik vind het een triest voorstel, maar het kon blijkbaar niet anders. Recht moet natuurlijk aan de ene kant zeker zijn. Daardoor houdt het mogelijkerwijs ook wat minder flexibiliteit in. In ieder geval zou het aktueel moeten zijn en zeker doorgezet en geaccepteerd moeten kunnen worden. Als ik dit voorstel zo lees, het gaat over een bestemmingsplan dat in 1952 is vast gesteld, we leven nu in 1982, is er in de afgelopen 30 jaar wel wat veranderd. Zeker de laatste jaren is er het een en ander veranderd. De mensen hebben wat meer vrij gekregen. Ook de economische toestand is wat gewijzigd. Hier komt eigenlijk een formeel juiste weigérï,ng tot uiting het bestemmingsplan laat geen ruimte, de goothoogte van een duivenhok moet 2.25 m zijn en de goothoogte van het ontwerp is 3«50 m. Dus formeel klopt de zaak wel. Alleen hier hebben we nu een burger die zijn plicht niet verzaakt, correct een bouwvergunning vraagt en dan denk ik toch moeilijk kan begrijpen dat, zeker als hij om zich heen kijkt, hem die bouwvergunning geweigerd wordt, want in de onmiddellijke omgeving staat een aantal duivenhokken die ook niet zullen voldoen aan de eisen van het bestemmingsplan. Ik heb de stukken gelezen. Ik heb daarin gezien dat de welstands commissie op zich geen bezwaren heeft. Dat er ook van de zijde van gemeente werken toch een wat soepele houding bepleit wordt. Nogmaals voorzitter, formeel volkomen terecht dit voorstel. Ik vraag mij echter af of bij doorzetten van dit voorstel de burger het allemaal nog wel begrijpt. Ik denk het eigenlijk niet en ik heb begrepen dat willen we de zaak recht draaien er formeel een voorbereidingsbesluit genomen moet worden voor het betreffende gebied om althans de wens van deze heer te kunnen honoreren. Ik vind dat ja, een vorm van bureaucratie. Toegegeven, de wet biedt geen andere mogelijkheden, maar al met al stijgt daarmee de afstand tussen de burger en het bestuur. Voor hem is het allemaal één grote papiermassa en een grote vorm van bureaucratie. Ik kom tot mijn voorstel. Ik heb begrepen dat op het punt van de bouwverordening er geen mogelijkheden zijn. Op het punt van dit bestemmingsplan zijn er geen mogelijk heden. Het betekent formeel dat wij,als we willen tegemoetkomen aan het ver zoek van deze bewoner en^ik denk dat we dat zullen moeten, dat we formeel een voorbereidingsbesluit zouden moeten nemen. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, met het voorstel hebben wij geen probleem. Alleen de moeilijkheid zoals de heer De Hoog die al geschetst heeft, die is ook in onze fractie aanwezig en wij vragen ons af hoe het nu gaat met de rechtsongelijkheid in dat gebied. Aan de ene kant ziet de heer Den Braber die duivenhokken, die misschien minder mooi zijn dan het zijne, hij heeft zelfs een mooie tekening gemaakt. Een prachtig duivenhok. Wel een hoge bouwsom wordt er opgezet en hij draagt dat ook keurig aan. De mogelijkheid als hij een vergunning zou krijgen zou kunnen zijn dat de buren bezwaren indienen tegen het verlenen van een dergelijke vergunning. Iemand anders die doet het illegaal of die heeft het illegaal al gedaan. Wat gebeurt er dan Ook niks. Die betaalt niks. De buren hebben daar geen mogelijkheid om daar bezwaar tegen te maken en het hok wordt blijkbaar ook niet afgebroken. Ik zou willen vragen wat kan het college in de eerste plaats doen in deze situatie om de rechts ongelijkheid te verminderen die er rijst. Gaan ze de andere hokken afbreken

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 45