-13-
Benoemd is derhalve de heer Havelaar.
De VOORZITTER: Ik nodig u uit over te gaan tot de benoeming van het derde lid.
De heer VAN WIJK: Mijnheer de voorzitter, ik draag voor de heer Gerritzen.
De stemming heeft tot resultaat:
De heer Gerritzen: 12 stemmen.
De heer Geeve: 1 stem.
Benoemd is derhalve de heer Gerritzen.
De VOORZITTER: Ik stel aan de orde het benoemen van het vierde en laatste lid
in de commissie beheer centrale antenne-inrichting.
De heer KLIJS: Voorzitter, ik zou daarvoor willen voordragen de heer J.C. Geeve.
De stemming heeft tot resultaat:
de heer Geeve: 12 stemmen,
de heer Braspenning: 1 stem.
Benoemd is derhalve de heer Geeve.
Commissie georganiseerd overleg (3 leden).
De VOORZITTER: Ik nodig u uit daarvoor het aparte formulier te gebruiken.
De heer VAN WIJK: Mijnheer de voorzitter, ik draag voor de volgende leden: Van
het C.D.A. de heer Van Hoek, van de Partij van de Arbeid de heer Den Braber,
en van O.N.S. de heer Du Pont.
De stemming heeft als resultaat:
de heer Van Hoek: 13 stemmen,
de heer Den Braber: 13 stemmen,
de heer Du Pont: 13 stemmen.
Benoemd zijn derhalve de heren Van Hoek, Den Braber en Du Pont.
De heren Van Hoek, Den Braber en Du Pont verklaren desgevraagd hun benoeming te
aanvaarden.
College voor de verlening van bijstand (2 leden).
De heer RENNINGS: Voorzitter, ik stel voor de volgende leden: Namens het C.D.A.
mevrouw De Raad en namens de fractie van de Partij van de Arbeid de heer Hermes.
De stemming heeft tot resultaat:
mevrouw De Raad-Dillerop: 13 stemmen,
de heer Hermes: 13 stemmen.
Benoemd zijn derhalve mevrouw De Raad-Dillerop en de heer Hermes.
Mevrouw De Raad en de heer Hermes verklaren desgevraagd hun benoeming te aanvaarden.
De VOORZITTER: Dan zijn we toe aan het benoemen van 2 leden niet-raadslid in het
college voor de verlening van bijstand, waarvoor zijn voorgedragen de heer Jansen
van de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging, de heer Van de Luijtgaarden van het
F.N.V., de heer Mol van het K.N.O.V. en de R.K. Boerenbond St. Bernardus en
mevrouw Zwijgers-Oomen ook door de R.K. Boerenbond St. Bernardus.
De heer DE HOOG: Mijnheer de voorzitter, op het ogenblik wordt de samenstelling,
taak en werkwijze van het college, de verordening betreffende de verlening van
bijstand herzien. Ik stel voor om de twee zittende leden te herbenoemen gedurende
de termijn dat de huidige regeling geldt, te weten de heren Van de Luijtgaarden
en Mol.
De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, wij hebben tot onze verrassing geconsta
teerd dat we nu een dame in het college voor de bijstand hebben gekozen. Dat was
niet zozeer onze bedoeling omdat dat een positie was die door een van onze heren
zou worden ingenomen. Tijdelijk zal mevrouw De Raad deze functie vervullen. Wij
zouden het op prijs stellen dat de evenwichtigheid in de vervulling van de functies
door dames en heren daarbij bewerkstelligd wordt. We zouden dan ook willen weten
hoe lang dat het duurt voordat een dergelijke procedure rond zal zijn voor de
herziening van de verordening. Mocht dat geruime tijd duren dan zouden wij het op
prijs stellen om mevrouw Zwijgers als tweede dame in het college te benoemen.
De VOORZITTER: Ik denk dat het, ja, kijk er is een evaluatie door het oude
college voor de verlening van bijstand gemaakt met een voorstel. Dat voorstel zal
om de correcte procedure te doorlopen eerst in de commissie algemene en bestuur
lijke zaken aan de orde moeten komen. Dat betekent zeg maar eind september. Dan