-k-
abortus op zichzelf te plegen. De littekens daarvan zijn hier vandaag nog
zichtbaar in de vorm van twee lege stoelen. Ik zeg dat zonder enige vreugde.
Integendeel. Wij betreuren het zeer dat de heer Brouwers, nota bene stemmen-
trekker nummer 1 van het C.D.A. en met hem ook de heer Meijers nu al de pijp
aan Maarten gegeven hebben. Wij kunnen overigens wel begrip opbrengen voor die
unieke stap. Zeker wanneer wij bedenken dat met name in de richting van me
neer Brouwers ernstige verdachtmakingen en beschuldigingen geuit zijn over
diens vermeende dubbelrol of halfslachtige houding tijdens de onderhandelingen.
Beschuldigingen die overigens kant noch wal raken en alleen ontsproten kunnen
zijn aan een wel zeer ontspoorde geest. Pure verzinsels waarvoor op zich
terecht een hoge tol betaald is. Mijnheer de voorzitter, omdat het C.D.A.
dus besloten had en nu citeer ik uit de afscheidsbrief van de heren Brouwers
en Meijers: "Gemeenschappelijke belangen op te offeren voor zogenaamde partij
politieke principes" rustte op de overgebleven fracties voor de tweede keer
in korte tijd de taak het bestuur van Oudenbosch nader gestalte te geven.
Daarbij hebben wij ons eerder dan aanvankelijk de bedoeling was tevens be
raden over de omvang van het college. Van diverse kanten is de laatste tijd
gerapporteerd over de steeds toenemende taakverzwaring bij de gemeentelijke
overheid. Zaken als het inzakken van de woningmarkt, het sterk gestegen beroep
op de sociale zekerheid, de overdracht van verantwoordelijkheden ingevolge
het decentralisatiebeleid en de noodzakelijke herstructurering van de gemeente
lijke financi'ên in het kader van de bezuinigingen en ombuigingen zijn in
middels genoegzaam bekend. Medio dit jaar heeft de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten in dit verband speciaal aandacht gevraagd voor de benarde positie
van wethouders, in het bijzonder in de kleinere gemeenten. Als je daarbij
optelt een aantal bijzondere omstandigheden waarin Oudenbosch zich op een
aantal beleidsterreinen bevindt dan kan uiteindelijk ook onze conclusie niet
anders zijn dan dat, gelet op de rechtspositie van wethouders in gemeenten
als de onze uitbreiding van het college met één wethouder geen over
bodige luxe is.
Mijnheer de voorzitter, het is ons niet onbekend dat gedeputeerde staten
vooralsnog niet staan te trappelen om aan deze uitbreiding hun goedkeuring te
verlenen. Niettemin verwachten wij dat inmiddels voldoende argumenten op papier
gezet zijn, alle fracties kennen die dus ik hoef ze hier niet te herhalen, om
een vruchtbare discussie dienaangaande met de provincie te kunnen voeren. Op
grond hiervan nodig ik, mede namens de fracties van O.N.S. V.V.D. en D'66 de
raad uit, uit te spreken dat uitbreiding van het college met één wethouder
noodzakelijk is. Mijnheer de voorzitter, alvorens af te sluiten nog dit.
In het eerste deel van mijn verhaal heb ik nogal wat kritiek gespuid in de
richting van het C.D.A. Ik had daar behoefte aan. Enerzijds om mijn hart ook
eens te luchten in die richting, anderzijds omdat ook het C.D.A. er recht op
heeft te weten hoe ik de voorbije weken en maanden ervaren heb. Mijnerzijds
ben ik bereid die periode als afgesloten te beschouwen en een streep onder
het gebeurde te trekken. Het bestuur van Oudenbosch is er niet mee gediend
wanneer onze fracties als kemphanen tegenover elkaar blijven staan. Maar de
liefde kan niet van één kant komen. In een brief van 1 september heeft het
C.D.A. zijn steun aan het beleidsprogramma nogmaals bevestigd, waarvoor onze
dank. Het zou daarnaast het C.D.A. sieren als zij bereid was, desnoods met
frisse tegenzin, zich in het thans onvermijdbare te schikken door ook steun
te verlenen aan het college Partij van de Arbeid - O.N.S. plus op een later
tijdstip D'66. Mijn fractie zou het uitermate op prijs stellen als de C.D.A.-
fractie op die wijze blijk zou willen geven van haar wil tot samenwerking.
Mijnheer de voorzitter, ik rond af. Ik ben begonnen met te zeggen dat het nu
te vormen college ons aanvankelijk niet voor ogen stond. Het is een foute
conclusie daaruit af te leiden dat dit nu niet ons college zou zijn. Het tegen
deel is eerder waar. De moeilijke bevalling die met de geboorte van dit
college gepaard gegaan is heeft juist een hechte band met mijn fractie doen
ontstaan. U zult begrijpen dat wij daar erg zuinig op zullen zijn.
De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, de collegevorming Oudenbosch 1982
zal ongetwijfeld als een van de merkwaardigste de geschiedenis in gaan. In
feite was het hele gebeuren alleen maar interessant voor de gewestredacteuren