VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DINSDAG 7 SEPTEMBER 1982 DES AVONDS OM 7.3O UUR.
Aanwezig de leden: B.A. den Braber, Drs. J.H.P.J. van Eijkeren, J.M. Hermes,
J.F.M. van Hoek, J.P. de Hoog, A.C.H. Klijs, W. Kniep-Köhnke, Drs. J.P. van
Oosterhout, S.A.I. du Pont, A.M.J. de Raad-Dillerop, W.H.M. Rennings, J.Chr.M.
van Wijk, Ir. C.J.M. Wijnen.
Voorzitter: mr. P.J.J.M. Mangelmans.
Secretaris: J.C.W. Brans.
1. Opening.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed.
2. Installatie van de leden van de raad door afleggen van eed of verklaring
en belofte.
De leden De Hoog, Van Eijkeren, Van Wijk en Hermes leggen in handen van de
voorzitter de in de gemeentewet voorgeschreven verklaringen en beloften af.
De overige 'leden leggen in handen van de voorzitter de in de gemeentewet voor
geschreven eden af.
De VOORZITTER: Dames, wij spreken in deze periode in meervoud, dames en heren,
met het afleggen van de eden en de verklaringen en beloften is het raadslid
maatschap voor de periode van 1982-1986 een feit geworden. In wens u daar allen
van harte geluk mee. Als de nu nog opengebleven plaatsen straks vervuld zijn
vormt u gezamenlijk het hoogste bestuurscollege in de gemeente. Een college
zult u zijn en ik hoop dat u er in slaagt om collegiaal en in de geest van het
monistische systeem van onze gemeentewet de komende k jaar de gemeente te be
sturen. Dat zal verre van eenvoudig zijn. Er zal veel van u gevraagd worden.
Inzicht, relativeringsvermogen en zeker ook politieke moed. Meer dan in welke
vroegere periode staan we immers voor afwegingen wat er wel en wat er niet
aanvaardbaar en vooral uitvoerbaar is. U zult dergelijke afwegingen tegenkomen
in het kader van de veranderingen die er moeten komen op het terrein van de
ruimtelijke ordening waarvoor de vorige raad al wel lijnen heeft getrokken, maar
waarvoor u de invulling zult moeten maken. U zult ze tegenkomen in de volks
huisvesting, maar ook bij allerlei welzijnsvoorzieningen en dat in de breedste
zin van het woord, want er zal geen sector buiten schot kunnen blijven. Dat be
tekent dat het effect van de besluiten, waarvoor u in de komende periode zult
komen staan diep in het vlees van alle Oudenbosschenaren zal snijden. Ik wens
u daarom toe met respect voor alle zakelijke meningsverschillen in goede
harmonie als college op te treden om de aanvaarding van uw besluiten daarmee
zo veilig te stellen.
2.1. Onderzoek geloofsbrieven nieuw benoemde raadsleden.
De VOORZITTER: Dames en heren wij hebben aan de aanvankelijk aan u toegezonden
agenda een aantal punten toegevoegd, eigenlijk twee. Het reglement van orde
schrijft voor dat als er geloofsbrieven te onderzoeken zijn dat gebeurt voor
dat u met de werkzaamheden begint. Normaal is dat aan het begin van de verga
dering. U moet eerst geinstalleerd zijn om te kunnen werken. Vandaar dat we
nu toe zijn aan het onderzoek van de geloofsbrieven van twee nieuw benoemde
raadsleden. Het reglement van orde zegt dat de voorzitter drie leden benoemd,
tenzij de raad de benoeming aan zich wenst te houden. Als ik wat dat betreft
geen gebaren zie neem ik aan dat u het aan mij wilt overlaten. Mag ik de heer
Den Braber, de heer Rennings, en de heer Van Wijk uitnodigen om de geloofsbrieven
te onderzoeken.
De VOORZITTER schorst de vergadering om de commissie de gelegenheid te geven
haar taak te verrichten.