-38- wij dat punt als een hoge prioriteit mee willen nemen en we zouden het voorshands willen ontraden om nu op dit moment met een voorstel te komen om een concrete toezegging te verkrijgen om de capaciteit daar uit te breiden. Wij denken dat in eerste instantie de organisatielijn heel duidelijk moet zijn en dat je niet op deze manier te werk moet gaan, vooruitlopend op het hele plan, op de uit werking daarvan met capaciteit-uitbreiding te moeten komen. Wij zullen dus eerst de lijn uitzetten en vervolgens de hele zaak, de hele overweging meenemen en zoals ik al zei heeft'het een hoge prioriteit. Inzake de problematiek rondom de akkommodaties, ik ben er al eerder op ingegaan, daarvan heb ik eerder al gezegd ook dat we daarop zullen ingaan zo snel als mogelijk in de commissie welzijn, waar u dan een overzicht mag verwachten van de aktiviteiten en de stand van zaken zoals die op dit moment is. Het feit dat het agendapunt voor het wijkgebouw van Velletri vanavond van de agenda is afgevoerd dat zit hem in een klein misverstandje dat in dit huis is ontstaan met betrekking tot de af meting waardoor de wensen van de wijkvereniging eigenlijk niet werden ver vuld en wij daarvan hebben gezegd dan is het voorstel ook in dit geval niet zo terecht. Voorzitter, ik denk dat ik er ben. De VOORZITTER: Wethouder hartelijk dank. Daarmee zijn wij gekomen aan, althans volgens het reglement van orde, aan het einde van de beraadslagingen rond de begroting. Het reglement van orde kent overigens de raad de bevoegdheid toe om zelf te besluiten nog meerdere instanties dan de twee normale te nemen. Ik kan me voorstellen dat wij vanuit de betrokkenheid bij het hele gebeuren, van het reilen en zeilen van onze gemeente daar best nog wel een aantal instanties aan zouden kunnen besteden. Ik zou u toch willen voorstellen dat niet te doen. Het bij twee termijnen te laten en nu over te gaan tot de concrete voorstellen tot afwijking van de voorstellen die er door het college zijn gepresenteerd. Akkoord Dan zou ik u willen voorstellen dat we de voorstellen die er vanuit de raad gedaan worden om die even te inventariseren, want mijn taak is om allereerst vast te stellen welke de meest afwijkende zijn. Nou kijk ik eens even naar de fractievoorzitters of de voorstellen bij de hand zijn, want als dat niet zo is kunnen we denk ik beter even een paar minuten de vergadering schorsen. Hebt u ze bij de hand mijnheer Wijnen, de concrete voorstellen die u wilt doen? De heer WIJNEN: Misschien noem ik er een paar op die overbodig zijn, maar dat hoort u dan wel. De VOORZITTER: De heer De Hoog, de heer Rennings, de heer Van Wijk en mijnheer Den Braber. De heer DEN BRABER: Ik heb er geen. De VOORZITTER: Dan is daarmee al een antwoord gegeven aan de wethouder Van Oosterhout. Dan zal ik aan de rechterkant van de tafel inventariseren wat we daar nog aan voorstellen hebben. De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, wij stellen voor om op korte termijn het voorlichtingsbeleid te evalueren. De VOORZITTER: Nee, want ja, ja. De heer WIJNEN: Dat kan toch De VOORZITTER: Ja, dat kan, alleen ik denk eigenlijk dat het in het kader van de vaststelling van de begroting, want we hebben de algemene beschouwingen achter de rug en waar we nu aan toe zijn zijn de voorstellen met betrekking tot de vaststelling van de begroting. Overigens niets let u om het te agenderen voor de eerste vergadering van de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken en ik wil u ook wel toezeggen dat ik uw agendapunt meeneem. Dus dat is het punt niet. Nee, ik zou u eigenlijk willen vragen de voorstellen in financiële zin. De heer WIJNEN: Nou dan moeten we eens even kijken. Wij stellen voor om het bedrag per leerling te verhogen, dat is post 476. We gaan er van uit dat door de renteverlaging voldoende geld beschikbaar komt en dat te brengen op 10$ meer dan het nu is, op 498,-- dat wil zeggen dat de post verhoogd moet worden met 50.000,476. Dan vervalt volgens ons als u het in financiële termen vertalen wilt de huur voor de jeugdhonken en ook de onder- houdspost voor de jeugdhonken. Dan moet maar iemand opzoeken welke dat het is. Dan 676, dat is onvoorzien specifiek welzijn, nummer 6, daar zouden we 20.000,

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 201