jaar met suggesties in deze of met concrete voorstellen zoals u dat zegt te
komen. Hoeveel tijd er ambtelijk aan jeugd- en jongerenwerk wordt besteed, ja,
dat hangt ook een beetje van de momenten af denk ik. De afgelopen periode of
het afgelopen jaar moet ik zeggen is er een afsluiting geweest van het jeugd- en
jongerenproject. In dat verband is er wel weer een tijd aan besteed. Hoe dat op
dit moment ligt, of hoe dat over de gehele lijn ligt dat is wat moeilijk te zeggen.
Of het erg veel is dat weet ik niet en of het erg weinig is weet ik ook niet.
Wij zullen nauwlettend inventariseren, niet alleen ten aanzien van deze taak,
maar ook de andere taken die er liggen in dit kader. Mijnheer Den Braber heeft
daar ook iets over gezegd. We zullen het inventariseren en nauwlettend toezien
welke tijdsbesteding aan deze en verschillende zaken geschiedt. De subsidie die
de werkgroep Oudenbosch derde wereld krijgt die gaat inderdaad komen in het totaal
subsidieprogramma wat u wordt voorgelegd omdat ook te dien aanzien, ik heb dat
al eerder gezegd, op grond van de subsidieverordening een voorstel zal worden ge
daan. Ten aanzien van het sociaal-akkommodatieplan vindt u het een probleem dat
er nog geen harde planning is gezien en dat er ook ten aanzien van de cijfertjes
nog iets schort. Nou ik zeg u toe zo spoedig mogelijk in de commissie welzijn
op deze problematiek terug te komen. De volgende opmerking die u maakt heeft
betrekking op de exposities. Waarom er niet onderzocht is of wordt of er meer
mogelijkheden zijn met behoud van het goede in het kader van het werk van de
commissie expositieruimte. Ik denk dat het in overleg met de commissie exposi
tieruimte best mogelijk is dat er een onderzoek plaats vindt. Nogmaals ik denk
dat ze al hun uiterste best doen om tot een gevarieerd programma te komen. Eerder
is in het beleidsprogramma afgesproken dat er een culturele raad zou komen. Dat
zou dan een orgaan zijn waarin de commissie exposities onderdak zou moeten vinden.
Misschien kan in dat kader een ruimere interpretatie worden gerealiseerd. Een
voorstel om daarvoor een startbedrag ter beschikking te stellen dat lijkt ons niet
zo gewenst. Wij hebben ten aanzien van de commissie exposities nog een bedrag in de
begroting zitten en wij willen voorshands proberen het daarmee te doen.
Ja en dan uw vraag ten aanzien van de subsidiëring van de postduivenverenigingen
en ten opzichte van de vogelvereniging onze vogels. Het blijft bij het vliegen.
Het verschil in subsidiëring zit hem hierin dat de verenigingen die 321,
krijgen dat die zijn opgenomen en gesubsidieerd worden via de bestaande rege
lingen. Destijds is een onderscheid gemaakt, zijn de verenigingen gewaardeerd
en is er voor de postduivenverenigingen een bedrag afgesproken volgens de oude
subsidie van 107,Dat heeft uiteraard niks met voorkeuren te maken, maar
dat is gewoon een kwestie van een waardering vanuit het verleden. Conform de
bestaande subsidieregeling hebben we de huidige vereniging op 321,gezet.
Volksgezondheid. Wanneer wij met initiatieven komen voor het milieu-weducatief
centrum vraagt u. Het college is daar helemaal niet mee bezig geweest. In dit
verband denken we toch dat we eventueel aansluiting kunnen vinden en misschien
zal het ook vanuit andere instanties of organisaties bij het instituut voor
milieubescherming en ik denk dat voorlopig daaraan weinig, gezien ook alle andere
zaken die hier liggen en waar u aandacht voor vraagt, aandacht voor zal kunnen zijn.
Dan de gezondheidsvoorlichting op de scholen, of wij dat zouden willen bevorderen
of in het particulier onderwijs. U weet het particulier onderwijs heeft een eigen
verantwoording. Ik heb geïnformeerd over de situatie aan de openbare school De
Regenboog. Ik zeg u toe dat wij wanneer overleg zal plaatsvinden met de parti
culiere onderwijsorganisaties we dat best op tafel willen leggen, maar ik zou
u ook willen wijzen dat de schoolartsendienst in deze ook haar zegje zal doen
en zeker een rol speelt. Uw vraag of het mogelijk is dat de afdeling beplantingen
een aantal malen per jaar lesmateriaal ter beschikking zou kunnen stellen aan
de scholen. Ik dacht dat ik in eerste instantie duidelijk in het antwoord heb
laten blijken en dat wil ik nogmaals doen, dat wij het geen functie vinden voor
de afdeling beplantingen of gemeentewerken in zijn algemeenheid om lesmateriaal
ook zeker daarmee bedoeld is het concreet lesmateriaal als takken en dergelijke
die u dan bedoelt, te verschaffen. Ik denk dat dat best in de scholen zelf kan
gebeuren en wij toch taken genoeg hebben. Tot slot naar aanleiding van uw op
merkingen, de beschikbaarstellingen van de expositieruimte voor de brede maat
schappelijke discussie, met name denkt u dan aan het materiaal dat daarvoor ge-