-3^ We hebben u wel eens voorgesteld in eerste instantie om de aangelegenheden in deze in de commissie algemene en bestuurlijke zaken te brengen. Dat zal denk ik ook de vaart in de informatie naar u toe bespoedigen. Hij gaat op pagina 2 ook in op de informatie die, deels ook vanwege het gebrek aan het instellen van een commissie daartoe en dat klopt ook wel, hij is pas in de laatste fase in het leven geroepen, die commissie althans, de informatie dus die daar ont breekt en die slechts uit de algemene beschouwingen en de antwoorden daarop zou blijken. Hij doet dan de suggestie om daar zo spoedig mogelijk in de commissie algemene en bestuurlijke zaken op terug te komen. Met name wat de punten gebruik sporthal betreft en het gebruik van Fidei et Arti en de gebruiksbepalingen Stichting Gemeenschapstehuis. Ik stel vast, in eerste instantie dan, dat het gebruik van de sporthal in ieder geval op dit moment bijzonder groot is. Be halve zaterdagavond en zondag is de sporthal vrijwel volledig bezet en voor zover daar nieuwe ontwikkelingen zijn en ook ten aanzien van het gebruik van Fidei et Arti en het gebruik van het gemeenschapshuis, denk ik dat die thuis horen in de commissie welzijn en zo er die ontwikkelingen zijn zullen wij daar te zijner tijd op terug komen. Ten aanzien van hetgeen u op pagina 6 stelt met betrekking tot het feit dat de moeilijkheden die eventueel uit de portefeuille verdeling zouden zijn gebleken, dat u dat niet zo interesseert maar dat het u gaat of de bestaande moeilijkheden in de organisatiestructuur een oplossing hebben kunnen vinden in de afgelopen periode, moet ik vaststellen dat in de be staande organisatie van het secretarie zoals u wellicht al weet op dit moment nog weinig verandering is gekomen en voor zover daaruit moeilijkheden voort vloeien, zullen die moeilijkheden er wellicht nog zijn, maar u weet ook want dat heeft u in eerste instantie kunnen lezen, dat wij daar zeer spoedig althans wat de organisatie aangaat, op terug komen. Uw opmerking met betrekking tot de steun aan een praatgroep in verband met de mondiale vorming, dat u een inven tarisatie wilt van alle groeperingen of organisaties die met de ontwikke lingssamenwerking te maken hebben, daarop zou ik het volgende willen zeggen. De werkgroep zoals die zich heeft aangekondigd in een brief die wij hebben ge kregen en die daarin verzoekt om subsidieverlening, die hebben wij gewoon ge honoreerd op basis van de huidige subsidieverordening en derhalve zal u daar voor een voorstel aantreffen in de subsidi'êring van instellingen. Wat betreft de inventarisatie van alle andere instellingen die met de ontwikkelingssamen werking te maken hebben, hoe positief wij daar ook tegenover staan, ik denk dat op dit moment gezien het karakter we verschillende groeperingen hebben die in de gemeente op dit terrein werkzaam zijn, het eigenlijk op dit moment niet zozeer op ons terrein ligt om allerlei zaken, allerlei initiatieven op dit gebied te gaan inventariseren. Wij vragen ons af wat je daar op dit moment direkt mee wilt doen. In zoverre er ook voor die instellingen of groeperingen moge lijkheden zijn door subsidie zouden we ze er wel op kunnen attenderen en zodra daarvan blijkt zullen wij dat ook zeker doen. Ten aanzien van de opmerkingen van mevrouw De Raad. U vraagt zich af of wat betreft het onderwijs de scholen niet te veel geld hebben gehad de afgelopen jaren. U zou dat afleiden uit onze mede deling in eerste instantie. Ik denk dat u dat genuanceerd zou moeten zien en wel als volgt. Als wij tot nu toe tweemaal het bedrag per leerling hebben bevroren en er naar aanleiding daarvan weinig of geen reactie is gekomen dan kunnen we ons afvragen of dan inderdaad geconcludeerd zou kunnen worden dat er een te hoog bedrag is toegekend in het verleden. Wat betreft de moeilijkheden die daaruit voortvloeien daarvan wil ik u wijzen op een foutje dat is ingeslopen, dat moet uiteraard zijn de mogelijkheden die in het bestedingspatroon of die in de middelen zijn opgesloten. De opmerking betreffende het onderhoud dat de scholen in eigen beheer zouden moeten houden, daarvan kan ik zeggen dat wij in het ver leden wel een voorstel hebben gedaan om het onderhoud over te nemen van de scholen maar dat ze uiteraard daarin vrij zijn en zij zelf hebben gekozen om dat helemaal zelf te doen. Ten aanzien van de sport waarvan wij hebben gezegd met u dat die haalbaar en betaalbaar moet blijven. Als ik er dan aan toevoeg dat ook de sport niet aan de bezuinigingen kan ontkomen, dan bedoel ik daarmee dat je in het licht van het hele gemeentelijke beleid en zoals u dat ook in een privé-situatie zult kunnen indenken dat je wanneer er bezuinigd moet worden alle aktiviteiten die je ontplooit onder de loup moet nemen en dan zul je wellicht ook niet ontkomen aan

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 197