-33-
latie hoeft voor u niet direkt. Het college is van mening toch op dat standpunt
te moeten blijven staan. Wat betreft het gentleman's agreement. Er is in het
verleden op verzoek van de broeders van St. Louis contact over geweest en er
heeft een aanbod gelegen om het park om niet overgedragen te krijgen omdat de
last en dan wordt dat om niet weer een heel ander verhaal, om de last van het
onderhouden en aanleggen van een park en destijds heeft de commissie gemeend
na eerste kennisneming daarvan hier niet verder op te moeten ingaan.
Dan kom ik aan de vragen van de heer Rennings. Daar heb ik er al twee van meege
nomen in de eerdere antwoorden. Er is nog blijven liggen de vraag met betrekking
tot de belemmeringen die er in een aantal bestemmingsplannen,in de voorschriften
van een aantal bestemmingsplannen nog gelegen zijn met betrekking tot de
uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen. Naar aanleiding daarvan zeg ik
hem graag toe dat alles in het werk wordt gesteld om zodra daar een geschikte
gelegenheid voor is dat er wat dat punt betreft al die bestemmingsplannen
over een zelfde lijn te krijgen. Dan de opmerkingen van de heer Van Wijk. Met
betrekking tot de toegankelijkheid van openbare gebouwen daar heb ik al op
geantwoord. Het voorstel werd gelukkig ook van andere zijden gesteund. Met
betrekking tot de verbinding naar de wijk Albano suggereert de V.V.D. dat
mogelijk een Bailey-brug ook een oplossing zou kunnen zijn. Hij verwijst ver
volgens naar defensie. Nou heb ik het daar nooit zo ver geschopt, dus dat
kan ik allemaal niet op zo korte termijn overzien. Wel heb ik de indruk dat
een Bailey-brug welstandshalve op erg veel problemen, op erg veel weerstand zal
stuiten en vooralsnog vraag ik me ook af of in kontakt met de Nederlandse
Spoorwegen het verschijnsel Bailey-brug veel kans zal maken, maar het kan te
zijner tijd als de verbinding aan de orde is, neem ik aan dat er meerdere
alternatieven, er is in de vorige raadsperiode al met wat ideeën gestoeid en
als ik denk dat het in de commissie kan worden meegenomen, met de aantekeningen
die ik gemaakt heb bij deze. Wat betreft de evaluatie van de winkelomgeving
De Driepoot vindtuhet wat lang te moeten wachten tot september '83. Een periode
van een jaar zit er dan op. U vraagt de evaluatie direkt na de winter aan de
orde te stellen. Ik denk dat we elkaar best zouden kunnen vinden als de voor
bereidingen voor de evaluatie in het voorjaar zouden starten en de zorgvuldig
heid die dat vraagt doet ons dan wat de behandeling betreft vanzelf uitkomen in
september. Voorzitter, ik dacht dat ik daarmee alle vragen had beantwoord.
De VOORZITTER: Dank u wel wethouder. Ik wordt geattendeerd op een omissie mijner
zijds. Die wil ik graag eerst goed maken. Ik heb in mijn antwoord aan de heer
Rennings vergeten om in te gaan op zijn suggestie om 7500,— als hogere op
brengst mee te nemen voor het mortuarium, in verband met het feit dat het
mortuarium van De Zellebergen is gesloten. De conclusie dat het mortuarium van
De Zellebergen gesloten is klopt, maar wij hebben de indruk dat door het ver
dwijnen van het ziekenhuis per 1 januari er ook een negatief effect uitgaat
op het huidige aantal dagen en dan bedoel ik met negatief natuurlijk financieel,
dat het mortuarium gebruikt wordt. Er zullen patiënten die in het verleden hier
overleden nu in Roosendaal in het ziekenhuis overlijden. Reden waarom wij ont
raden om die hogere opbrengst van 7*500,te ramen. Het woord is aan de
wethouder Van Oosterhout.
De heer VAN OOSTERHOUT: Dank u wel voorzitter. In eerste instantie de opmerking
van de heer Wijnen. De heer Wijnen refereert op de eerste pagina en op pagina
6 heb ik gemerkt aan het punt personeel en organisatie en een daartoe in te
stellen commissie. Op de eerste pagina brengt hij dat in verband met gebrek aan in
formatie die hij krijgt te dien aanzien. Op de tweede pagina komt hij daar nog
eens op terug en zegt hij dat het wellicht dan in een, de informatie over per
soneel en organisatie die dan gegeven zou moeten worden, in een commissie die
zich daar het beste voor leent. Op de laatste pagina genoemd 6 komt hij dan
eindelijk met een voorstel om zo spoedig mogelijk een commissie personeel en
organisatie in te stellen om wat meer vaart achter de zaak te krijgen. Ik zou
daarvan willen stellen dat wij onderzocht hebben waar er gewerkt wordt met een
commissie personeel en organisatie en dat is slechts in enkele gemeenten, een
15-tal gemeenten in Nederland, waarvan wij althans op de hoogte zijn dat we
met de zaken die ons daarvan bekend zijn, heb ik moeten concluderen dat het denk
ik op dit moment niet zinvol is om een commissie personeel en organisatie in te
stellen.