-25-
gegrepen. Alvorens met dergelijke insinuerende opmerkingen over de inzet
van het college te komen zouden de leden van de C.D.A.-fractie eerst maar eens
navraag moeten doen bij bijvoorbeeld het ambtelijk apparaat, de woning
stichting of het maatschappelijk centrum om maar eens een paar dwarsstraten te
noemen. Maar ja, voorzitter, een oordeel kan weerlegd worden, een vooroordeel
nooit.Het C.D.A. lijkt trouwens enig talent te ontwikkelen om, niet gehinderd
door inside-information, het gedrag van anderen aan de kaak te stellen. In
dit verband dringt zich de vergelijking op met de installatie-vergadering van
deze raad, toen men niet schroomde om, eveneens volkomen in strijd met de
waarheid, de schuld voor het uiteenvallen van hun fractie bij andere partijen
te leggen. Al met al zijn dat van die momenten waarop het welzijn van tenminste
één vrijwilliger in onze samenleving, ik bedoel dat van het raadslid Den Braber,
zienderogen achteruit holt. En dat wordt er niet beter op voorzitter, wanneer
het C.D.A. ten aanzien van de Emcee-vakature bij monde van de heer Jongenelen
vraagt of mijn fractie wel weet waar wij mee bezig zijn. Hoe is het mogelijk.
Juist wij waren met dit voorstel zeer verguld, hetgeen ook duidelijk mag blijken
uit de notulen van 16 september, zelfs wanneer de verkleinde weergave daarvan
voor de C.D.A.-fractie een handicap zou vormen. Sterker nog, wellicht is het niet
in de laatste plaats op aandringen van onze fractie geweest dat die tweede
part-time opbouwwerker er alsnog gekomen is. Derhalve mijnheer Jongenelen,
als u daar al behoefte aan hebt dan kunt u beter ons als schuldige aanwijzen
in plaats van op bijzondere grove wijze de integriteit van wethouder Van
Oosterhout in twijfel te trekken, zoals u hier zojuist nog eens dunnetjes over
doet. Misschien is het echter nog verstandiger wanneer uw fractie zich eens
oriënteert op de taak en de plaats van het opbouwwerk in een samenleving als de
onze. Wellicht kunnen we dan samen op niveau hierover praten en bijvoorbeeld
gezamenlijk vaststellen dat er voor het opbouwwerk in Oudenbosch nog heel wat
terrein braak ligt. Zoals nu weer blijkt uit het gebrek aan animo van de kant
van de bewoners voor de werkgroep verbetering woonomgeving Churchillstraat.
Want alleen met voorlichting waar de heer Wijnen destijds op doelde kun je die
animo niet kweken. Mijnheer de voorzitter, dezelfde mijnheer Wijnen heeft ons
vorige keer ook deelachtig gemaakt van de ernstige twijfels die er in de C.D.A.-
boezem leven of de besluiten die hier genomen worden wel in overeenstemming zijn
met de belangen en de wensen van de Oudenbossche bevolking. Een nuttige vraag
die ons allen bij voortduring dient te kwellen. Toch verwondert het mij dat die
vraag juist uit die groep komt. Ik had verwacht dat men daar nog druk doende
was met de vraag welk deel van hun kiezers zij nog vertegenwoordigen na de vroeg
tijdige amputatie van de werknemers-bloedgroep. Mijnheer de voorzitter, mijn
zojuist ten tonele gevoerde privé-welzijn is ook ernstig onder druk komen te
staan door de Teleac-achtige bijdrage van de heer De Hoog aan de algemene be
schouwingen in eerste termijn. Zoiets doet het allicht aardig op een D'66 leden
vergadering, maar sorteert hier, zeker wat mij betreft, weinig effect. Mijn
fractie verwacht van de wethouder-in-spé meer zelfdiscipline, terughoudendheid
en selektief vermogen zoals ik de heer De Hoog na afloop van de vorige vergadering
ook al kenbaar heb gemaakt. Dergelijke omvangrijke bijdragen en de zorgvuldig
heid, voorzitter, waarmee het college op alle zaken ook die welke al eerder
en vaker met name in commissies aan de orde zijn geweest, ingaat, doet een
stortvloed aan informatie over ons heen komen. Ons absorptievermogen wordt wel
zeer op de proef gesteld. Mag ik voor mijn tweede termijn volstaan met de na
volgende selektie uit die rijstebrij.Het antwoord van het college op de door
ons geschetste problemen inzake het personeel, de planning enzovoorts bevredigt
ons niet helemaal. Wij hebben de indruk dat het college op dit punt te hoge
verwachtingen heeft van effectuering van het O.D.R.P.-rapport. Het is voor
ons daarnaast nog maar de vraag in hoeverre die effectuering spoort met datgene
wat wij hier vorige keer voor het voetlicht hebben willen brengen. Naar onze
mening zal het schuiven met stoelen en/of functies hooguit een deel van het
bestaande ongenoegen weg kunnen nemen. Voorzichtig kondigt u daarom ook even
tuele aanvullende maatregelen aan. Terecht, want er is meer aan de hand. De ver
gadertechniek van deze vergadering leent zich er echter niet toe om terzake de
klokken nu al gelijk te zetten. Gezien de gevoelige kanten die er aan zitten,
verzoeken wij het college de verdere discussie hierover te verplaatsen naar de