-23- deel. Geen zorg over een teveel aan voorstellen, wel over een mogelijk tekort aan voorstellen. De mening dat deze raad daarin een doeltreffende rol kan vervullen deel ik niet. De huidige algemene beschouwingen bevestigen mij daarin, want het aandragen van middelen tot ombuigingen heeft niet de overhand. In uw antwoord op onze opmerkingen met betrekking tot het sociaal-economisch beleid zijn wij het eens met de opmerking dat 25.000,niet toereikend is voor startkapitaal aan jonge ondernemers. Anders is het met betrekking tot kosten die de gemeente dient te maken bij de participatie in een bedrijvencentrum of ter bestrijding van de kosten die voor de instellingen blijven indien tot plaatsing krachtens werkgelegenheidsverruimende maatregelen wordt overgegaan. In het bijzonder instellingen die in belangrijke mate door de gemeente worden gesubsidieerd zijn als gevolg van de huidige bevroren subsidies niet in staat eventuele aanvullende kosten te bestrijden. Bij aanwending van de eerdergenoemde 25.000,aan de beide genoemde aktiviteiten wordt ook een impuls gegeven, aan de loonvorming van niet-actieven. Op grond hiervan handhaven wij ons eerdere voorstel. Aan uw antwoord voegt u een aantekening van de dienst gemeentewerken met betrekking tot bestemmingsbepalingen toe. Deelt u mijn conclusie dat de bestemmingsplannen Pagnevaart-West, Velletri en Kom Noord bepalingen bevatten die belemmerend zijn voor de vestiging van aan huis gebonden beroepen Gelet op de strekking van mijn opmerking in eerste termijn verzoek ik u aan te geven op welke termijn deze belemmeringen kunnen worden weggenomen of anders ge steld wanneer worden de bestemmingsplannen in de door mij gewenste richting ge wijzigd ?Uw antwoord over de stand van zaken omtrent de woningbouw klinkt be moedigend. Het geeft mij wel aanleiding de opbrengst leges daarmee meer in over stemming te brengen.In antwoord op het door ons gestelde over het bedrag per leerling in het lager onderwijs wordt door u gesteld dat het door ons gegeven overzicht van de exploitatie-vergoedingen een enigszins vertekend beeld geeft. Wij zijn het met u eens dat een aantal kosten daalt met het aantal leerlingen. Daartegenover echter staat dat dit voor een aantal vaste kosten niet het geval is. Bovendien zijn met name deze vaste kosten en wij noemen hierbij de kosten voor onder andere onderhoud, energie en schoonhouden in de voorbije jaren aanzienlijk gestegen. Bij de sociaal kulturele instellingen is met name voor deze kosten steeds een compensatie gegeven bij de berekening van de subsidie. Wij gaan er nog steeds van uit dat door het twee jaar bevriezen van het bedrag per leerling door het onderwijs een belangrijke bijdrage aan de bezuiniging is geleverd en dat je daar niet ongestraft mee kunt blijven doorgaan, door voor 83 weer het zelfde bedrag vast te stellen. Wij gaan er tevens van uit dat in het verleden een redelijk bedrag was vastgesteld. De opmerking dat de scholen in het verleden over grote financiële mogelijkheden beschikten laten wij graag voor uw rekening. Wij hebben bij het begrotingsonderzoek gevraagd naar het advies van de inspecteur ten aanzien van het bedrag per leerling. Uw antwoord daarop hebben wij nog niet ontvangen. Mogelijk kunt u ons in uw antwoord in tweede instantie daarover in formeren. Wij hebben er begrip voor dat het niet mogelijk is nu reeds het be drag per leerling voor 1983 vast te stellen. Dat hebben wij ook niet gevraagd. Wij hebben gevraagd nu reeds middelen in de begroting te reserveren om te voor komen dat op het moment dat het bedrag per leerling moet worden vastgesteld een verhoging onmogelijk wordt gemaakt omdat daarvoor geen ruimte meer is in de begroting. Deze laatste benadering zouden wij zeer onjuist vinden. Wij blijven van mening dat in goed overleg met de schoolbesturen, rekening houdend met het feit dat ook in het onderwijs bezuinigd moet worden een redelijk bedrag per leer ling moet worden vastgesteld, waarbij dan dezelfde normen gehanteerd moeten worden die ook voor andere instellingen gelden. Hierbij mag dan tevens worden betrokken dat het onderwijs gedurende 2 jaar geen enkele compensatie heeft ge had voor welke prijsstijging dan ook. Wij vinden een goed overleg met de school besturen belangrijk maar dan moet er ook ruimte zijn voor overleg. Ten aanzien van de integratie kleuter/basisonderwijs vragen wij u zodra het overleg met de schoolbesturen is afgerond, de raad over de te verwachten ontwikkelingen nader te informeren. Tenslotte voorzitter, is het ongetwijfeld ook u bekend dat de rente zich sterk in dalende richting beweegt. Aan het slot van het preadvies met de begrotingswijzigingen neemt u daar vast een voorschot op. Dit brengt mij tot

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 186