-18- echter vermoeden dat achter deze gehele gang van zaken meer zit. Wat wij in hoge mate betreuren is dat bij een dergelijke zaak geen enkele commissie te pas is gekomen bij de voorbereiding om tot de aanstelling van een tweede opbouwwerker te komen. Een voortvarendheid welke wij op andere terreinen van deze wethouder zeer wel missen. Het zou aan het functioneren van de raad meer recht gedaan hebben als een dergelijke zaak eerst goed en degelijk was be sproken in een commissie. De ommezwaai van uw college had dan wellicht wat beter beargumenteerd kunnen worden. Terwijl nu gegeven de teneur van uw reactie namelijk het uitspreken van uw teleurstelling over onze opmerkingen en over de op niet bestemmelijke wijze aangebrachte scheiding van uw functies u de indruk wekt alsof de door ons geschetste omstandigheden niet juist zouden zijn. Wij betreuren deze gang van zaken en spreken onze teleurstelling uit over het feit dat uw college niet met zakelijke argumenten kan of wil komen. De heer VAN HOEK: Mijnheer de voorzitter, als reactie op het antwoord van het college van burgemeester en wethouders in eerste instantie op de gehouden alge mene beschouwingen en de beschouwingen van de andere fracties wil ik de volgende opmerkingen maken. Door het college wordt opgemerkt dat de tekorten volgens het meerjarenperspectief door ombuigingen gedekt zullen worden, een en ander op voorstel van de bezuinigingswerkgroep. Ten aanzien van de werkwijze van de bezuinigingswerkgroepen het volgende. Volgens het C.D.A. mag de groep aangeven waar mogelijk naar bezuinigingen gezocht kan worden. Zo er echter iets concreets gevonden is dient dat openbaar gemaakt te worden wat de voorstellen concreet zijn, zodat de volledige raad en de burgers hiervan kennis kunnen nemen.en hierop een reactie kunnen voorbereiden. Dan neemt de raad hierover een beslissing. Door de werkwijze van de bezuinigingswerkgroep wordt de raad naar het tweede plan verdrongen. Uit de beschouwingen van de heer Eennings maken wij op dat dit geheel zijn bedoeling is. De mening van D'66 steunen wij met betrekking tot de inschakeling van het hoogste orgaan, de gemeenteraad. De werkwijze van de groep is thans dat men aangeeft waar bezuinigt kan worden en B. en W. slaan ge lijk toe. Wij voelen niet voor een dergelijke procedure. Nog veel minder voelen wij ervoor om als speurder naar bezuinigingen op te treden als we niet gelijk tijdig bij het voornemen van nieuwe uitgaven worden betrokken. Voorbeelden hebben we hiervan in de afgelopen tijd al moeten ondervinden. Men stelt maar even een derde wethouder voor, men vervult een vacature bij het Emcee zonder voorafgaand overleg. Eigenmachtig wordt besloten op de bezuinigingen op de tijd schriften waarin zal worden gepubliceerd. Terwijl van onze kant voorstellen tot beperking van onder andere de kosten van de bouwpolitie en de kosten van onderhoud van wegen, de Wolvenstraat,ingediend worden, weet het college niet vlug genoeg weer het geld uit te geven. Het lijkt erop of men aan het dweilen is met de kraan open. Voor een dergelijke gang van zaken hebben wij geen goed woord over. Als de werkwijze van de bezuinigingswerkgroep niet gewijzigd wordt zoals door het C.D.A. is aangegeven, dan overweegt de C.D.A.-fractie hieraan niet meer deel te nemen. Dan nog een enkel woord over de automatisering. Volgens ons kan de fase waarin de automatisering zich thans bevindt kortweg worden aan geduid als die van regionale decentralisatie. Voor Oudenbosch betekent dit dat sommige functies extern worden uitgevoerd, bijvoorbeeld de salarissen en andere administraties intern, bijvoorbeeld de financiële administratie. Dat u de ont wikkelingen als natuurlijk kwalificeert op het terrein van de automatische gegevensverwerking op het administratief gebied geeft nog geen antwoord op de vraag in welke richting uw college denkt. Gezien het feit dat er steeds meer behoefte is aan een decentrale gegevensverwerking met een direkte toeganke lijkheid van de informatie. Als uw college opmerkt bij het voorstel inzake de garantieverlening voor de ontwikkelingskosten van een gemeentelijk kadastraal systeem, dat de algemene ontwikkeling van de automatisering steeds meer gaat in de richting van het in eigen huis houden van de administraties door passende apparatuur op maat, blijkt toch wel de tendens aanwezig om te komen tot het in eigen apparaat onder brengen van alle geautomatiseerde functies. Hiervoor is een planmatige aanpak vereist van de diverse voor automatisering in aanmerking komende administraties en bestanden. We denken bijvoorbeeld aan een automatiserings plan. Wellicht dat een dergelijk plan besproken kan worden in de commissie voor personeel en organisatie. Dit vooral vanwege de personele gevolgen. Wat betreft

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 181