-17-
D'66 om te komen tot een commissie van personeel en organisatie. De vorming
van een dergelijke commissie was trouwens al overeengekomen in het programi-
akkoord. Door deze commissie kan geprobeerd worden om wat vaart achter de nieuwe
organisatie te zetten. De zaak sleept al jaren en er blijkt nog slechts een
bescheiden begin gemaakt te zijn met de uitvoering van het O.D.R.P.-rapport.
In antwoord op vragen van de heer De Hoog om het mondiale besef te verbeteren
geeft het college aan mondiale vormings-aktiviteiten te gaan ondernemen. Dit
reikt nogal ver, alsof wij de wereld willen gaan vormen. De C.D.A.-fractie is
er echter wel voor om directe steun te gaan verlenen aan directe ontwikkelings
samenwerking. Wij denken daarbij vooral aan de werkers in de derde wereld.
Bij uw antwoord zegt u toe dat er steun gegeven zal worden aan een bepaalde groep.
De C.D.A.-fractie vindt het gewenst dat eerst het gehele aktiviteitenpatroon
in onze gemeente wordt geïnventariseerd voordat tot steun aan een van de groepen
wordt overgegaan. Wij zouden het betreuren als de steun zou gaan naar de lokale
praatgroep terwijl de werkers buiten beschouwing zouden blijven. Kan het college
een dergelijke inventarisatie toezeggen
Mevrouw DE RAAD-DILLEROP: Mijnheer de voorzitter, in uw antwoord ten aanzien van
het onderwijs zegt u dat u zich niet aan de indruk kunt onttrekken dat in de
voorbije jaren waarin de scholen in financieel opzicht over bijzonder grote
moeilijkheden beschikten, een verminderde kritische instelling ten aanzien van
noodzaak een omvang van uitgaven is gegroeid, dat het bestedingsniveau een in
financieel opzicht nadelig effect heeft gehad. Dus als ik het goed lees zouden
de scholen teveel geld hebben gehad. Voorts zouden we willen weten waar u dat
op baseert en welke die grote moeilijkheden dan wel zijn. Wat het onderhoud be
treft de C.D.A.-fractie vindt dat de scholen dit zelf in beheer moeten houden
De scholen moeten eigen verantwoordelijkheid kennen»en het geld krijgen waar ze
recht op hebben. In uw antwoord ten aanzien van de sport zegt u met ons van mening
te zijn dat de sport haalbaar en betaalbaar moet blijven, maar zegt u de sport
zal niet aan bezuinigingen ontkomen. Elders zegt u overleg met de sportvere
nigingen acht u dan ook zeer gewenst. Elders is uw antwoord van het overleg
gaat nogal moeilijk. Hoe denkt de wethouder dit overleg op gang te krijgen
Mijnheer de voorzitter, wat betreft uw antwoord over een bestemmingsfonds
specifiek welzijn inzake de gevolgen van de jeugdwerkloosheid denkt u aan een
fonds dat gevoed wordt uit de subsidies die wel begroot zijn doch niet besteed
worden. Dus afwachten of er wat overblijft met het gevolg als er niks overblijft
er ook niks gebeurt. Mijnheer de voorzitter, ik vind dat men juist als gemeente
iets moet en kan doen ten aanzien van de gevolgen van jeugdwerkloosheid. Men
zal moeten zorgen voor een zinvolle vrijetijdsbesteding. Daarom zal er mijns
inziens een bestemmingsfonds gevormd moeten worden waaruit gelden beschikbaar
gesteld worden voor clubs en verenigingen die daadwerkelijk iets doen voor deze
jongeren.
De heer JONGENELEN: Mijnheer de voorzitter, in uw antwoord op de vraagstelling
van het C.D.A. over de verkeersveiligheid wat betreft de snelheidscontrole zou
ik u het volgende willen vragen. Er is door onze fractie niet gevraagd om de
snelheidscontrole op de Bosschendijk tussen spoorlijn en stoplichten, maar een
snelheidscontrole tussen Bosschendijk-stoplichten richting Hoeven. Zou u dit
nog eens nader willen bezien. Wat betreft, mijnheer de voorzitter, de oversteek
plaats Linnaeuslaan-Bosschendijk verwijst u naar de openbare vergadering van 30
november j.l. van de commissie openbare werken. Onze fractie zou graag willen
weten op welke manier hier een oplossing voor gevonden is en hoelang dit nog
gaat duren. Mijnheer de voorzitter, het antwoord van het college over de jeugd
honken is onze C.D.A.-fractie nog onvoldoende concreet. Daarom hebben wij een
voorstel. Wij nodigen het college uit om met de huurders van de honken in overleg
te treden om na te gaan in hoeverre op proef van bijvoorbeeld 1 jaar kan worden
gekomen tot in eigen beheer van het onderhoud en dat ze van de andere kant geen
huur meer hoeven te betalen. Mijnheer de voorzitter, in de beantwoording van uw
college bij het hoofdstuk sociaal-culturele zaken komt ook de vervulling van de
vakature van de tweede opbouwwerker bij het Emcee aan de orde. U spreekt over
een ombeschroomde, expliciet gewekte suggestie onzerzijds, terwijl de intentie
van onze fractie niet meer was dan het opsommen van feitelijke gegevens, waarom
u niet heen kunt. Want het is namelijk zo, de manier waarop u reageert doet ons