-16- werden dan steeds maar genoemd het beschikbaar komen van subsidies. Naast het verval dat men steeds heeft laten doorgaan, is ook door technische ingrepen de mogelijkheid tot het dempen van de haven ingeslopen. Door het afsluiten van het Spui is al jaren geleden een aanzet gegeven waardoor het dempen van de zwaai- kom maar ook verderop tot de mogelijkheden ging behoren. De stank-overlast kon daarbij eveneens zijn werk gaan doen. Het gevaar van verslechtering van de water kwaliteit is al in een vroeg stadium gesignaleerd. In het rapport van de Heide- mij van mei 197^ werd gesteld: "Door verlegging van het Spui zal doorspoeling en daarmee de verversing van het water geheel achterwege blijven en zal de kwaliteit van het water in versneld tempo verslechteren en de aanslibbing worden bevorderd." Inmiddels is gebleken hoe de verlegging van het Spui met de afvoer van het hemel water van de hogere gebieden tot stankoverlast heeft kunnen leiden. Dit heeft de gemeente al kapitalen gekost. In de afgelopen 3 jaar werd voor het stankvrij- houden/ 230.000,uitgegeven. Gelukkig dat er nu een andere aanleiding tot de vervuiling is weggenomen. De zuiveringsinstallatie werd aangesloten op de pers leiding. Men kan zich echter ook de vraag stellen welk gedeelte van de haven is strikt noodzakelijk en wat moet er voor gedaan worden om dat in stand te houden. Bij de discussie over het bestemmingsplan Turfhoofd hebben we gezien dat er nog slechts een klein loswalletje resteert. De vraag is dan ook: Rechtvaardigt het bestaan van een dergelijke loswal een dergelijke kostbare investering aan de haven. Vooral omdat er van de zijde van het college geantwoord is dat het gedeelte lijke vernieuwen van de lokatie Turfhoofd esthetisch niet verantwoord zou zijn. Wij willen het college uitnodigen met gevoel voor de werkelijkheid naar deze zaak te kijken en niet over te gaan tot uitvoering van alle mogelijke kostbare plannen. Met zeer beperkte middelen dient er naar gestreefd te worden om de haven te laten functioneren. Van een stroomversnelling rond de haven zoals door de heer Rennings geconstateerd, hebben wij nog niets gemerkt. Een dergelijke versnelling is voor de C.D.A.-fractie wenselijk na jaren van verzanding. De stroom zal echter pas versneld worden als er boten in de haven kunnen varen. De mogelijkheid om aan huis een beroep te gaan uitoefenen zal door de economische omstandigheden bevorderd kunnen worden. Bij de C.D.A.-fractie bestaan hier geen bezwaren tegen als er in meerdere bestemmingsplannen beroepen aan huis uitge oefend kunnen worden. Het is beter dit te regelen dan het op zijn beloop te laten. We vinden het echter wel gewenst om de omwonenden te beschermen voor de overlast die door de uitoefening van een beroep aan huis kan worden veroorzaakt. Het is nodig dat omwonenden in kennis worden gesteld van het voornemen dat een bewoner een beroep aan huis wil gaan uitoefenen. Het lijkt ons het beste de mogelijkheid in het bestemmingsplan op te nemen en daarbij tevens een belangenafwegingsprocedure op te nemen. Het verbeteren van de toegankelijkheid van openbare gebouwen lijkt ons een goede zaak. Wij denken daarbij ook aan de toegankelijkheid van het ge meentehuis. Door de keienbestrating is dit gebouw nu geïsoleerd. Voor bejaarden en minder goed ter been zijnden is het gewenst een tegelpad aan te leggen. Moge lijk kan tegelijkertijd ook eens nagegaan worden op welke wijze de binnenplaats van het gemeentehuis kan worden opgefleurd. Wij steunen, voor zover het de toe gankelijkheid betreft van gebouwen, het voorstel van de V.V.D. Bij onze opmerking over de taakverdeling van de wethouders zijn we uitgegaan van de lijst van be sluiten en conclusies van de vergadering van 4 augustus. In dat verslag staat: Partijen besluiten tot het benoemen van 2 wethouders. Vervolgens wordt de porte feuilleverdeling vastgesteld. In dat schema zijn opgenomen de burgemeester en de wethouders aangeduid met A en B. Een andere taakverdeling is het C.D.A. niet bekend en heeft evenmin de basis gevormd waarop C.D.A.-kandidaten konden be sluiten daarvoor voldoende tijd vrij te maken. Teleurstellend vinden wij het antwoord dat het organisatieschema van de secretarie geen basis zou behoeven te vormen voor de portefeuilleverdeling. Met uw mededeling dat de ambtelijke en bestuurlijke organisatie principieel verschillende zaken zijn kunnen we niets doen. Het gaat de C.D.A.-fractie er om dat de beide organisatieniveaus tot goede resultaten komen. Daarom hebben we al jaren geleden een onderzoek laten doen naar de werking van de secretarie. Het gaat er ons niet om of er moeilijkheden zijn gebleken bij de portefeuilleverdeling, maar ook of de bestaande moeilijkheden tot een oplossing konden worden gebracht. Gezien de stand van zaken bij de uit werking van het organisatierapport van het O.D.R.P. steunen wij het voorstel van

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 179