-11- wij nalatig zijn geweest om dat regeer-akkoord tot uitvoering te brengen. Wij handhaven dat regeer-akkoord nog steeds als onze richtlijn voor handelen. De heer RENNING: Heel kort voorzitter, want een van de belangrijkste punten is daarnet in de interruptie al duidelijk geworden, dat op 20 augustus de heer Wijnen is uitgenodigd om de onderhandelingsdelegatie te versterken. Ik loop niet weg voor de verantwoordelijkheid van de derde wethouder, laat dat duidelijk zijn. Als, ik ben daar blij om, de heer Wijnen zegt dat de persoonlijke basis nog steeds de beide wethouders welwillend tegemoet getreden worden dan zou ik toch van het C.D.A. mogen vragen dat ze haar kritiek, zowel naar toon als naar inhoud daar op afstemd. Voorts voorzitter, als er dan van een persoonlijke wel willendheid sprake is dan betekent het dat er zakelijk grote verschillen van mening zijn en dan zeg ik ja, als je dat bij herhalen blijft zeggen dan denk ik dat wel degelijk een motie om de orde komt kijken. Tenslotte voorzitter en dat is ook een herhaling, de heer Wijnen zegt het inbreken is op niets uitgelopen. Ik houd tegen dat er ooit is ingebroken, maar het is niet niks. Twee prominente leden waaronder de lijsttrekker van het C.D.A. zijn uit de raad gestapt om dat wat er in augustus en september gebeurd is. Ik vind dat u dat eens een keer te denken moet geven. De heer DEN BRABER: Ja, ook kort voorzitter. We hebben geconstateerd, de heer Wijnen en ik verschillen nogal van mening. Ik heb niet de indruk dat het komende half uur dat er iets moois gaat ontbloeien tussen ons tweeën. Een ding vind ik toch een kwalijke zaak. 15 november, 2 december, 16 december, 15 december in een vlugschrift wordt vanuit, nee wij hebben de indruk dat worden er voor mijn gevoel ernstige beschuldigingen geuit ten opzichte van een van de wethouders waarvan dus de naam uiteindelijk toch over tafel komt, het gaat om de wethouder Van Oosterhout. Ik vind het een kwalijke zaak als men het functioneren van een van ons aan de orde stelt op indrukken, zonder dat echt concreet te onderbouwen met uren en zo, maar laat maar zitten verder. De heer DE HOOG: Ja, wat ik nou niet begrijp van de heer Wijnen is, hij heeft die tijden, die data heeft hij geweldig in het hoofd zitten. Die heb ik helemaal niet meer in mijn hoofd zitten, waar het om gaat is dat we een politiek akkoord hebben gesloten. Dat is de basis van ons handelen. Hij heeft de tijden prima in zijn hoofd zitten, maar hij heeft de trein gewoon gemist. Dat is een. Twee: Hij heeft het over het feit dat de politieke wil bij het C.D.A. aanwezig is en aanwezig zal blijven. Althans dat heb ik begrepen. Hij zegt ook dat het programma loyaal zal worden uitgevoerd, hij heeft het niet zo gezegd, maar hij heeft het wel bedoeld. Nou ik heb dat programma hier voor me en daar staat bijvoorbeeld onder het hoofdstuk financiën dat de verplichte tarieven en heffingen worden waarde-vast gehouden. Wij hebben een debat gehad in december of in september sorry, een aantal raads vergaderingen geleden en wat bleek, het C.D.A. viel uit de boot en wenste de O.G.B. niet op k% te zetten, maar op 2%. Nou dat lijkt mij toch afwijken van de interpretatie van het akkoord. Tweede punt. We hebben een discussie gehad in de commissie openbare werken over de haven. In de eerste vergadering bleek dat de haven dicht moest. Nou ik heb in het akkoord alleen maar kunnen lezen dat de haven open zou blijven. Later is de vertegenwoordiger van het C.D.A. in de commissie teruggefloten, maar de intentie, of de indruk werd gewekt in de commissie dat het C.D.A. voor het dempen van de haven was. Ik denk twee hele duidelijke voor beelden. De heer KLIJS: Voorzitter, mag ik even reageren dat ik in diezelfde commissie duidelijk gesteld heb dat ik daarmee mijn persoonlijke .mening heb kenbaar gemaakt en duidelijk gezegd heb dat ik niet sprak namens de fractie van het C.D.A. De heer DE HOOG: Nou dan moet u toch eens intern praten, want als u steeds naar buiten komt met een eigen standpunt, dan moet u een eigen partij gaan vormen. De heer KLIJS: Dan zou ik maar alleen zitten. De heer DE HOOG: Ja, maar ik heb in eerste termijn al gezegd dat de kwantiteit niet geldt. Overigens ik denk dat erg veel van de discussie opgehelderd kan worden in de pauze, want ik heb de heer Brouwers daar op de tribune zien zitten en ik denk dat het C.D.A. gewoon eens even ruggespraak moet plegen met de heer Brouwers wat er nou precies gebeurd is.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 174