-6- argumenten tegenin moet brengen. In die zin voel ik mij het meest verwant met wat Den Braber net gezegd heeft. Voor mij had ook deze reactie niet gehoeven. Dan terug naar het ontstaan, want ook daar wil ik nog wel iets over zeggen. Hoewel de climax zich enigszins wat verder van mij heeft voorgedaan, want ik bevond mij in de gelukkige omstandigheid dat ik toen met vakantie was, maar de verslaggeving was dermate duidelijk dat ik toch tegen wil spreken dat de andere vier fracties dan het C.D.A. de onderhandelingen hebben afgebroken. Ik wil erbij zeggen dat die tweede breuk op die beruchte dinsdag, dat die niet op zichzelf stond. Ik denk dat daar iets aan voorafgegaan is wat in die be oordeling in ieder geval bij mij heeft meegespeeld. Dat is het feit dat het C.D.A. in de program-fase ook is weggelopen. Wij hebben toen het om de benoeming van wethouders, om de voordracht van wethouders ging, is er zelfs een poging gedaan om met de voltallige C.D.A.-fractie rond de tafel te gaan zitten, omdat bij herhaling bleek dat de onderhandelaar, toen de heer Brouwers, onvoldoende mandaat had. Er was tot 2b augustus bij alle fracties in deze raad de wil om met het C.D.A. rond te komen. Welnu als dan na zo langdurige onderhandelingen en zoveel pogingen van onze kant om tot overeenstemming te komen op dat moment hebben we gekozen voor een andere oplossing en gelet op het feit van de beperkte mogelijkheden is op grond van die overwegingen besloten terug te komen op de gedachte dat Oudenbosch geen derde wethouder nodig had en hebben we gekozen voor het bestuurscollege met de drie wethouders. Daar speelde ook mee dat in de portefeuille-verdeling, vrijblijvend zegt de heer Klijs, merkwaardig genoeg de situatie zich voordoet dat de portefeuilles van de wethouder alsmaar groter werden en dat toen de deuren gesloten werden en we naar huis gingen om te kijken of we kandidaat gesteld werden met name voor de wethouder die de grote porte feuille voor sociale zaken en welzijn moest gaan doen, afhaakte. Vervolgens hebben we het Zwarte Pietenspel gekregen wie nou de zachte sector moest gaan doen. Met andere woorden wat goed gebruikelijk is dat het college zelf bepaalt hoe de taakverdeling binnen het college is, is finaal omgedraaid namelijk anderen die niet aan het college zouden deelnemen hebben bepaald welke taken de collegeleden zouden moeten gaan doen. Nou ik denk dat dat wat doorschiet naar de andere kant en ik denk dat dat wat gemakkelijker verklaart waarom nadien tot een andere verdeling is gekomen en hoewel ik met u van mening ben dat wellicht het geen schoonheidsprijs is het geheel wat we net aan de orde gesteld hebben denk ik dat we er niet aan ontkomen dan de afspraken die we destijds op 2b augustus gemaakt hebben, die wij in een uitvoerige brief aan het college van G.S. hebben onderbouwd, waar feitelijk aan de argumenten van het college niets afdoet dat we niet anders kunnen dan onze argumenten overeind houden. Voorzitter, als ik dan via een vlugschrift voor deze vergadering moet lezen dat de bevolking massaal wordt opgeroepen om aanwezig te zijn, dan moet ik zeggen als ik naar de tribune kijk dat dat wel meevalt, want zelfs de geestverwanten zie ik nauwelijks aanwezig. Ik denk dat ik dan ook nu aan u de eis mag stellen als op een dergelijke manier in de publiciteit en in een vlugschrift ter discussie wordt gesteld of de wethouders wel voldoende tijd daaraan besteden, dan spreek ik hier uit dat de beide wethouders naar mijn mening zowel kwalitatief als kwantitatief vol doende tijd aan het bestuur van deze gemeente besteden en ik vind dat u dat dan op andere gronden moet uitspreken. Ik denk dat ik u dan inderdaad moet vragen om een motie van wantrouwen tegen die wethouder waarvan u vindt dat hij onvol doende tijd aan zijn werk besteed. De heer VAN WIJK: Voorzitter, de V.V.D. gaat akkoord met het schrijven wat naar Den Bosch gaat, dat G.S. om een uitspraak wordt gevraagd. Dan de behoefte om te reageren op wat de heer Klijs heeft gezegd heb ik totaal niet. Ik vind wel dat hij de collegevorming een beetje slecht heeft gevolgd. De heer DE HOOG: Een korte reactie van, wat ik dan zou willen noemen het slacht offer, want daar ging het toch om, de derde wethouder. D'66 is al eens een keer aangesproken, dat is een aantal weken geleden geweest. Toen is er gezegd de milde stemming van D'66, van de zijde van het C.D.A. is me dat verzekerd. Ik hoor vanmiddag het objectieve optreden van D'66 in de onderhandelingen. Op zich vind ik dat allemaal prijzenswaardige uitdrukkingen, maar als ik dan ook mag refereren aan het groene geschrift wat ik gisteravond laat in mijn bus aantrof, waarop ik door mijn echtgenote werd geattendeerd en er staat: "een snipper-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 169