-2-
schroefde, liever gezegd overschroefde en helemaal geen steekhoudende motieven
derhalve nonsens uitkramend het college van gedeputeerde staten een rad voor de
ogen te draaien. Voor het C.D.A. een hoogst onverkwikkelijke zaak, waarvoor het
geen waardering kan opbrengen. Laat ik eerst ingaan op de in de brief omschre
ven en door het C.D.A. omstreden motieven. Gedeputeerde staten constateren, dat
de bevolkingsgroei van Oudenbosch in de afgelopen jaren, 5 jaar, slechts 957
personen is geweest. Dat is gewoon een feit waar men niet omheen kan. Per 1
januari aanstaande zal blijken dat het bevolkingscijfer weer is teruggelopen.
Het is onjuist te stellen, dat dit een gevolg is van de stagnatie in de woning
bouw in Albano. Het college weet toch dat de geplande woningbouw is bedoeld
en wat dat betreft met alle waarborgen is omgeven, voor oplossing van de woning
nood in eigen gemeente. De conclusie dat in de eerstkomende jaren de bevolking
sterk zal toenemen, is een slag in de lucht. Hoogstens een wankele prognose
welke zoals zovele prognoses wel eens anders kan uitvallen. Wat met vrij grote
zekerheid is aan te nemen, is, dat dan de door gedeputeerde staten gestelde grens
van 15.000 inwoners nog niet zal zijn bereikt. Een zaak dus waarover zich dit
college niet druk behoeft te maken. Bezorgd zijn voor de 12.000 inwoners van
nu geniet grotere prioriteit dan het streven naar snelle groei. We behoeven niet
snel te groeien om een derde wethouder te kunnen aanstellen. Overloop vanuit
de randstad. Wie durft dat op de dag van vandaag nog serieus als een zorgenpunt te
noemen, dat extra bestuurlijke aandacht vraagt De jaren dat Oudenbosch dat in
mindere of meerdere mate wel heeft gekend, zijn al lang achter de rug. Daarvoor
moeten we teruggaan naar de tijd dat onder meer een heer Braat, volgens mij
een fervent V.V.D.-er, nog lid van de raad was. Hij was het die het toenmalige
gemeentebestuur een signaal gaf om de beleidsbakens voor de ontwikkeling van
Oudenbosch, tóen nog in hoofdzaak gericht op vestiging van industrie, te ver
zetten. Hij was van mening dat tengevolge van de industriële ontwikkeling van
het Moerdijkgebied, Oudenbosch best als woongemeente de nodige aantrekkingskracht
kon hebben. De tijd heeft geleerd, dat hij het goed gezien had. De doorbraak
kwam en Oudenbosch ging sneller groeien. Nee voorzitter, het was het gemeentebe
stuur uit die tijd, bestaande uit 1 burgemeester en maar 2 bovendien nog onder
betaalde wethouders, dat de gevolgen van de snel op gang gekomen ontwikkeling
moest opvangen. Er kwamen spoedig vele nieuwe inwoners in Oudenbosch voor het
merendeel uit geheel andere streken en gewend aan een geheel ander leefpatroon.
Die nieuwe inwoners zochten elkaar en gingen hun eisen stellen, eisen welke
vaak het toenmalige bestuurlijke apparaat overbelastten. Over extra bestuurlijke
aandacht gesproken. Oudenbosch was een van de eerste gemeenten waar een gemeen
schapshuis werd gebouwd. Oudenbosch liep voorop in het stimuleren van het opbouw^-
werk. Oudenbosch was een van de eerste gemeenten met een instructiezwembad. Er
kwam een vormingsschool voor jongeren. Vele zaken waar andere gemeenten nog
jaloers op waren. Op het gebied van sport kwamen goede voorzieningen. Een sport
hal kwam tot stand. Het plan Velletri als woonwijk mag er zijn. Toch voorzitter,
u houdt het niet voor mogelijk, maar ik praat nog steeds over een gemeente met
1 burgemeester en maar twee wethouders. Voorzitter, Oudenbosch is veranderd.
Oudenbosch heeft een ander leefpatroon gekregen. Oudenbosch leeft al lang met de
veranderde maatschappelijke contacten. Scherpe controversen tussen allochtonen
en autochtonen zijn inmiddels gelukkig geschiedenis geworden. De nieuwkomers
die zich hier thuis voelen zijn er nog. De anderen zijn al weer lang terugge
trokken. De nieuwkomers van toen besturen nu de gemeente mee. Daarom hebben ge
deputeerde staten volkomen gelijk als zij schrijven dat zij de extra bestuurlijke
aandacht voor de overloop vanuit de randstad niet zien zitten. Groeiklasse k.
Gedeputeerde staten drukken Oudenbosch nog eens met de neus op de feiten, daar
mede de waarde bepalend van de aan Oudenbosch toegewezen groeiklasse k in het
streekplan West-Brabant. Fungerend als secretaris van de streekplancommissie
West-Brabant heb ik van nabij ervaren wat een moeite het heeft gekost om
Oudenbosch in de groeiklasse geplaatst te krijgen. Doorslaggevend daartoe is
geweest het motief dat Oudenbosch in elk geval de kans geboden moest worden de
positie en het karakter dat de gemeente in het gewest inneemt te consolideren.
Als concurrerend noemen gedeputeerde staten Breda en Roosendaal. Wat mij betreft
had daarbij zeker niet in mindere mate Etten-Leur bij genoemd kunnen worden.
Men kan het betreuren of niet, de feiten zijn nu eenmaal zo. Rijk en provincie