-29-
kun je beter boterhammen voor onderweg meenemen, en de gevolgen van het één
richtingsverkeer voor fietsers. Deze moeten nu gedwongen gebruik maken van de
Markt om het winkelgebied binnen te gaan en juist de Markt is bij uitstek de
plaats waar een toename van het verkeersaanbod uitermate ongewenst is. Ik weet
mijnheer de voorzitter, dat een evaluatie van de herinrichting nu nog niet aan
de orde is. Daarom wil mijn fractie voorlopig volstaan met het signaleren van
deze kritiek en er verder" bij het college op aandringen dat te zijner tijd,
wanneer die evaluatie zijn beslag krijgt, de inbreng van de kant van de con
sumenten aanzienlijk groter te doen zijn dan bij de voorbereiding van de plannen
het geval was. Niet alleen de bevindingen van de bewoners en ondernemers, maar
ook die van de gebruikers verdienen de volle aandacht. Mijnheer de voorzitter,
volgens de nota van aanbieding staat voor 1983 de bouw van 153 woningen op stapel.
Een respectabel aantal, waarmee we niettemin de groeiende vraag naar onderdak
nauwelijks adequaat te lijf kunnen, gezien het feit dat dit aantal min of meer
gelijk oploopt met de jaarlijkse toename van die vraag. Tot 15 november waren er
bij de woningstichting 1^3 nieuwe woningzoekenden geregistreerd, hetgeen niet
belangrijk afwijkt van voorgaande jaren. Daardoor, mijnheer de voorzitter,
dreigen wij opgezadeld te raken met een vrij constante achterstand van ruim
boven de ^00 woningzoekenden oftewel drie jaar wachttijd per woningzoekende*
Om hier wat aan te doen zullen wij alert moeten zijn op andere mogelijkheden die
ons ingevolge tijdelijke regelingen wellicht geboden worden en bovendien werk
moeten maken van onze afspraak in het beleidsakkoord: de bouw van vrije sector
woningen met betaalbare woonlasten. Het alsmaar oplopen van de grondkosten als
gevolg van de rentebijschrijving strookt niet erg met dit voornemen. Mijn fractie
zou zich daarom zeer goed kunnen voorstellen dat wij althans een deel van die
rentebijschrijving voor rekening van de algemene middelen nemen. Ik zeg met na
druk althans een deel want onze financiële positie is weliswaar niet slecht
maar het is ook weer niet zo dat wij voor een reeks van jaren voor dit doel
zo maar vele tonnen kunnen ophoesten naast het beslag wat er op de reserves ge
legd wordt om de begroting sluitend te maken. Bij het begrotingsonderzoek mijn
heer de voorzitter, zijn over dit probleem, alsmede de bijdrage aan het fonds
grote werken, wat gedachten losgelaten. Uit uw reactie hierop kom ik tot de voor
zichtige conclusie dat er best mogelijkheden zijn. Wij zouden dit begin van de
discussie hierover dan ook graag voortgezet willen zien. Onze gedachten gaan
hierbij uit naar de commissie algemene en bestuurlijke zaken waarbij ook de
portefeuillehouder volkshuisvesting aanwezig is. Mijnheer de voorzitter, ten
aanzien van het welzijnsbeleid willen wij ons op dit moment terughoudend opstel
len. Desgevraagd hebben wij een paar raadsvergaderingen geleden globaal aange
geven hoe dat beleid er voor 1983 uit zou moeten zien. Het woord is nu dus aan
het college. Gelet op het onlangs gevraagde uitstel heb ik begrepen dat alle
ambtelijke capaciteit en die is naar onze stellige mening op dit gebied al ge
ruime tijd kwantitatief veel te weinig, daarvoor op dit moment gemobiliseerd
moet worden. Ik wil daar geen inbreuk op maken, maar niettemin een paar vragen.
Ten eerste, wanneer gaat het al lang geleden afgesproken onderzoek van de sport
sector van start Ten tweede, hoe staat het met de realisering van de overleg
organen met respectievelijk de sportwereld en de culturele minderheden Ten
derde, in welk stadium van realisering bevindt zich het akkommodatieplan, dat
vorig jaar april door de raad is vastgesteld Wordt het geen tijd voor tenminste
een interim-rapportage Overigens wil ik hier wel opmerken dat de gedachte, uit
gesproken tijdens het begrotingsonderzoek om te streven naar volledig kostendek
kende huur voor de te creëren akkommodaties, door mijn fractie niet onderschreven
wordt.In de beleidswijziging die het college terzake aankondigt, te weten een
relatie tussen de huur en de kwaliteit van de voorziening, kunnen wij ons veel
beter vinden. Mijnheer de voorzitter ik wil van de gelegenheid gebruik maken om
eens wat langer stil te staan bij de personeelssituatie en dan met name die van
de secretarie. Zojuist heb ik terloops al een opmerking gemaakt over de ons in
ziens te geringe capaciteit van de welzijnssector in kwantitatieve zin. Geen
nieuw geluid, want al eerder en vaker heb ik zowel in de commissie als in de
raad mijn zorg hierover kenbaar gemaakt. Ik heb het donkerbruine vermoeden dat
mijn vragen van daarnet over de akkommodaties en de sportsektor in-ieder geval
ook voor een aanzienlijk deel naar een gebrek aan mankracht zullen leiden.