-28-
ervan moet worden uitgegaan dat de grondprijs over deze drie categorieën
gelijkelijk verdeeld wordt, zodat ook koopwoningen betaalbaar blijven.
Openbare werken. Met alle waardering voor de zorg waarmee de begroting voor het
hoofdstuk openbare werken is opgesteld, willen wij er toch op aandringen er
op toe te zien, dat gevoelige posten, zoasl onder andere sneeuw- en gladheids-
bestrijding zo zuinig mogelijk zullen worden behandeld. Tot besluit. Wij
spreken onze oprechte dank uit aan de ambtenaren en aan al diegenen die hebben
meegewerkt aan het tot stand komen van de nieuwe begroting, die naar het ons
laat aanzien elk jaar meer arbeidstijd vergt. De eisen worden steeds maar opge
schroefd en de druk neemt daardoor toe. Ook het verjongde college staat voor
vele zaken die om praktische oplossingen vragen Wij zijn van mening dat ook de
beide nieuwe wethouders de problemen aankunnen, die in de komende tijd aangepakt
moeten worden. De start in 1982 was veelbelovend.
De heer DEN BRABER: Mijnheer de voorzitter, wij hebben een goede zomer achter
de rug. Niet alleen naar de maatstaven van Pelleboer en consorten, maar even
zeer naar die van de plaatselijke lijsttrekker van een politieke partij, die zijn
club doorgedrongen ziet tot het dagelijks bestuur van de gemeente en die zich
kan terugvinden in het bijbehorende programma voor de komende vier jaar. Het
zal u duidelijk zijn mijnheer de voorzitter, hier zit een tevreden mens. Een
tevredenheid die gedeeld wordt door mijn fractiegenoten en die wij niet in de
laatste plaats te danken hebben uiteraard aan de wederzijdse politieke wil van
O.N.S., V.V.D., D'66 en de Partij van de Arbeid om met elkaar in zee te gaan.
Een doorbraak in de politieke verhoudingen, die weliswaar niet uniek is in
Brabant, maar in Oudenbosch in feite onvermijdelijk was geworden na het voor
treffelijke werk dat mijn voorganger Van der Graaf hier in deze raad acht jaar
lang afgeleverd heeft. Onze collegae van het C.D.A., mijnheer de voorzitter,
hebben het met die doorbraak nogal moeilijk gehad, met voor hen noodlottige ge
volgen. Inmiddels zijn we drie maanden onderweg met dit nieuwe college, dat
- zoals de heer Rennings destijds zei - uit liefde geboren is. Hoewel het nog
veel te vroeg is om een goede beoordeling mogelijk te maken, wil mijn fractie
de twee nieuwe wethouders nu al complimenteren met de voortvarende wijze waarop
zij zich in hun nieuwe taak ingewerkt hebben én met de verfrissende manier
waarop zij de hen toevertrouwde beleidsterreinen vervolgens zijn gaan beheren.
Dat er een andere wind waait door bestuurlijk Oudenbosch is trouwens ook buiten
deze raad reeds opgevallen. De zij het nog schuchtere, maar niettemin positieve
geluiden duiden er op dat het college op de goede weg zit. Houden zo.
Moet dit college met een derde wethouder uitgebreid worden Begin september
mijnheer de voorzitter, vond een meerderheid van deze raad van wel. Alleen de
C.D.A.-fraktie was toen tegen, onder andere omdat het door hen aangeduide
banenplan Den Braber te duur zou zijn. Inmiddels hebben zij G.S. ogenschijnlijk
aan hun zijde gekregen, omdat Oudenbosch niet voldoet aan de desbetreffende
circulaire van 10 januari 1979» Een rijkelijk vage circulaire overigens, die
nauwelijks enig houvast biedt aangezien daar, naast het criterium van minimaal
15.000 inwoners, enkel gesproken wordt over zwaarwichtige redenen. Een kwestie
van wegen dus, doorgaans een onvruchtbare bezigheid wanneer een bepaalde maatstaf
of schaal, zoals in dit geval, ontbreekt. Vooralsnog ziet mijn fractie in de
aangevoerde tegenargumenten onvoldoende grond om op het besluit van 7 september
j.l. terug te komen. Alvorens echter tot een definitief eindoordeel te komen
willen wij het vooroverleg met onze coalitiepartners, dat hierover inmiddels
afgesproken is, alsmede de conclusies van het huidige college, eerst afwachten.
Mijnheer de voorzitter, ik ga over naar meer triviale zaken, zoals bijvoorbeeld
het Komplan, want naast een nieuw college heeft Oudenbosch inmiddels ook een
nieuw of liever vernieuwd hart gekregen. De herinrichting van de Driepoot mijn
heer de voorzitter, is een voortreffelijk stuk werk, niet in de laatste plaats
van de planmakers. Ons vermoeden dat wij op dit gebied heel wat know-how in huis
hebben, zien wij hierdoor bevestigd. Een constatering die ons in de zin van de
de-privatisering nog best heel wat kan opleveren, zoals het college ook al
aangeeft ten aanzien van de zwembadverbouwing. Die herinrichting is dus een prima
stuk werk, hoewel er in toenemende mate kritiek loskomt van consumentenzijde.
Deze kritiek richt zich met name op de verkeerssituatie ter plaatse. De overlast
van het autoverkeer voor het winkelend publiek, als je met de kinderwagen bent