gezegd zijn dat de bescheiden rol van de gemeente zich beperkt tot het uit
sluitend vervullen van de rol van terreinuitgever en inrichten van infra
structuur. Evenmin mag het zo zijn dat normen uit het verleden ten aanzien
van concurrentievervalsing en het vermijden van risico van de zijde van"de
gemeente volstrekt gehandhaafd blijven. Naar onze mening dient het sociaal-
economisch beleid vanuit twee invalshoeken te worden benaderd. De eerste
invalshoek is die waarin de overheid de voorwaarden schept voor de particu
liere ondernemer. Door de onzekere economische toestand zijn de risico's
om te ondernemen in vergelijking met het verleden niet onbelangrijk toege
nomen. De gemeente dient daarom verdere belemmeringen zoveel mogelijk te be
perken. Te vaak zijn bestemmingsbepalingen ingegeven op een moment dat de
gemeente nog eisen kon stellen en zich kon veroorloven te kiezen uit een aan
bod van ondernemers. Deze tijd is lang voorbij. Thans moet bijvoorbeeld de moge
lijkheid een aan huis gebonden beroep uit te oefenen worden verruimd. Kan
het college aangeven in welke bestemmingsplannen nog beperkingen zijn opge
nomen voor aan huis gebonden beroepen, respectievelijk deze beroepen zijn ver
boden Wij zijn geenszins van mening dat milieu sluitstuk of ondergeschikt
moet zijn. Dit neemt niet weg dat de gemeente gelet op de aard van de be
drijvigheid in onze gemeente en de omvang van de bedrijven hier enig risico
mag nemen. Wij bedoelen hiermee dat milieu-onvriendelijke bedrijven niet op
voorhand moeten worden uitgesloten mits maatregelen in het produktieproces
moeten worden genomen om schade aan het milieu te voorkomen. Indien de maat
regelen worden ontdoken of niet worden toegepast ontstaat schade. Naar onze
mening echter van een omvang dat dit risico voor de gemeente binnen de aan
vaardbare perken blijft. Voorts zou de gemeente voorzieningen moeten bieden
aan bedrijvenhotels, bedrijfsruimten die met name aan jonge startende onder
nemers in gemeenschappelijk gebruik worden verhuurd. De gemeente loopt daar
bij het risico van gedeeltelijke onderbezetting. Mocht daartoe de schaal van
de gemeente te klein zijn dan zal gewerkt moeten worden aan samenwerking met
andere gemeenten. Inwoners van onze gemeente werken immers niet alleen in
Oudenbosch, terwijl anderzijds velen van buiten Oudenbosch in onze gemeente hun
brood verdienen. Wil het college hiertoe het initiatief nemen en andere ge
meenten, bijvoorbeeld Roosendaal, benaderen. In het antwoord op het begrotings-
onderzoek van een van de afdelingen stelt u dat in Oudenbosch 19 personen
krachtens de werkgelegenheidsverruimende maatregelen te werk zijn gesteld.
Een niet gering aantal. Of het er meer kunnen zijn moet zeker worden bekeken.
Welke werkzaamheden die thans niet worden gedaan bij door de gemeente gesub
sidieerde instellingen zijn noodzakelijk, idem bij de gemeente en de gemeente
bedrijven en komen in aanmerking voor plaatsing van jonge langdurig werk
loze mensen met gedeeltelijke financiering uit middelen van de werkgelegen-
heid-verruimende maatregelen. Kan het college hiertoe zonodig telefonisch in
formatie inwinnen Is het college bereid op wat langere termijn de bedrijven
en instellingen met die vraag schriftelijk te benaderen naar het voorbeeld
van de gemeente Wouw Wanneer de plaatsing van jonge mensen krachtens de
eerdergenoemde maatregel samengaat met duo-banen kan een dubbel aantal jonge
mensen worden geplaatst en de jonge werknemer in de resterende tijd een
verdere opleiding volgen. In dit vlak zijn nog tal van mogelijkheden Een
voorbeeld dat deze week de pers haalde was de start van een Albert Heijn-
vestiging in Apeldoorn met uitsluitend jonge medewerkers in duobanen. Onze
fractie is van mening dat ten behoeve van het sociaal-economisch beleid in
eerste aanleg 25.000,per jaar structureel vrijgemaakt moet worden om
door het rijk niet gesubsidieerde kosten te kunnen dekken. Deels worden deze
uitgaven gecompenseerd door besparing op het gemeentelijk deel van de bijstand.
Wij zijn tot nu toe uitgegaan van de rol van de overheid als het scheppen van
voorwaarden voor het particulier initiatief. De overheid heeft ook meer
directe instrumenten met name uit de sociale invalshoek. Op dit beleidsterrein
zijn wij in het gelukkige bezit van samenwerkingsstrukturen zoals de sociale
werkvoorziening en gewestelijke arbeidsbureaus. Dezelfde gemeenten die in
West-Brabant nog niet op economisch terrein samenwerken, doen dit wel via de
genoemde instellingen. Wij onderschrijven volledig de visie van de heer P.
Wagtmans, direkteur van het werkvoorzieningsschap om vanuit de W.S.W. en de