-21-
Tenslotte menen wij dat het beleid ten aanzien van de werkverruimende maat
regelen zo mogelijk moet worden uitgebreid, bijvoorbeeld tot de administratieve
sector. Ook geven wij het college in overweging een aantal stageplaatsen
te creëren. Wij vernemen gaarne hierop uw reactie. Aan het uitspreken van ge
dachten en ideeën komt zo langzamerhand een eind. Mijn hoop is er op gevestigd
dat daar waar ik eindig, anderen met mij een begin zullen zien. Ik ben er van
overtuigd dat slechts een andere kijk op de dingen ons doet inzien dat anders
gaan leven nog niet hoeft te betekenen dat dat andere minder behoeft te zijn.
Het volgende nog tenslotte. Onze nieuwe minister-president heeft kort geleden
uitgesproken dat wij de winter tegemoet gaan. Hiermee wenste hij tot uitdruk
king te brengen dat we allemaal wat meer in de materiële kou zouden komen te
staan. Ik heb het idee dat dit voor een aantal groepen in de samenleving neer
zal komen op een langzame maar wel zorgvuldig geënsceneerde striptease. Die
uitkleedpartij zal velen doen bibberen en rillen. Daarbij zullen de magen wat
minder gevuld zijn. Dat beeld noopte mij tot handelen. Een koukleumende,
hongerende raad dat kan niet. De burgemeester is het volslagen met me eens
zie ik. Enig krachtvoer voor de winterse tijd is gewenst. Daarom heb ik voor
u allen, helaas had ik niet voldoende, dus ik heb mij beperkt tot de raad,
om de magen wat te vullen van een Oudenbossche volkstuin wat versterkers mee
genomen wat ik hierbij en ik heb de toestemming van de voorzitter gekregen
u wens aan te bieden.
De heer EENNINGS: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, vier jaar geleden
waren bij het aantreden van de pas gekozen gemeenteraad 7 plaatselijke poli
tieke partijen met in totaal 11 raadsleden in de raad vertegenwoordigd. Thans
is onze fractie de enige plaatselijke partij, na allerlei verwikkelingen en
moeizame onderhandelingen zelfs vertegenwoordigd in het college van burgemeester
en wethouders. Dit is temeer opmerkelijk omdat twee van de vier landelijke
politieke partijen aanvankelijk O.N.S. niet in het college van B. en W. wensten.
Wist Nico van Hoof meer dan dat hij bij de algemene beschouwingen in 1981 uit
sprak of had hij slechts een voortreffelijk voorspellende geest Destijds
pleitte hij nadrukkelijk voor voortzetting van plaatselijke politieke par
tijen namelijk. Welnu wij hebben hem en Oudenbosch op de wenken bediend, de
Oudenbossche kiezers hebben dat overigens ook gedaan. Hoe moeilijk deze coalitie
ook tot stand gekomen mag zijn, sindsdien is zij hecht gebleken, gesteund door
partijen die met volle overtuiging het overeengekomen programma wensen uit te
voeren. Het is een verademing dat in de samenwerking de hoofdzaken centraal
staan en niet de kleine letters. Hierdoor was het mogelijk elkaar te vinden,
in het belastingdebat op 28 oktober. Die intentie het programma uit te voeren
zal de coalitie hard nodig hebben en wel om het grote probleem van de om
buigingen tot een goed einde te brengen. Wil Oudenbosch in 1986 een sluitende
begroting zonder incidentele onttrekkingen uit de reserves hebben dan moet
circa 65O.OOO,-- per jaar worden bezuinigd. Alhoewel de voorbereidingen
reeds een half jaar aan de gang zijn hebben wij nog geen in het oog lopende
resultaten bereikt. Naar onze mening dient uiterlijk 30 juni aanstaande het
bezuinigingsplaatje beslist gereed te zijn. Immers daarna moet de begroting
voor '84 worden opgesteld en in dat jaar moeten de eerste structurele maat
regelen in de begroting zijn opgenomen. In dit verband wil ik een beroep doen
op het C.D.A. ondanks haar oppositierol toch mee het beleid vast te stellen in
de bezuinigingswerkgroep. Ik vind het verontrustend dat het C.D.A. blijkens
mededeling van de heer Van Hoek in de bezuinigingswerkgroep meent dat de raad
achteraf toetsend moet optreden ten aanzien van de bezuinigingen in plaats van
vooraf aan het college van B. en W. de richting van de bezuinigingen aan te
geven. De effectiviteit van het ambtelijk en bestuurlijk apparaat laat niet
toe dat het college van B. en W. allerlei voorstellen voorbereidt die de ge
meenteraad vervolgens weer grotendeels kan verwerpen. De gemeenteraad dient
naar onze mening de richting aan te geven waar bezuinigd moet worden. Daar
voor nemen de leden van de gemeenteraad deel aan de bestuurlijke bezuinigings
werkgroep. Sedert het aantreden van dit college is de ontwikkeling rondom de
haven in een stroomversnelling gekomen. Het vorige college heeft zodra het
bestemmingsplan voor de kom in 1981 was vastgesteld terecht voorrang gegeven
aan de verbetering van de Driepoot. Nu dient het beleid met betrekking tot