-18-
op de Bosschendijk. Wij zouden dit voorlopig kunnen beplanten met struiken en
bomen rond ons multi-industrieel complex. Tenslotte op het terrein van Huize
de Molen hoeven wat ons betreft geen huizen. Kortom het mag zo blijven.
Verkeer en vervoer. Uitgangspunt van D'66 ook binnen het verkeersbeleid is
bescherming van de zwakke deelnemers, concreet de voetganger en de fietser.
De situatie op de Markt blijft voor ons een onverteerbare zaak. Scheiding
van verkeerssoorten willen we toch eigenlijk wel onderzocht zien. Geplande
verkeerslichten op de Markt die zien we vooralsnog niet zitten en ze staan
tot onze vreugde "p.m." in het investeringsprogram, maar dat p.m. mag voor ons
weg. In een eerder stadium hebben de partijen zich uitgesproken over de rea
lisering in *86 van een tunnel in Albano. Dit omwille van een goede verbinding
tussen Albano en het centrum. Ons inziens moeten we dit doel niet uit het oog
verliezen, maar we zullen wel moeten kijken naar ook andere, minder prijzige
alternatieven. We zullen dus niet dogmatisch moeten blijven zweren bij de tunnel.
D'66 is bereid andere alternatieven te steunen als daarmee ook het doel bereikt
wordt. Over parkeren hebben we eerder gesproken, toen met betrekking tot de
auto's en nu ook die zwakke verkeersdeelnemer. Wij zouden van het college
gaarne de mogelijkheid van fietsenstalling in het centrumerf onderzocht zien.
In Oudenbosch komen tenslotte nogal wat sluiproutes voor. De Wolvenstraat is
daarvan een goed voorbeeld. Wij zijn daarom gelukkig met het mede op ons
aandringen schrappen van het herstel van deze weg. Deze straat zou, gezien zijn
unieke ligging, moeten worden tot een, zo u wilt, romantisch wandellaantje.
Zou afsluiting voor autoverkeer, met uitzondering uiteraard voor bestemmings
verkeer onderzocht kunnen worden. Ik wil het wel herhalen: Romantisch wandel
laantje. Het is een:laantje wat slingert tussen boomkwekerijen aan de linker
en rechterzijde en u moet daar beslist eens gaan kijken in april, mei: Schitterend.
Tenslotte bepleiten we een inventarisatie van door schoolkinderen veel gebruikte
routes en de onveilige situaties daarin. We kunnen er alvast een paar noemen:
De oversteek bij het woonwagenkamp aan de Vaartweg en de oversteek in de Juliana-
laan ter hoogte van de Isaac da Costaschool. Wij vinden hier maatregelen en
liefst zo snel mogelijk, noodzakelijk. We gaan over naar de volksgezondheid.
Elke maatschappij kent zijn eigen ziekten. Onze tijd kampt met overspanning,
hart- en vaatziekten, kanker en dergelijke. Deze ziekten brengen mensen in
ellende. Bevolkingsonderzoeken trachten dan ook deze ziektes voortijdig op te
sporen. Baarmoederhalskanker-onderzoek heeft zijn waarde bewezen. Nu echter
de rijksoverheid besloten heeft om de subsidiekraan dicht te draaien meent D'66
en we hebben dus de motie van de zijde van het C.D.A. van harte onderschreven
meent D'66 dat de lokale gemeenschap of overheid deze taak over moet nemen.
Wij zouden de gemeente in eerste instantie willen aanbevelen eensseen keer met
de artsen hier te gaan praten. Naast preventie en genezing ligt een fundamentele
oplossing in de verandering van levensstijl. Door onder andere goed onderricht
kan men wijzen op alternatieve levenswijzen. Natuurlijk nogmaals de maatschappij
bepaalt voor een groot deel de levensstijl en dus de gezondheid. Door mensen
bewust te maken van meer gezonde levensstijlen zal ook verandering in de maat
schappij kunnen optreden. De gezondheidsvoorlichting zou wat ons betreft best
in het milieu-educatief-centrum en dat staat in het programma kunnen worden
ondergebracht zodat verbanden tussen individu-,-maatschappij en natuur duidelijker
worden. Nu vooruitlopend op dat centrum zouden wij willen pleiten voor het op
starten van gezondheidsvoorlichting op scholen. Milieu, een mij zeer dierbare
paragraaf. Juist in tijden van economische neergang bestaat de neiging wat
lankmoedig te zijn bij het stellen van voorwaarden op het terrein van milieu.
Het C.D.A. wees daar eigenlijk al op en ik heb begrepen dat dat ook wel een
beetje toegejuicht wordt, maar als de pijp van de industrie maar weer gaat roken
dan komt alles weer goed denken we. Op zich juichen we economisch herstel toe
zij het dat wij veel waarde hechten aan de goede richting van het herstel.
Het maken van weinig waardevolle produkten gepaard gaande met het gebruik van
veel grondstoffen wijzen we af. Met andere woorden een selectief herstel
met vooral toekomstgerichte, milieuvriendelijke grondstofarme en als het kan
kleinschalige industrieën hebben onze voorkeur. Terecht is dit streven in het
beleidsprogramma opgenomen. Wij verwachten dat het college deze gedachte daad
krachtig gestalte gaat geven in haar promotie- en acquisitiebeleid. Ook in onze