-13-
overigens van het korps in september hebben wij uiterst positief gewaardeerd.
Wij vragen ons af of wat meer voorlichting gericht op preventie te overwegen
valt. Ook ten aanzien van de politie en'wij denken dan vooral aan de bestrijding
van vandalisme. Mogelijk dat onze voorlichter hier een rol in kan spelen.
Ook in het onderwijs is hier wellicht wat aandacht voor te vragen. Tenslotte
nog dit Wij zijn voorstander van een zo breed mogelijke medewerking aan verlangens
van burgers, bijvoorbeeld in de sfeer van de ruimtelijke ordening. Bestemmings
plannen zijn nogal eens rigide. Aanpassingen zijn regelgebonden. Op zich is dat
allemaal terecht. Het staat echter flexibel inspelen nogal eens in de weg.
Wij zijn voor zo creatief mogelijke oplossingen binnen de regels van de wet.
Het gaat per slot om de burger, ook echter duidelijk in relatie tot belangen
van zijn medeburgers. Tegen duidelijke en zwaarwegende overtredingen moet
echter, na overleg met betrokkenen kunnen worden opgetreden. Toepassen van po-
litiedwang, bijvoorbeeld bij het niet naleven van de bouwverordening, is geen
plezierige zaak, maar als het moet dan moet het.
Sociaal-economisch beleid.Nimmer zo duidelijk als nu worden we geconfronteerd met
de economische realiteit van het bestaan. Dag na dag vliegen de cijfers over
onze hoofden, keer op keer wordt er in onze portemonnaie gegrepen. Konden we
een tiental jaren geleden nog dromen koesteren die werkelijkheid werden, nu
lijkt al het gedroom verdwenen zij het dat de nachtmerrie nog niet is aangebroken.
We zitten in een harde realiteit, waarin de wintervorst regeert. Voorbij zijn
de vette jaren. De economische crisis heeft zich verspreid onder alle lagen van
de bevolking. De reacties daarop verschillen, maar in het algemeen is er een
mineurstemming. Net als in de 30-er jaren is er een grote politieke meerderheid
die de crisis als puur natuurverschijnsel ziet. Die politici wachten lijdelijk
de magere jaren af, want om met Hoover, voormalig president van Amerika te
spreken "prosperity is just around the corner". De welvaart komt nog wel terug.
De enige taak van de overheid zou erin bestaan de overheidsuitgaven terug te
dringen. Dit lijkt op de confessioneel-liberale visie van heden ten dage.
Het gevolg hiervan is, althans op korte en middellange termijn, een blind be
zuinigingsbeleid. Zie de sociale ontwrichting in Engeland. Fundamenteel ver
schillend is de sociaal-democratische visie. Hun oervader Marx heeft altijd
gesproken over de controleerbaarheid, dirigeerbaarheid van de economie. De
economie is geen natuurfenomeen, maar een maatschappelijk produkt. Werkloosheid
is dan ook een kapitalistisch fenomeen, waarin het verspilkarakter van het
kapitalisme in zijn meest extreme vorm naar voren komt. Een mens is een poten
tiële arbeidsbron, welke ten nutte van de gemeenschap gebruikt kan worden. Het
is dan ook onaanvaardbaar voor socialisten, dat de werkloosheid zulke enorme
proporties aanneemt. Ik spreek het vriendelijk uit maar het is serieus bedoeld.
Het trieste van het Partij van de Arbeid-socialisme en tegelijkertijd het pro
bleem van de Partij van de Arbeid is dat zij zich zo enorm verweven voelt met
de verzorgingsstaat oftewel consumptiemaatschappij, oftewel de wegwerpcultuur.
Desondanks maakt hun niet te ontkennen sociale gevoel hen bij uitstek de
partner in de strijd voor veranderingen. Velen hebben het nodig gevonden om D'66
af te schilderen als een partij zonder eigen visie, ja zelfs zonder kleur. In
het nabije verleden zijn er inderdaad momenten geweest, dat valt niet te ont
kennen, waarin de visie van D'66 niet duidelijk werd. Maar juist deze tijd
waarin de bron van ideeën binnen onze maatschappij opgedroogd lijkt, vinden wij
wederom een uitdaging voor ons bestaan. Ons bestaan wortelt in het verzet tegen
de consumptiemaatschappij. De hieraan gekoppelde orde en de grootschaligheid
doet onrecht aan de mens en vernietigt zijn omgeving. De technologie, de on
gekende suprematie van het menselijk vernuft dient de mens zijn bestaan makke
lijker te maken. In onze tijd heeft men daarvoor nog te weinig oog. De economie
dient de werkelijke behoefte van de mens te vervullen. De mens dient de heer
van de economie te zijn en zeker niet de slaaf. Déze algemene visie bepaalt dan
ook de kijk op de huidige crisis. Naast de afnemende kans op bevrediging van
allerhande behoeftes, welke onprettig zo zelfs dramatisch kan zijn voor vele
individuen, moeten we toch ook wijzen op een positief gevolg van de crisis. De
mens is consumptiebewuster geworden. Velen zullen, ook al wordt er ontzettend
veel geklaagd, toch erkennen dat het minder kan. Hopelijk geeft de cirsis
ons het besef terug, dat niet kwantiteit maar kwaliteit de enige echte waarborg