-12-
De woningen waar het om gaat zijn premie-koop-B-woningen. Daar is men in Den
Haag erg gul mee zoals u weet, want die raken ze aan de straatstenen niet kwijt.
Die kun je ongelimiteerd krijgen die premies, dus ik denk niet dat we ons daar
zo'n buil aan vallen. Met betrekking tot Zouavenlaan-Oost, ja, dat zou niet
thuishoren op dit plan, deze vragenlijst en wel omdat het dan bebouwd zou moeten
zijn. Het is zo dat wij pogingen in het werk stellen om alsnog de bouw ter
plaatse gerealiseerd te krijgen. Mocht dat overigens niet lukken en men streeft
ernaar dat op zeer korte termijn te weten dan is ten behoeve daarvan in voor
bereiding het bouwen van diezelfde woningen in Albano en dan zouden die dit
jaar dus nog in aanbouw genomen moeten worden. Als er op de grond van het plan
Zouavenlaan-Oost geen woningbouw als beoogd in de bestemmingswijziging die we
daarvan hadden vastgesteld was gerealiseerd, ja en dan is het niet de gemeente
die met de grond zit, maar de eigenaresse van de grond. Dus de gemeente doet
met die grond verder niets. Er ligt een oud bestemmingsplan op en in het licht
van dat bestemmingsplan kunnen daar bouwwerken gerealiseerd worden. Dan heb ik
denk ik de heer Van Eijkeren geantwoord voor wat betreft zijn eerste vraag:
Kwaliteit, kwantiteit maken en zijn tweede vraag over Zouavenlaan-Oost. Met
betrekking tot die vraag over Zouavenlaan. Het is zo, ik ben het helemaal met
hem eens dat zo'n verandering van aantal eigenlijk via de commissie zou moeten,
zij het dat het strikt genomen natuurlijk een advies is en dat je met dat advies
weer moet gaan werken. De exploitatie die nodig is om daar naar een aantal van
5, k plus 1, woningen te komen, lijkt minder kans te maken dan de gedachte die
hieraan ten grondslag ligt, waarbij geïnteresseerde bewoners van de Raaymakers-
laan hun tuin wat zouden willen vergroten en daarmee zou de exploitatie dan
wel haalbaar kunnen zijn. Nogmaals het gaat om een zeer gering aantal en in de
kwalificatie premie-koop-B zodat dat in de sfeer van de toewijzing van subsidie
contingenten en woningwet-contingenten niet zo erg relevant is. Alleen het
rekensommetje moet wel kloppen voor de H.I.D. want je mag je richtgetal niet
overschrijden. De heer Wijnen mist de samenhang. Ik denk dat die samenhang in
middels wel enigszins naar voren is gekomen. Niet met voorgaande jaren, maar er
is een gewijzigde situatie. We zijn naar verdichting gaan streven en als we
nu spreken van vrije sector weten we allemaal wat we bedoelen. Dan bedoelen we
eigenlijk dezelfde huizen alleen met een ander financieringssysteem en ja dat
er weinig is uitgekomen van de voornemens van juli '81 dat klopt. Vandaar ook
dat we de plannen nu zo opzetten conform het verdichtingsmodel wat we met elkaar
besproken hebben. Dat de Brouwerijstraat hier ontbreekt vindt zijn oorzaak in
het programma-akkoord wat de fracties in de nieuwe raad met elkaar gesloten
hebben. Accent op Albano betekende voor ons bij het invullen dan moet je niet
de zaak vertroebelen door er de Brouwerijstraat bij te halen. Ik ben het wel
met de heer Wijnen eens dat je zou moeten proberen om de behandeling van deze
zaak te laten voorafgaan door een behandeling in de commissie. Ik denk dat we
daar eens naar moeten kijken aan de hand van de gemiddelde ontvangstdatum van
die vragenlijst om te zien of je dat inderdaad in een commissie-gebeuren kunt
inpassen. Dat zeg ik hem graag toe dat ik dat zal onderzoeken.
De heer VAN DER GRAAF: Voorzitter, ik wou toch iets nog een klein beetje duide
lijker hebben. Zouavenlaan-Oost daar hebben wij een bestemmingsplan voor gemaakt.
Dat bestemmingsplan is niet goedgekeurd. Dat betekent volgens uw woorden en ik
denk dat het juist is dat het oude bestemmingsplan op dit moment vigeert, met
andere woorden dat op dit zelfde moment de heer Van Agtmaal die grond zou kunnen
verkopen aan een gegadigde die daarop een fabriek wil bouwen, een aannemers
bedrijf, danwel dat hij dat bij wijze van spreken zelf zou willen doen. Een
ontwikkeling die de raad niet wenst. Daarnaast zegt u wij zijn doende om naar
wegen te zoeken om alsnog ter plaatse in ieder geval die bouw mogelijk te maken
en dan zeg ik wordt het dan geen tijd dat wij een ja toch een onteigenende
maatregel nemen om althans de bestemming van die grond veilig te stellen. Met
andere woorden moeten wij dus niet een voorbereidingsbesluit nemen omdat we uiter
aard de oude bestemming er niet op willen hebben en de nieuwe bestemming niet
mogelijk is, dat betekent dat we moeten gaan bestuderen wat er dan wel op, maar
in elk geval dat we niet de ontwikkeling in de vrije hand kunnen laten. Een
boeiend onderwerp.
De VOORZITTER: De conclusie dat nu het oude plan weer vigeert is niet helemaal
juist hoor, maar dat is een kwestie van dagen. Op het moment dat de beroeps-