-11-
verplichting en we hebben al wel eens eerder gesproken over de woningbouw naar
aanleiding van het contingent wat toegekend werd en ook om daar bij aan te
dringen op de voorgenomen plannen die we hadden, maar ik denk dat er meer samen
hang moet zitten van hoe staan we er nou eigenlijk voor, wat hebben we toen
geraamd, waar zijn we niet uitgekomen en waar willen we nu naar toe en dan kun
je pas beoordelen in hoeverre deze schattingen op realiteit berusten.
Toen stond er trouwens ook Zouavenlaan-Oost niet meer op, want ik denk dat er
toen ook al gezegd was van dat wordt dit jaar nog wel gerealiseerd. Op dat
lijstje van vorig jaar tref ik het althans niet aan. Alleen maar rond Huize
De Molen nog een woning en ik ben me er ook wel van bewust dat er ten aanzien
van de Brouwerijstraat ook een diep trieste situatie is ingetreden, maar die
kwam daar vorig jaar nog wel nader omschreven terug en ik denk dat het hele
woningbouwpatroon dan in ogenschouw genomen moet worden voor een iets langere
termijn en dat mis ik eigenlijk in het stuk. Als het alleen maar gaat om
aanspraak maken op een bepaald contingent, anders kan ik niet begrijpen waar
deze invullijst voor dient om te schatten hoeveel dat er in aanbouw genomen
wordt of voor een bepaald statistisch doel, als dat verder geen of als dat wel
beleidsconsequenties heeft moet het natuurlijk ook consciëntieus ingevuld worden
en ik dacht ook dat er op aangedrongen werd dat de raad zijn verantwoordelijk
heid hierin kende dat men zei het moet in ieder geval in de commissie van de
raad besproken worden, deze invullijst. Het mag niet zomaar als een ambtelijk
stuk ingediend worden. Dus ik pleit er eigenlijk voor om in het vervolg wat
continuïteit in het opstellen van het stuk te brengen zodat dat meer de verant
woording van de raad tot uiting brengt.
De VOORZITTER: De heer Rennings sloot af met te constateren dat er hier tot zijn
spijt niet was geanticipeerd op het programma-akkoord. Nou dan betreur ik dat
hij dat er niet heeft uitgehaald. Er is namelijk gepoogd om in het kader van
de richtgetallen zoals we die vanwege de provincie hebben gekregen en waarmee
het maximum aantal te bouwen woningen wordt aangegeven, dat we uitgegaan van die
getallen hebben gekeken in hoeverre we in staat waren in Albano die zaken te
realiseren. Dan ziet u voor 1983 daar 115 woningen, telt u daarbij de 15
woningen aan het Oost-Vaardeke komt u aan de 130, het richtgetal voor 1983.
Voor 198^ treft u in Albano gesitueerd 107 woningen aan. Daaraan zijn toegevoegd
3 woningen, ik kom daar direkt op terug, van de hoek van Huize De Molen waarmee
het richtgetal 110 voor 198^+ wordt bereikt en voor 1985 ziet u 5^ woningwet
woningen in lob-B van Albano waaraan wordt toegevoegd in de vrije sector 56
woningen aan de Bornhemweg waarbij u ook op het richtgetal 110 voor 1985 bent
gekomen. Dus ik zou denken allerhoogste prioriteit aan Albano gegeven.
De heer Rennings zei ik zie de vrije sector niet in '85. Ik denk dat ik hem
dat inmiddels heb aangeduid. Die zitten in het bestemmingsplan Oudland omdat
dat voor ons vrije sector is, namelijk daarheen moeten geen door de gemeente op
te brengen premies, die premies benutten we voor de bouw in Albano. Amfas Vast
goed moet om daar te kunnen bouwen zelf de benodigde premies meebrengen en dat
mag niet ten koste gaan van bouwmogelijkheden in Oudenbosch. In 8*f en '85
mist de heer Rennings gestapelde bouw. Dat vind zijn oorzaak in het feit dat in
de structuur van lob A naar het oordeel van de stedebouwkundige uitsluitend in
beperkte mate plaats is voor echt gestapelde woningen, we spreken dan over drie
bouwlagen. Voor het overige is het wel boven- en benedenwoningen, maar stelt hij
voor om niet te streven naar gestapelde bouw, die stelt hij alleen maar voor aan
de rand van lob A te situeren.
Mevrouw Kniep begon met te stellen, het is onvoldoende. Daar moet ik tegenover
stellen dat het maximum is aangegeven en dan kunt u wel, dat zegt ook de heer
Van Eijkeren, zeggen dat het mager is maar die kwantiteit wordt ons gewoon
voorgeschreven enwe krijgen geen andere mogelijkheid om te groeien dan in het
kader van de taak die we hebben. Nou dat is vertaald in het richtgetal en dat
is wat we mogen bouwen en wat we zullen moeten proberen te bouwen.
Ja, de vraag wel of niet aan de Zouavenlaan; een ander plan, is denk ik een
vraag die zich niet leent voor een discussie in dit kader. Dat is een vraag
die van stedebouwkundige aard is en ik geloof dat we die ook via een zorg
vuldige behandeling in de commissie aan de orde moeten krijgen.