-15-
vrijwilligers een stuk kadervorming en ik denk dat ik weet waar u op doelt.
U wilt bepaalde situaties vermijden. Wel ik denk dat dat helemaal:is ingebouwd
in de functie-omschrijving zoals ons die voor ogen staat met betrekking tot
de aan te stellen werker en wat betreft de permanente kadervorming. Het is u
wellicht bekend uit de werkplannen van het Emcee dat het Emcee heel nadrukkelijk
bezig is met de kadervorming van vrijwilligers en misschien dat daar een koppe
ling valt te maken tussen de beide instellingen.
De VOORZITTER: Mag ik aannemen dat u het met de toelichting die u er inmiddels
bij gekregen hebt eens wilt zijn met het voorstel Dank u wel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
12. Voorstel met betrekking tot de te volgen procedure totstandkoming sociaal-
kultureel programma 1985 en vaststelling overige subsidies specifiek welzijn in
verband met ontstane vertraging.
De heer DE HOOG: Een korte opmerking over het tijdschema voorzitter. Dat tijd
schema heeft men gebracht naar het einde van het jaar, dus een uiterste prettige
periode. Ik zie hier dat de stukken ter inzage worden gelegd voor belanghebbenden
juist in die periode van reflectie, 27-12 tot en met 1*1-1. Is dat niet, juist ge
zien het tijdstip, een wat erg korte periode? Dat is vraag 1. Zeker als je dat
zet tegenover de tijd die het ambtelijk aparaat en het politieke apparaat heeft
om tot besluitvorming te komen. Ik vind dat erg magertjes. De tweede vraag die
heeft betrekking op de raad. Ik heb begrepen dat wij, althans de leden van de
welzijnscommissie, de stukken op 2*t—1 kunnen bespreken. Met andere woorden wij
zullen die stukken dan ongetwijfeld in ons bezit hebben, maar de verzending
aan de raad vindt plaats op 17-2 en de vaststelling door de raad vindt plaats op
2*f-2 en ik zou eigenlijk willen bepleiten dat de stukken zodra ze gaan in de
richting van de welzijnscommissie ook gaan naar de overige leden van de raad
al was het alleen maar om zich alvast te prepareren. Dan heb ik nog wat kleine
vragen over het feit dat we pas in februari tot de feitelijke vaststelling kunnen
komen van het programma '83. Dat is wat ongelukkig. De achtergrond van het probleem
schijnt te liggen in tijdsproblemen. Ik neem dat dan aan. Ja, het levert denk ik
wel een probleem op, want feitelijk betekent dat dat je over nieuwe aktiviteiten
feitelijk pas een beslissing kunt nemen als raad ergens eind februari en dan
zijn er natuurlijk toch een paar maanden verstreken. Mijn vraag is eigenlijk
aan de wethouder: Wat voor consequenties kan dat hebben voor het entameren van
nieuwe aktiviteiten, want de zekerheid komt toch wel ergens in het prille voorjaar
Voor wat betreft de bestaande aktiviteiten is het natuurlijk zo dat we, ik heb
het gelezen in het voorstel 4/12 van de bedragen gaan we uitkeren, maar dat op zich
geeft dat weer een belemmering over het mogelijkerwijs terugdraaien van bestaan
de aktiviteiten. Ook graag aandacht voor dat aspect.
Mevrouw DE RAAD-DILLEROP: Ja, mijnheer de voorzitter, onze fractie vindt het een
erg vervelende gang van zaken dat het sociaal-cultureel programma zo laat aan
geboden wordt. De verenigingen die van die subsidie afhankelijk zijn en bijtijds
de stukken in moesten leveren weten natuurlijk op deze manier niet meer waar ze
aan toe zijn. Ook zouden wij wel graag een betere motivering willen zien waarom
dat dit is uitgesteld en ook een vraag of de instellingen die die subsidie aange
vraagd hebben of die geïnformeerd zijn over de gang van zaken.
De heer VAN OOSTERHOUT: De periode 27 december tot 1*+ januari, dat vindt de heer De
Hoog een korte periode. Deze periode is vastgelegd in de verordening. Dus wat
dat betreft is de termijn juist denk ik, maar je kunt je afvragen of juist in
deze tijd gezien de omstandigheden het niet wat kort is. Wij van onze kant zullen
proberen om te trachten wat dat betreft de zaak enigszins te vervroegen zodat
inderdaad aan dat probleem iets gedaan wordt, zodat dat zichzelf wel oplost.
Dat versturen van de stukken aan de welzijnscommissie en dan tegelijkertijd ook
aan de overige leden van de raad om zich daarop te prepareren, dat zou gezien
de omvang best wel aardig, zijn. Ik sluit me bij die suggestie aan. Wat betreft
het overschrijden dat dat problemen met zich meebrengt met betrekking tot nieuwe
zaken. Ik denk dat daar waar zich echt fundamenteel nieuwe zaken aandienen dat we
die bij voorbaat, zoals we dat nu ook met bepaalde zaken ten aanzien van het per
soneel hebben gedaan, in de raad ter vaststelling zouden kunnen aanbieden als daar-