-9-
jongerenprobleem in Oudenbosch is. Het preadvies tendeert ernaar om het in feite
te ontkennen. Ik vind dat een beetje voorbarig. Aan de andere kant de aanvulling
in het rapport om een permanent onderzoek te doen plaatsvinden door een daarvoor
aangetrokken beroepskracht dat gaat mijn fractie veel te ver. Veel meer kan ik
mij vinden in het idee in het preadvies om dit mee te nemen vanuit de gemeente
lijke benadering van het welzijnsterrein zoals dat gebeurt via het sociaal-
cultureel werk, maar - een grote "maar" - we moeten daarvoor wel de ambtelijke
capaciteit die daarvoor nodig is denk ik veilig stellen. Een paar agendapunten
verder gaan we voor de zoveelste keer in de laatste jaren, gaat het over uit
stel in dit werk. We moeten dan de subsidies voor '83 pas in februari volgend
jaar gaan vaststellen. Ik denk dat wij dus aandacht moeten blijven houden voor
het jeugd-en jongerenprobleem in Oudenbosch vanuit de gemeentesecretarie dan maar,
maar dan moet daar wel de capaciteit voor aanwezig zijn c.q. gemaakt worden.
Verder kan ik mij dus vinden in het preadvies voorzitter, waarbij ik er wel op
vertrouw dat zoals hier genoemd staat de werkloze jongeren en de buitenlandse
jongeren terug te vinden zullen zijn in de werkplannen van de genoemde orga
nisaties die volgend jaar aan ons voorgelegd worden.
Mevrouw KNIEP-KÖHNKE: Ja, mijnheer de voorzitter, met betrekking tot dit punt
een paar opmerkingen. De tijdelijke formatieplaats voor het jeugd- en jongeren
project werd toegewezen aan de stichting Emcee. Deze werd ingevuld en was na een
korte poos al weer weg ook. De werkzaamheden die toen gedaan werden konden niet
verslagen worden in een verslag. Het Emcee en ook de gemeente hebben daar om
gevraagd maar dat bleek niet mogelijk te zijn. Dat er een jeugd- en jongeren-
probleem zou zijn in Oudenbosch vinden wij toch wel wat overtrokken.
Natuurlijk een ondersteuning naar de jeugd en jongeren daar zijn wij voor, maar
een probleem ik dacht niet dat het zo ontzettend heftig was. De noodzaak tot het
aanstellen van deze beroepskracht waarbij het Emcee is achterhaald. Voorzitter,
we leren er wel van, we komen er straks ook nog op terug. Wij gaan akkoord met
het voorstel.
De VOORZITTER: Mag ik een ordevoorstel doen voor een eventuele volgende bijdrage
mevrouw Kniep. Ik denk dat de ketting aan uw bril hindert.
De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, de vorige sprekers hebben het al ten dele ge
zegd. De twee jaar veldwerk-periode op zoek naar het jeugd- en jongerenproject
is gekant met vele personele problemen en dat is zeker van invloed geweest op
het onderzoek, maar dat niet alleen. Naar onze mening zijn ook de uitgangs
punten toch niet helemaal goed behandeld en wie daarvoor verantwoordelijk is
in ieder geval zeker niet alleen het Emcee. Ik denk dat de begeleidingscommissie
niet duidelijk heeft gefunctioneerd en dat het gemeentebestuur onvoldoende heeft
gestuurd. Wat mij het meest duidelijk geworden is in de rapportage is toch
wel dat er nauwelijks veldwerk gedaan is, zeker in de eerste periode en dat voor
zover er veldwerk gedaan is en daarop aktiviteiten zijn gebaseerd dat ze een
teleurstellend resultaat hebben gehad. Ik kan ook niet uit de rapportage de over
tuiging overhouden dat jongeren echt gezocht zijn. Soms krijg ik het gevoel dat
hier en daar toch wat ambtelijk gewerkt is om jongeren of instellingen te bena
deren. Ik kan dat niet met zekerheid zeggen, maar wat ik wel moet concluderen is
en in die zin volg ik het college dat we na deze proefperiode, of deze periode
toch in deze zin niet verder moeten gaan. Ik denk dat het juist is om het beleid
in die zin bij te stellen en daarmee loop ik dan enigszins vooruit op een volgend
voorstel, dat je veel meer ondersteuning dan moet geven aan bestaande aktiviteiten
en dan erkennen dat je wellicht zeker niet in het begin iedereen bereikt. Wat je
er wel mee bereikt is dat je van instellingen die een zekere plaats in de samen
leving hebben gevonden dat je van daaruit naar andere groepen in de samenleving
aktiviteiten uitbouwt. Dat geeft ook meer zekerheid en uit de proeven die we
maar de pogingen die we anderszins tot nu toe gedaan hebben denk ik dat het niet
verantwoord is daarmee door te gaan. Voorzitter nog iets anders, de stukken die
ter inzage hebben gelegen die hebben bij mij toch ook wat andere dingen duidelijk
gemaakt en dat is dat ik u eigenlijk toch moet complimenteren over datgene wat
u nu naar een van de belangrijkste welzijnsinstellingen hebt bereikt.Het.zorg-
vuldige en diepgaande overleg wat gevoerd is ten behoeve van dit preadvies dat
laat zien dat er nog een aantal zakelijke meningsverschillen zijn. Het verslag
laat dat op een aantal punten heel duidelijk zien en wat mij nou zo aanspreekt is