-35-
ning mee te houden. Zullen we het bij de overweging betrekken en kijken hoe
we erop terugkomen?
De VOORZITTER: Ja, dan zijn we aan het einde, mijnheer Van Hoof, van uw
laatste raadsvergadering en daarom dacht ik laat ik daarom maar de vrijheid
nemen om in de rondvraag u over te slaan en zelf het woord te nemen. Als u
dan alsnog in de rondvraag het woord wilt hebben dan overtreden we geen
enkele regel, dan kan dat nog. U sluit vandaag voor u een periode af van
ongeveer 12 jaar raadslidmaatschap, net niet helemaal. IJ bent bijna 3
perioden lid van deze raad geweest en ik denk dat eenieder maar de helft
van die tijd heeft mogen meemaken, maar ik denk dat eenieder zal zeggen dat
deed de heer Van Hoof op een hele eigen plaats en op een hele eigen manier.
De laatste periode hebt u zich gepresenteerd als een onafhankelijk raadslid
wat dat dan ook mag zijn, misschien dat die aanduiding overigens toch wel
aardig typeert de opstelling die u bij voorkeur koos. U hebt daarbij steeds
oog voor details getoond en aan de andere kant toch ook zicht op de grote
lijn en ik denk dat dat heel goed gepast heeft met het proces wat wij met
elkaar hebben doorgemaakt, de verandering die hier zijn beslag gekregen heeft
waarbij wij ons geleidelijk aan steeds meer gingen opstellen niet zozeer als
een gemeente in de plattelandsomgeving, maar meer als een gemeente met een
wat stedelijker problematiek, de consequentie daarvan aanvaardend in een vorm
dat je dan bij het bestuur ook heel duidelijk op de grote lijnen let. Zowel
dat oog voor details als dat zich op die grote lijn wist u daarbij overigens
soms op een uiterst scherpe, ik mag wel zeggen soms wel venijnige wijze
te brengen. Iets wat overigens door de eerlijkheid waarmee u het steeds
deed door eenieder altijd wel op prijs is gesteld dacht ik. Uw opstelling
in de afgelopen jaren had misschien iets vooruitziend in deze zin dat u
met uw pleidooien voor zuinigheid al moet ik zeggen dat u daar vanavond met
uw opmerking over het feit dat nu pas de commissie openbare werken naar
Parijs gaat voor u toch wel een tegenvaller is, dat u daarmee toch wel een
beetje uit de boot viel, maar uw pleidooien voor zuinigheid, uw pleidooien
voor het lasten brengen naar de jaren waarin de lasten gedragen moeten worden,
was wellicht al een aanzet tot de herbezinning die u in de vette jaren voorzag
in de magere jaren waar we nu volop mee bezig zijn. U hebt uzelf aan het begin
van deze periode de kwalificatie onafhankelijk opgespeld en voor degenen die
wat thuis zijn in de wielrensport en dan met name al wat langer dan sinds
gisteren is die kwalificatie best wel sprekend. Er waren er maar weinig die
meteen van de status amateur het zich konden veroorloven om over te stappen
naar die van professional en ik vind dat achteraf eigenlijk erg aardig over
eenkomt de stap die u gezet hebt en de stap die die onafhankelijken vroeger
wilden zetten. Het was niet voor iedere onafhankelijke weggelegd. Nou voor
deze wel. Hij zet de stap naar het op professionele manier zich bezig gaan
houden met de taken waarvoor het gemeentebestuur staat en dat dan vanuit
de positie van de ambtenaar binnen onze eigen organisatie en ten behoeve
van de eigen gemeenschap. U hebt het vandaag een paar keer wel moeten ont
gelden. Ik denk dat u er zelf wel wat om vroeg. Ja, dat soort dingen moet
je natuurlijk niet aanreiken, al klinkt het natuurlijk wel hard dat u lag
te slapen en wakker werd, maar goed, misschien is dat ook een soort voorbe
reiding geweest op de nieuwe status, maar dan zou u de rotte appel worden in
deze mand met goede appels en dat zou ik toch niet graag willen hebben. Het
afscheid als lid van de gemeenteraad mijnheer Van Hoof ging altijd vergezeld
van een geschenk, een aandenken. U hebt eraan meegewerkt dat dat aandenken
ging veranderen, maar er was nog een kleine voorraad die overigens met het
afscheid wat wij van u nemen vandaag is opgegaan. Ook wat dat betreft sluiten
we een periode af. Ik wil graag als dank voor de inzet en de samenwerking u
het herinnerringsbord overhandigen en ik hoop dat het u nog jaren zal herinne
ren aan 12 jaar plezierig in deze raad functioneren ten behoeve van de
Oudenbossche gemeenschap.
De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, ik zal het proberen kort te houden.
Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. Ik heb 12 jaar deel
uitgemaakt van deze gemeenteraad en nu komt die periode tot zijn einde. De
reden is u allen bekend, ik hoef daar verder niet over uit te wijden. Terug
blikken op 12 jaar functioneren in deze gemeenteraad zal de mogelijkheid