-8-
willen voegen van zijn er nog meer delen van de kom van Oudenbosch die zich
lenen voor herinrichting, want dan denk ik dat we dat maar eens een keertje
onder de aandacht moeten brengen bij gemeentewerken, want dan steekt het
waarschijnlijk niet meer zo sterk af tegen de gemoderniseerde driepoot die
we dan hebben. Ten aanzien van de vraag van de heer Van Hoof die zou ik ook
graag mee willen nemen. Dat de mensen die belang hebben bij een dergelijk
werk goed op de hoogte zijn van wat er terzake komt spelen.
De heer DU PONT: Ja, het spitst zich eigenlijk toe op twee zaken: De markt
kooplieden en de uitvoering van het werk. Tën aanzien van eerstgenoemde kan
ik u zeggen dat wij overleg met de marktkooplieden hebben gevoerd en dat die
zaak tot volle tevredenheid, nemen wij aan, van beide partijen kan worden
opgelost. Er is hen een plan voorgelegd waarbij de opstelling van de markt
kramen is aangegeven, de mogelijkheden die er binnen het centrumerf nu zijn.
Zij hebben dat zelf ook nog bekeken, hebben nog wat suggesties gedaan en die
aanpassingen die zijn mogelijk zodat de markt naar de wens van de koop
lieden daar in het gebied gehandhaafd kan blijven. Ten aanzien van de aan
besteding van het werk, daarover hebben wij momenteel onderhandelingen met
de D.A.C.W. omdat vanwege de subsidie wij met de D.A.C.W. tot overeenstemming
moeten kunnen komen hoe het werk zal worden aanbesteed. Dat overleg is nog
niet afgerond. Wij hopen daar binnen niet al te lange tijd uit te zijn, maar
het is wel zo, in verband met de subsidie, dat de D.A.C.W. een belangrijke
stem heeft in de manier van aanbesteding van het werk, maar daar hebben wij
de suggesties die u heeft aangedragen ook al aangedragen en we zullen pro
beren het op die manier voor elkaar te krijgen.
De VOORZITTER: Wethouder, ik denk dat het toch een aanvulling vraagt. Er is
vanmorgen een brief binnengekomen - neen, die kunt u nog niet kennen - van de
marktkommissiede plaatselijke marktkommissie en daaruit blijkt dat er in
ieder geval in die kring toch nog wel een aantal bezwaren bestaan. Ik denk
dat het het verstandigste is wat we op dit moment daarover kunnen zeggen is
dat we ons op die zaak beraden en dat we - is dat mogelijk wethouder - in
de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening daar nog eens op terug
komen. Kunt u zich daarmee verenigen
De heer VAN HOEK: Ik wil toch wel graag hebben, mijnheer de voorzitter, dat
de marktkooplieden alsnog in de gelegenheid worden gesteld om nader ge
hoord te worden, want zij hikken nogal zwaar aan tegen het aaneengesloten zijn.
Ik heb dat ook in de algemene beschouwingen al gezegd, maar het schijnt ook
een voorwaarde te zijn om de markt toch goed te laten draaien en niet dat
men hier en daar zomaar wat kramen wegzet. Er is ook bijvoorbeeld ingetekend
en daar komen de kramen op bijvoorbeeld twee meter breed, maar als ze aan
het bouwen zijn dan komen ze wel op drieëneenhalve meter. Dus er is gewoon
te weinig rekening gehouden met de maten.
De VOORZITTER: Maar er is overleg geweest, u hoort dat van de wethouder. Mag
ik toch aan u voorstellen om deze brief, die dan uit een andere kring uit
dezelfde hoek komt, om die dan in de commissie openbare werken bespreekbaar
te maken Akkoord
De heer VAN DER GRAAF: Ja, voorzitter, ten aanzien van die marktkooplieden
ga ik er van uit dat ik dan toch op dit moment eigenlijk wel iets meer wil
weten van hoe dat nou komt dat er twee kringen zijn en op welke manier is
er of met welke mensen is er dan onderhandeld en welke functie in het totale
marktkoopliedenwezen heeft die marktkommissie Daar ben ik toch wel nieuws
gierig naar. Dat wil ik toch wel graag weten. Voor het overige kan ik ermee
akkoord gaan dat het dus terug zou komen in de commissie openbare werken en dan
vervolgens wilde ik ook even iets laten horen over die vraag van verschillende
kanten over dat inschakelen van de plaatselijke ondernemingen, voor wat betreft
de aanleg en zo. Ja, ik heb daar toch wat kanttekeningen bij bij dit soort
opmerkingen. Op de eerste plaats zijn mensen in Roosendaal, om zo maar een
stad te noemen, ook erg gebaat bij werk. We moeten denk ik niet te erg denken
op dit punt, maar er zit ook een effect in wanneer je als raad, als besluit
vormend orgaan daar heel nadrukkelijk je op gaat instellen een effect in van
een monopolisering en monopolisering leidt maar zelden tot prijsverlagingen.