-23- over deze verandering van het instructiebad is inderdaad al lange tijd gaande. Die is gevoerd in de sportraad, in de commissie beheer instructiebad, die de laatste tijd wat minder aan bod is gekomen bij dit voorstel, maar goed, hij wordt opgeheven dus dat is verder niet terzake. Wat wel een belangrijk element is in ieder geval wel voor mijik heb daar bij de laatste begrotingsbehandeling gewag van gemaakt, dat wanneer in de loop van dit jaar zodanige investeringen aan de orde zouden komen die in welke vorm dan ook lastenverzwaring voor de burgers zouden betekenen dan zou u mij wat dat betreft op uw weg vinden. Er wordt nu weliswaar via het fonds grote werken structurele lastenverzwaring voorkomen, maar er wordt tegelijkertijd wanneer we kiezen voor mogelijkheid 3 toch voor gesteld om de tarieven te verhogen. Ja, mijnheer de voorzitter, in welke vorm dat je het ook giet, ik vind dit een lastenverzwaring voor de burgers. Weliswaar met 10% of 40%, maar het betekent een lastenverzwaring. Onze burgers zijn ge wend aan een bepaald uitgavenpatroon waarin de kosten voor het gebruik maken van het instructiebad deel uitmaken en hoe je het ook wendt of keert tariefs verhoging betekent lastenverzwaring. Aan de andere kant mijnheer de voorzitter wanneer er in de sportraad zo'n mate van eensgezindheid is over dit voorstel ja, wat wil je dan of wat durf je dan eigenlijk nog als raadslid daartegen in te brengen. Het zou een bepaalde vorm van heiligschennis zijn om tegen dit voorstel te zijn. Toch, ja u weet mijnheer de voorzitter, ik ben principieel op bepaalde punten en consequent. Ik vind dat nogmaals een uitspraak gedaan hebbende daar niet zomaar zonder meer overheen gegaan kan worden. Daarbij be denkende en dat mag misschien toch ook wel eens gezegd worden dat de uitbreiding van het instructiebad eigenlijk toch een soort stokpaardje geweest is van de sportraad en dan misschien toch voor het merendeel nog van de niet-raadsleden. Dat is op zich niet erg, dat mag mijnheer de voorzitter, maar ik vraag me af of te allen tijde met het financiële aspect in die mate rekening gehouden is als dat eigenlijk verwacht zou mogen worden. Daarbij lezende de brief van de gemeente Hoeven, ik heb daar in het verleden als dit punt aan de orde was mijnheer de voorzitter, steeds naar verwezen dat we in een zeer nabije omgeving een geweldige goede accommodatie en er wordt gezegd er moet worden voorkomen dat onze burgers verre reizen moeten maken. Nou ja, Hoeven is niet ver, binnen enkele minuten zijn we er en op de fiets of bijna te voet is het nog een haalbare zaak. Dat argument is voor mij niet zo van belang. Voor mij is van belang het financiële aspect en ik denk of ik ben de mening toegedaan dat zoals het nu bestaat en functioneert al die tijd, het goed heeft gefunctioneerd. De kinderen hebben toch, de vele duizenden die er instructie gekregen hebben, weliswaar hebben ze elders examen moeten doen, maar ik geloof ook niet dat dat tot onoverkomen- lijke problemen heeft geleid. Ik denk dat dat in het verleden steeds op een geweldige goede wijze is opgelost. Kijk je kunt alles prettiger willen en beter willen en leuker willen, maar alles heeft wat dat betreft zijn prijs en ik vraag me af of dat de prijs die op dit moment daarvoor gevraagd wordt dat het dat wel waard is. Ik ben vooralsnog voor voorstel 2, dat is vervanging van de tech nische installatie op dit moment. De heer DEN BRABER: Mijnheer de voorzitter, ik zou de laatste willen zijn om mijnheer Van Hoof van heiligschennis te betichten wanneer hij het niet eens is met de sportraad, want ik weet van nabij dat er wel meer raadsleden zijn die nogal zwaar moeite hebben met het voorstel wat hier ligt. Duidelijk is wel voor mijn fractie dat de keuze ligt tussen 1 en 3: Sluiten of verbeteren en uitbreiden, want nummer 2, verbeteren van alleen de installatie in de bestaande bouw dat vinden wij gewoon zonde van het geld, want je hebt dan wel een prima installatie maar ook een slecht zwembad. Keuze 3 betekent als wij het effect van het fonds grote werken buiten beschouwing laten, maar meenemen de mutaties in de onderhoudskosten en energiekosten dat wij de lasten van het zwembad met een ton per jaar zien stijgen. Dat is veel geld voorzitter, in een tijd van bezuinigingen en waarin wij op dat punt nog niet verder zijn gekomen dan het voornemen om een commissie te benoemen. Dan is 100.000,nogal wat op jaar basis. Door een half miljoen uit het fonds grote werken te halen, of bijna een half miljoen en de al aangewezen ruimte in het investeringsprogramma te be nutten brengen wij de druk op de algemene dienst terug tot wat meer aanvaard bare proporties in de orde van 12.000,die, dat wil ik dan toch nog wel opmerken, naar mijn mening niet uit het fiscaal egalisatiefonds geput moeten

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 84