-15- wij in B. en W. de overwegingen die u op tafel legde zouden overwegen en dat u aan de hand van de toepassing van de verordening zou vaststellen of Ben W. uw opvatting was gaan delen of niet. Toen kwam er een paar maanden geleden weer zo'n besluit in de raad en toen constateerde u hé, kennelijk niet van gedachten veranderd en toen hebben we gezegd we maken een nota waarin we de zaak bespreekbaar maken in de raad. Daar komt nog bij het apparaat is druk bezet met allerlei uit voerende zaken. Er zijn toch wel wat zaken die én vanuit de raad én vanuit B. en W. op tafel komen, dus het is vaak niet zo eenvoudig omdat met alle werkzaam heden die er verder gedaan moeten worden te combineren. U zegt, mijnheer Van der Graaf, er is een ontwikkeling, en dan haalt u Amersfoort aan, maar ik neem aan dat u het op dezelfde wijze uit krantenberichten hebt met betrekking tot Amersfoort, op dezelfde wijze als ik het heb, dan weten we in dat geval dathet Amersfoort in de verste verte niet gaat om het instituut gemeentegarantie, maar dat het gaat om actie te voeren tegen het rijksbeleid met betrekking tot het laten vervallen van premies bij verkoop van een woning. Het gemeentebestuur van Amersfoort dat heeft ook heel nadrukkelijk uitgesproken dat het niet om die gemeentegarantie gaat maar dat zij de minister onder druk willen zetten om op zijn schreden en op die van zijn voorgangers, want het is een systeem wat al lang bestaat, terug te keren. De uitbreiding zoals u het aangeeft die het college aan de verordening heeft gegeven, aan het delegatiebesluit heeft gegeven, en die u later aangeeft als een vrijmoedige benadering, die vindt zijn oorzaak in het volgende. Als de aanvrager het rekensommetje thuis had gemaakt, zelf had gemaakt en had gezegd ik wil tot dat bedrag een gemeentegarantie vragen dan zouden we de gemeentegarantie wel hebben gegeven. Die vraagt hij op een andere wijze en nou aanvankelijk hebben we dat afgewezen, enfin het verhaal staat hier in. Later hebben we gezegd laten we dan de man aanreiken wat hij ook had kunnen vragen en de mogelijkheid bieden mits die last niet boven die 23% uitkomt aanvaardbaar achten. In de opbouw van de argumentatie komt inderdaad het woord doorstroming aan de orde, bij de andere fracties heb ik het geloof in doorstroming wel kunnen ervaren. Ik moet u overigens zeggen dat het als argument is ontleend aan de ministeriële toelichting op die garantieregeling en vandaar uit hier naar voren is gebracht. Als u zegt ja, mensen die een huis kopen en waarvan u dan zegt als college van B. en W. we hopen dat die dan, nee, en die best eens een huis vrij maken voor iemand die dat zelf niet kan en voor wie de overheid voor een woning moet zorgen, waarom bouw je die woning dan niet meteen. Ik denk dat op die manier de discussie vereenvoudigen toch geen recht doet aan het feit dat mensen zich in de loop van hun leven ontwikkelen en dat sommigen op een goed moment in de situatie komen dat ze hun verantwoordelijkheid zelf kunnen gaan dragen of om een andere reden zeggen ik wil zelf mijn eigen woning bewonen en die dat dan ook doen en in een eerdere instantie zijn zij dan degenen geweest die ook aange wezen waren op een uitvoering van een overheidstaak. U zegt dan ja, eigen woning- bezit daar zijn we wel voorstander van,maar dan moet het wel eigen zijn. Ik denk nee, naar het gevoelen van het college, laat ik het zo zeggen, doet dat weinig recht aan het feit dat mensen zelf de besteding van hun inkomen willen bepalen en dat er toch alle reden is, nee, laat ik het omdraaien, dat er eigenlijk toch geen reden is om mensen daarvan af te houden als dat binnen redelijke marges is en die redelijke marges die mag je aannemen als het toch waarlijk niet filantropisch ingestelde bankwezen bereid is om op een goed moment gelden te fourneren. U be sluit voordat u met het voorstel komt mijnheer Van der Graaf, met te constateren dat er op het moment zoveel onzekerheden zijn rond werkkringen, rond inkomens, maar moet je nou omdat er onzekerheden zijn de mensen beletten om een eigen verantwoordelijkheid vorm te geven. Ik kan me niet voorstellen dat dat nou het antwoord moet zijn op onzekerheden die er in een economische neergang moet staan. Het voorstel is duidelijk. Ik zal, als we de tweede instantie achter de rug hebben, u daarover vragen of het in stemming gebracht moet worden danwel of we op een andere wijze daarover besluiten. Met betrekking tot de opmerking van mevrouw Kniep. Ja, haar overweging met betrekking tot het meer besteden dan 23% dan moet dat zonder meer mogelijk zijn. Zo'n vrije benadering hebben wij er in het college niet op na gehouden. Het gaat om het stellen van garanties van gemeentewege en als een onzinnig bedrag besteed zou worden denk ik dat je dat op zichzelf aan mensen over moet laten, maar dan moet je als gemeente niet zeggen van wij willen daar nog borg voor staan. Ja, dan zegt mevrouw Kniep en ook anderen, als

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 76