-7-
van dit jaar vinden dat in de begroting 1983 toch een andere koers gevolgd moet
worden, nou dan is het een kleinigheid om dat bedrag conform dat maximum wat
de minister voorstelt vast te stellen en de verordening zal snel genoeg gewijzigd
zijn. Als er raadsleden zijn die op eigen kosten moeten verzuimen dan denk ik
dat de heer Van der Graaf gelijk heeft, dan is het bedrag hard nodig en ik denk
dat de meeste C.A.O. 's en rechtspositieregelingen er wel ruimte voor kennen,
zij het in beperkte zin. Dat neemt niet weg dat het best kan voorkomen dat iemand
toch daar voor moet verletten ten koste van zijn eigen portemonnaieDat is
een overweging die de raad zal moeten meenemen bij de beoordeling van het vraagstuk.
De terugwerkende kracht dat ben ik op zich met de heer Van der Graaf eens, dat
is een slechte methode om te werken. Goed besturen doe je naar de toekomst en
doe je niet naar achteren, maar in de commissie is door uzelf de vraag geopperd
hoe steekt u dat nou in het vat, want er waren aanspraken voor 1981 voor alle
raadsleden en ja, er is weliswaar geen geld, dus als er een raadslid vraagt
om het uit te betalen, dan zal B. en W. zeggen van nou daar hebben we geen geld
voor, daar krijgen we dan waarschijnlijk reuze interessante procedures over,
maar u kwam toen met de suggestie van zou het dan niet correcter zijn om al
die raadsleden te benaderen met een afstandsverklaring. Die opmerking mede heeft
ten grondslag gelegen aan de conclusie die er nu uitgekomen is, dat je hetzelfde
effect kunt bereiken met de terugwerkende kracht, zij het en dat wil ik er wel
graag bijzeggen, dat dat natuurlijk uitsluitend kan werken als hier vanavond
een unaniem besluit zou vallen. Ik had moet ik u in alle eerlijkheid zeggen,
uit uw eigen suggestie van die afstandsverklaring begrepen dat die mogelijkheid
niet helemaal was uitgesloten. Uw opmerking over de tijdsbesteding en de hono
rering die daar tegenover staat die laat ik graag voor rekening van de heer
Van der Graaf zonder daar overigens afstand van te willen nemen, want ik ben
het er op zich graag mee eens. Met betrekking tot de voorbeeldfunctie, dat lijkt
een handige manier om de bal terug te spelen, maar het is toch wat minder aardig
dan het zo op het eerste moment overkomt. U hebt de bevoegdheid als raad om
binnen de grenzen van 80% en 100% de vergoeding vast te stellen. Mijn salaris
wordt vastgesteld door de minister en dat van de wethouders door gedeputeerde
staten. Dus ik denk dat uw beroep op de leden van het college van B. en W.
niet tot resultaten kan leiden. Met betrekking tot de opmerking van de heer
Rennings, voor een stuk heb ik die al wel meegenomen. Ik denk dat de wijze waarop hij
de besluiten van 1981 of eigenlijk van najaar 1980 aangeeft heel erg juist is.
Informeel hebben we het besluit eigenlijk al lang genomen, formeel alleen niet.
Misschien dat dat voor de twijfelaars of misschien zelfs de tegenstanders een
duwtje in de rug kan zijn dat misschien toch tot unanimiteit leidt. De opmerking
van de heer Wijnen heb ik daarmee ook beantwoord.
De heer VAN DER GRAAF: Ja, voorzitter, zo wordt het toch nog aardig. Op de eerste
plaats voor wat betreft, de heer Rennings heeft er ook over gesproken, de moge
lijkheden die de raad heeft om binnen de grenzen die aangegeven zijn dat tot
20% beneden het maximum dat de raad daarin vrij is, daarover wordt verschillend
gedacht. Of eigenlijk moet ik zeggen er wordt eensluidend over gedacht door
de wetgever. Als ik de toelichting neem bij het uitvoeringsvoorschrift voor wat
betreft dus artikel 64 i tot en met h, wat daar over gaat bij de gemeentewet,
dan staat daar: "In het overleg met de Tweede Kamer over het wetsontwerp is
evenwel gekozen voor een percentage van 20. Het spreekt vanzelf dat de hier
gegeven bevoegdheid geen aanleiding mag zijn om eventuele financiële problemen
van de gemeente af te wentelen op de raadsleden met name niet als dat be
lemmeringen voor het vervullen van het raadslidmaatschap tot gevolg zou hebben.
Nu in de wet gekozen is voor een beloningssysteem dat niet is afgestemd op de
financiële positie van het individuele raadslid mag de toepassing van de hier
gegeven bevoegdheid daartoe dan ook niet leiden. Gebruikmaking van deze bevoegdheid
zal dan ook voldoende moeten worden gemotiveerd."Ik denk dat daar vrij duidelijk
uit blijkt dat de bevoegdheid om die 20% omlaag te gaan bepaald niet met deze mo
tieven voldoende gemotiveerd zal zijn in het oog van de wetgever. Het is daar
dan ook bepaald de bedoeling niet van geweest. Er is wel een andere bedoeling
van de wetgever en dat zou een veel elegantere oplossing geweest zijn en ik
heb die oplossing ook al eens een keer genoemd en dat is waarom gebruiken we
niet die 20% als mogelijkheid tot het betalen van presentiegelden voor raadsleden
in commissies en wanneer je dan uitgaat van de commissie die het meest vergaderd