- 5- woorden dat een raadslid het initiatiefvoorstel had moeten indienen. Een andere mogelijkheid was geweest en dan denk ik in dit geval omdat er een zekere voor bereiding gepleegd is, had geweest wanneer u een nota in plaats van een voorstel had ingediend en in die nota de mogelijkheden had opgesomd en vervolgens de raad had uitgenodigd om dienaangaande besluiten te nemen. Dat is een schoonheids- fout die ik signaleer. Een andere schoonheidsfout is, en in mijn ogen ook weer een onkiesheid, dat de raad een besluit neemt aan het einde van een raadsperiode waarmee een nieuwe raad die deels van een andere samenstelling zal zijn, ofwel moet leren leven ofwel dat voorstel moet terugdraaien en weer naar de oude regeling toegaan. Ik denk dat dat met name nu zo kort voordat er een nieuwe raad aantreedt niet had mogen gebeuren. Het is denk ik ook een onkiesheid tegen over raadsleden en ik heb er geen flauw vermoeden van of dat die er op dit moment zijn of dat die in de volgende raad zullen aantreden die wellicht in een zodanige situatie verkeren dat zij op eigen kosten een aantal keren moeten verzuimen en dan weten we dat er van een toch al hele schrale vergoeding bijzonder weinig overblijft. Er is door een aantal raadsleden in de voorbespreking die we gehad hebben zijn er een aantal kreten geuit hierover, onder meer over een voorbeeldfunctie. Ik denk dat juist als we praten over voorbeeldfuncties dat dit een uiterst loze kreet is. Wie in 's hemelsnaam zou een voorbeeld moeten nemen ëèh wellicht verki ezingsgebaarmaar in elk geval eeh gebaat wat op zich natuurlijk heel weinig betekent. Anders dan denk ik de eerstaangewezenen om hieraan een voorbeeld te nemen, dat zijn de leden van het college van burgemees ter en wethoudersDat heb ik overigens in eerste instantie toen wij spraken over of toen er voorstellen werden ingediend om de raadsvergoeding vast te stellen op het bedrag van 1 januari 1980 als ik het me goed herinner, toen heb ik datzelfde gezegd. Als wij voorbeelden willen geven, beginnen we dan niet aan de kant waar het zo verschrikkelijk weinig zin heeft, waar het zo heel weinig voorbeeldfunctie heeft en wellicht inderdaad de verkiezingen dient. Ik denk dat ik ook mede namens mijn fractiegenoten spreek als ik zeg wij willen dit voorstel best heroverwegen als het college meedoet. Ik was nog een onkiesheid vergeten en dat is de onkiesheid dat u voorstelt om een verordening die uitgaat van het vergoeden van bepaalde werkzaamheden met terugwerkende kracht wilt verlagen wetende dat dat besluit, dat oorspronkelijke besluit niet unaniem genomen was. Ik denk dat dat een heel belangrijk punt is. Dat besluit is destijd niet unaniem genomen. Er worden nu, en ik denk overigens dat dat aanvechtbaar is, onzorgvuldigheid van bestuur, om het met een ander woord aan te duiden, dat u dat niet kunt maken. Ik denk dat een deel van de raad het niet kan maken om het andere deel van de raad met terugwerkende kracht een stukje vergoeding te ontnemen. Mijnheer de voorzitter, dan nog een enkel woord over de vergoeding zelf. Het is in de commissievergadering ook wel eens gezegd, maar daar wordt doorgaans heel weinig aandacht aan geschonken, daarom zal ik het toch nog maar een keer zeggen. Raadsleden, in ieder geval een aantal daarvan, besteden verrekte veel tijd aan dit werk en als je bekijkt hoeveel tijd je eraan besteedt misschien ook weer sommige, dan moet ik constateren dat een metselaar op de steiger dat die twee of driemaal zoveel per uur verdient. Ik denk dat het ook in dat opzicht een uiterst vreemde zaak is wanneer je je eigen werkzaamheden op deze manier in feite een diskwalificatie geeft door te zeggen van het is dat geld niet waard. Nou ik denk dat het dat geld wel degelijk waard is al moet ik erbij zeggen misschien voor sommige niet. U begrijpt mijnheer de voorzitter, dat mijn fractie dit voorstel geen goedkeuring zal geven. Het lijkt me een voorstel dat als u het nog een keer wilt indienen, dat het dan zou moeten gebeuren in de vorm zoals ik het gezegd heb en dan in september. De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, de zaak is eigenlijk een gevolg van een initia tiefvoorstel uit deze raad gedaan bij de begrotingsbehandeling 1981. Het initia tiefvoorstel dat is inderdaad niet unaniem genomen, want de Partij van de Arbeid was tegen, maar het initiatiefvoorstel is bij de begrotingsbehandeling 1982 opnieuw gedaan. Toen is er gezegd laten we er in de commissie algemene en bestuur lijke zaken over spreken. Dus ik denk dat je niet het college kunt verwijten dat ze nu met een dergelijk voorstel komt, want ik denk dat ze dat in opdracht van de raad gedaan heeft. In de genoemde nota, de mogelijkheden die er zijn zijn in de commissie algemene en bestuurlijke zaken aan de orde geweest. Ik maak toch wel bezwaar tegen het feit dat het een verkiezingsgebaar zou zijn.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 66