-in
gegrepen en dat laatste wat ik nu zeg houdt dus in dat ik in wezen een
pleidooi voer voor het niet in andere instellingen onderbrengen of
pogen te brengen dus dat algemeen maatschappelijk werk, omdat deze werk
soort echt toegespitst is op dit werk en daar uitermate goed voor toege
rust is, maar het houdt ook in dat ik de kanttekening wil laten horen dat
voor de zoveelste keer de gemeenten worden opgezadeld met de vraag om
subsidiëring waar de rijksoverheid laat afweten, want normaliter zou je moeten
zeggen dat het net eender als het algemeen maatschappelijk werk even terug
kijkende dus naar het feit dus dat de rijksbijdrageregeling maatschappelijke
dienstverlening nog geen feit was, maar dat dus die zaken toegespeeld worden
naar de gemeente omdat de rijksoverheid het laat afweten, maar er staat
nooit geld tegenover. Het betekent allemaal extra taken en je moet dat als
gemeente aankunnen. Concluderend denk ik dat we er nauwelijks onderuit kunnen
willen we niet een hele goede werksoort in de kiem smoren. Met andere woorden
wij zijn er voor. Dan wou ik nog een opmerking maken, maar dan moet ik even
piekeren wat dat ook al weer was. Al pratende raak je wel eens een keer de
draad kwijt. Oh, ja die verdeelsleutel. Ik heb gemerkt dat nu de verdeelsleutel
naar mijn mening terecht is gekozen, dat is het inwonertal. Ik heb niettemin
een ambtelijk advies gelezen dat daar werd aanbevolen om er van uit te gaan om
dat de gemeente Oudenbosch op dit moment maar heel weinig van deze zorgge-
vallen biedt en dat het daarom verstandiger was om een andere verdeelsleutel
te verlangen naar rato van het aantal uren. Het is een ambtelijk advies en
we gaan een andere weg in met dit voorstel, maar ik wil het even melden omdat
het in tegenstelling is tot onze eerste visie op dit gebeuren maar dan ten
aanzien van een andere maatschappelijk werker bij Mark en Weerijs, waar we
juist gezegd hebben van hé, wij moeten de gebruikelijke verdeelsleutel hante
ren. In dat opzicht wil ik het u toch even melden.
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, we hebben de ervaring opgedaan
binnen onze fractie dat deze hulpverlening heel goed werkt. Dat die bijzonder
goed functioneert in gevallen die ons ter ore zijn gekomen en dat er heel
belangrijk werk is gebeurd door de betreffende adviseur. Wij zouden er dan ook
voor willen zijn om dit kwartaal in ieder geval de subsidie veilig te stellen.
Wat we volgend jaar gaan doen kunnen we dan alsnog overwegen.
De heer BROUWERS: Mijnheer de voorzitter, ik weet niet of ik iedereen zo op
de beurt antwoord zal geven, want er lopen een aantal zaken door elkaar heen.
Ik denk dat ik ook erg kort kan zijn, want eigenlijk heeft de heer Van der
Graaf in tweede instantie mij het gras voor de voeten weggemaaid. Mevrouw
Kniep heeft zich afgevraagd van ja kunnen wij dit nou of is het noodzakelijk.
Als het rijk zich niet verplicht gevoeld om te subsidiëren waarom wij dan wel.
Dat is een gevolg van het principe van decentralisatie. De decentralisatie
is erop gericht om de diensten en de taken daar te brengen waar men ze het
best kan beoordelen. Nou wanneer je tot op heden geen subsidie hebt gekregen
voor één bepaalde dienst wordt dat door het rijk ook in de toekomst niet
gegeven. Bekende slogan: Budgettair neutraal. Derhalve zit de gemeente op
geschept inderdaad met de"consequenties. Wij hebben gemeend en wij menen dat het
toch een erg belangrijk stukje werk is dat is met name door de heer Van der
Graaf aangeduid. Het is eigenlijk een stukje preventie op te verwachten moei
lijkheden en dan vooral gericht op de jongste groep, de twaalf-en dertien
jarigen en daar net boven. Dat blijkt ook uit de rijksbijdrageregeling. De
toelichting, daarin wordt zeer exact aangegeven wat de doelgroepen zijn, wat
de functies zijn enfin die hebt u bij de stukken ter inzage gekregen. Niet de
rijksbijdrageregeling, maar de toelichting van het bureau zelf was een kopie
denk ik van de rijksbijdrageregeling. Daar heeft u die zaken dus in kunnen
lezen. Nou op grond daarvan hebben wij gezegd is het een zeer belangrijke zaak
toch wel. Overigens is ook door de heer Wijnen aangereikt dat we de ervaring
hebben opgedaan dat wel de hoeveelheid, het aantal gevallen niet enorm groot
is, maar het dan toch vrij kwetsbare zaken zijn, het een uitstekend stukje
werk is dat daar gedaan wordt. Er zijn geen overlappingen met het algemeen
maatschappelijk werk ook dat heeft de heer Van der Graaf al aangeduid en dat
is in antwoord op de heer Kop Jansen. Nog belangrijker is waarschijnlijk dat
in de praktijk het gespecialiseerde krachten zijn en die vindt je typisch
alleen maar bij onder andere die stichtingen die belast zijn met de voogdij enz.