-27"
dat het inderdaad meer geluk dan wijsheid was, maar ik zou toch ook heel sterk
willen aandringen op pogingen althans vanuit het college om in soortgelijke
gevallen alle partijen zover te krijgen dat er tot onderhandse verkoop over
gegaan wordt.
De VOORZITTER: Ik moet u in alle eerlijkheid zeggen dat ik het niet weet. Nou
is het wel zo dat met de betreffende hypotheekverstrekker veel contacten zijn
en ik denk in het verleden ook al contacten zijn geweest bij jammerlijk fout-
gelopen zaken. Over het algemeen is het zo, u hebt de hele voorgeschiedenis
hierbij kunnen vinden, dat alles wat er bij aan de orde is ook ter beschikking
wordt gesteld. Het zou best inderdaad kunnen zijn dat vanwege de geringe af
wijking de bank gezegd heeft laten we maar het risico aanvaarden. We hebben
het al eens vaker gedaan. Het kleine bedrag wat er nu tussen zit dat nemen we
dan maar voor lief. Ik zou het moeten nagaan, ik weet het niet. Het is wel zo
dat wij er in zijn algemeenheid als ons de vraag wordt voorgelegd nadat we daar
al eens een keer met elkaar over van gedachten gewisseld hebben, ernaar streven
om het via een onderhandse verkoop te doen, maar dan onder de mits dat het
ministerie tevoren verklaart dat ze zich niet zullen beroepen op de noodzaak
van een openbare verkoop. Dus in de lijn ligt het zeker om dat iedere keer wel
te doen.
De heer VAN DER GRAAF: Ik denk dat daar een knelpunt ligt en niet zozeer alleen
bij het ministerie maar ook bij de gemeente, want - en zelfs bij de bank na
tuurlijk in zo'n geval - ik denk dat de gemeente helemaal niet gehouden is
en gehouden was in het onderhavige geval omdat de gemeente dus geen toestemming
heeft verleend tot die onderhandse verkoop, dus helemaal niet gehouden is
aan de garantiebepaling om daar gevolg aan te geven. Dat is ergens een knelpunt
ook voor de bank. Vandaar dat het goede samenspel zo hard nodig is, want wat
gebeurt er in dit geval Niets meer of minder dan dat een eigenaar een woning
verkoopt en blijkt niet volledig aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen ten
opzichte van de bank, maar dat is iets heel anders dan wat er uit de garantie
als verplichting voor de gemeente voortvloeit.
De VOORZITTER: Ja, ik realiseer me dat u mij in reuze-moeilijkheden brengt. Ik
kan u niet beantwoorden. Ik denk dat het verstandig is dat we ofwel de zaak
volgende keer aan de orde stellen danwel dat u zegt we nemen het besluit onder
de mits dat wordt nagegaan of we het wel verschuldigd zijn, want als we het
niet verschuldigd zijn moeten we het er ook niet naar toe brengen.
De heer VAN DER GRAAF: Dat vind ik nou juist heel griezelig, want als we dat
doen dan kunnen we de bank volgende keer niet meer meekrijgen om onderhands te
verkopen. Dat is zonder meer een feit. De bank weet namelijk dat bij een exe
cutaire verkoop dat er geen problemen rijzen in financieel opzicht. Ik denk dat
datdat we daarom
De VOORZITTER: Dat is waar, maar tot nog toe hebben wij steeds het initiatief
tot onderhandse verkoop genomen, hebben wij de gedachte aangedragen probeer dat.
In een aantal gevallen heeft het er zelfs toe geleid dat men helemaal geen
beroep meer heeft hoeven doen op de garantie.
De heer VAN DER GRAAF: Maar in het geval dus zoals het nu gelopen is kan de ge
meenteraad zeggen wij voteren dat krediet niet, want wij zijn het niet ver
schuldigd, maar het is de vraag of dat een wijs besluit zou zijn om de dood
eenvoudige reden dat we dan wellicht de banken huiverig maken voor een onder
handse verkoop omdat bij een executaire verkoop de bank niet of geen problemen
heeft, want dan komt het bedrag altijd op tafel. Vandaar dus dat ik op zich
geen moeite heb met het voorstel, maar aandring op zorgen voor een volstrekte
wilsovereenstemming tussen gemeente, bank en woningeigenaar om te vermijden dat
we daardoor ook in de problemen komen.
De VOORZITTER: Kunt u zich met het voorstel van de heer Van der Graaf verenigen?
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
13. Voorstel tot aankoop van grond ten behoeve van de aanleg van een bergings
vijver in het bestemmingsplan "Albano"/20e wijziging gemeentebegroting 19&2
en 3e wijziging begroting Grondbedrijf 19&2.
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, ik heb toch nogal wel wat vragen