-25- hebben we gepoogd om dat bedrag te onderbouwen met gegevens van de school besturen. We zouden het bedrag voor onderhoud zeker wel op een andere manier vast kunnen stellen. Het zal alleen veel tijd kosten, veel werk kosten. We hebben bij het bedrag per leerling steeds meegenomen het advies van de inspecteur, in vroegere jaren steeds zelfs voor 100^ gevolgd en daarin zat dus dat normbedrag wat het rijk aanhoudt. De heer Van der Graaf zegt ja als die reserves belachelijk hoog zijn dan zou het kunnen zijn dat er te weinig geld aan het onderwijs is besteed. Ik denk dat we dan op een verkeerde stoel gaan zitten. Op de kwaliteit van het onderwijs ziet de inspecteur toe. Die zal wel marges hebben en binnen die marges is het bijzonder onderwijs zelf bevoegd om tot invulling te komen dus ik denk dat die relatie niet helemaal gelegd moet worden. Met betrekking tot de opmerking van de heer Rennings waar hij spreekt over de kwaliteit, ja, daar wil ik hem graag volgen. Ik heb in eerste instantie duidelijk verstaan dat de heer Rennings zei op onderwijs mag je niet bezuinigen en wat dat betreft zijn we het met elkaar eens dat via creatieve oplossingen gepoogd moet worden om met bezuinigingen toch de kwaliteit in takt te laten. De argumenten zoals van de kant van de schoolbesturen zijn aangevoerd om tot het bedrag van ^65,te komen daar zou je op zich best wel in kunnen gaan. Alleen als een van die opmerkingen is dat een bezuiniging zoals thans voorgesteld zal betekenen dat ook op onderwijs-kwaliteitbepalende zaken moet worden ingeleverd en dit wordt door alle betrokkenen afgewezen dan blijkt daar naar de overtuiging van het college uit dat er toch wordt voortgedacht in de lijn zoals we dat tot nu toe deden en nog niet in de zin van we moeten kritisch nagaan of we niet op een andere wijze dezelfde kwaliteit kunnen leveren. De vraag van het groot onderhoud dat heb ik bij de heer Van der Graaf al beantwoord. Ja, de heer Van Hoek die zegt van we moeten er voorzichtig mee zijn. Dat ontkent niemand, maar wij willen wel zeggen niet te voorzichtig, want we moeten wel met elkaar onze verantwoordelijkheden blijven waarmaken. Het voorstel van de heer Van Hoof daar kom ik direct nog op terug. Ja, de heer Wijnen die wil toch vanuit de aanname dat die historie goed was verder gaan. Dat is een methode, dat is niet te ontkennen, alleen wij dachten dat juist de raad had uitgesproken dat er een verandering zou moeten komen en die hebben wij willen vertalen en als de heer Wijnen dan zegt van nou als je over normen beschikt breng die dan ter kennis daar kunnen ze misschien hun voordeel mee doen, ja, ik denk dat dat de zaak omdraaien is. Wij hebben de verantwoordelijkheid die we geleidelijk aan gaan dragen met het realiseren van openbaar onderwijs, op die manier ons zelf willen vertalen. We hebben de doelstelling gekozen om op die manier normen te maken voor het openbaar onderwijs en straks zullen die normen vanzelf op grond van de wet gaan gelden voor de andere scholen. Er verzet zich niets tegen om ze ter kennis te brengen. Alleen ik denk dat ze ze best kennen dus dat zal het punt niet zijn. Dan kom ik terug op het voorstel van de heer Van Hoof. Die zegt het voorstel van het college te willen amenderen met het aan de hand van meerdere cijfers die inzicht geven in de extra noden van het bijzonder onderwijs in de bezuinigingscommissie waarover wij volgende maand in het college of nee, in de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken spreken om op die manier dan de juistheid vast te stellen. Het college wil die suggestie eigenlijk best wel overnemen en dat tot onderdeel maken van het voorstel van het college, al realiseren wij ons dat er twee verder strekkender voorstellen zijn. Allereerst het voorstel van de heer Wijnen, het voorstel om het bedrag te brengen op 465?en in de tweede plaats het voorstel van de heer Rennings om het bedrag te brengen op A-57»Mag ik u voorstellen tot besluitvorming te komen en mag ik aan de heer Wijnen vragen of hij zijn voorstel in stemming gebracht wil zien. Ja Dus aan de orde is het voorstel ^t-65»inclusief administratiekosten 36,15» De stemming heeft tot resultaat: Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Van Hoek, De Haas, Kok, Van Elzakker en Wijnen. Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Kop Jansen, Kniep-KÖhnkeVan der Graaf, Den Braber, Van Hoof, Brouwers, Du Pont, Mol en Rennings. Genoemd voorstel is derhalve met 5 stemmen voor en 9 stemmen tegen verworpen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 50