-23-
dus het papier wat niet meer gebruikt is in kladpapier wordt omgezet. Nou
dan is de cirkel weer rond. Toen we de grote strijd voor het bijzonder onder
wijs hadden en het bijzonder onderwijs nog voor de eigen financiering moest
zorgen, toen werden dit soort oplossingen gezocht en gevonden. De relatie
naar het sociaal-cultureel werk heb ik niet gelegd om ze qua prioriteit ge
lijk te stellen. Ik ben het met de voorzitter eens dat wij de middelen be
steden en de zorg die we ervoor hebben om het in stand te houden dat ze wel
diezelfde prioriteit moeten hebben, maar in de afweging wat is meer of
minder die relatie heb ik niet gelegd. Ik heb de vergelijking gemaakt als
je in het sociaal-cultureel werk de personeelskosten uitsluit van de stabili
sering van de subsidie vind ik dat je dat in het onderwijs ook moet doen.
Je kunt natuurlijk zeggen van ja maar, als je die creativiteit of die in
ventiviteit om om te buigen op wil roepen dan moet je dat niet met halve
maatregelen doen. Ik denk dat in het ombuigingsproces je je ook de mogelijkheid
moet bieden dat mensen die toch ook met minder geld hetzelfde moeten doen
dat je die aangeeft dat je op hun argumenten serieus ingaat en er zijn
serieuze argumenten genoemd. Er zijn argumenten genoemd waardoor ze voor
kostenstijgingen staan en dat brengt mij toch nog tot het handhaven van het
voorstel. We hebben in een algemene uitspraak ten aanzien van de subsidies
gezegd dat we de personeelskosten zouden uitsluiten. Dat is het ene argument,
het tweede argument is je brengt het proces van ombuigen in een geleidelijke
baan en naar wij hopen volgend jaar als de cijfers dan inderdaad volledig
inzichtelijk zijn, dan kun je beoordelen op welke punten van het onderwijs
ombuiging mogelijk is en op welke punten niet, want het is natuurlijk zo dat
bij een aantal van onze scholen het aantal leerlingen drastisch achteruit
loopt. Ik denk dat je in de toekomst zelfs op hogere bijdragen zult moeten
komen of dat we eerdere suggesties door deze raad al eens geuit om in over
weging te nemen om het groot onderhoud voor rekening van de gemeente te nemen
onder afwikkeling van de reserves. Alles overwegende voorzitter, zou ik toch
mijn voorstel willen handhaven om het bedrag vast te stellen op ^57 5
De heer VAN HOEK: Mijnheer de voorzitter, ik vind dat we ontzettend voor
zichtig moeten zijn met bezuinigingen op onderwijsgebied. Door het college
wordt nogal gemakkelijk gesteld dat er in onvoldoende mate wordt bezuinigd
door de schoolbesturen zonder dat er voldoende cijfers op tafel liggen. Ik
wil dan ook het voorstel van de heer Wijnen ondersteunen om het bedrag te
verhogen tot ^65,
De heer VAN HOOF: Ja, mijnheer de voorzitter, aanhorende de verschillende
reacties kom ik toch nog even terug op hetgeen u gezegd heeft over het brengen
van deze zaak in de bezuinigingscommissie. U heeft daar als reactie op ge
geven dat we dan verwachtingen gaan wekken. Ik weet niet in welke mate we dat
doen. Ik ben wel de mening toegedaan dat we, in ieder geval onderwijs heeft
voor mij een zodanige prioriteit dat ik kost wat kost wil voorkomen dat
kwalitatief aan het onderwijs getornd wordt. Blijkt straks bij de behandeling
in de bezuinigingscommissie dat de ^53»onvoldoende geweest zijn en dan
denk ik dat de commissie die de bezuinigingsoperatie gaat doen, dat die ook
als beoordelingscommissie op een gegeven moment op zal gaan treden en dat
zal moeten gaan bepalen aan de hand van werkelijke cijfers die over enige
jaren uit de bus komen en gezien in het licht van de aanwezige reserves bij
de schoolbesturen. Ik denk dat dat de toetsing zal moeten zijn en ja daar
toch rekening mee houdend zou ik toch mijn suggestie toch wel willen hand
haven. Ik zie eigenlijk geen andere mogelijkheid. Op het moment dat we hier
een ander bedrag neer gaan zetten denk ik dat we als raad ook gelijk de
keerzijde van de medaille moeten zien, dat we ook gelijk de middelen aan
geven waar we het meerbedrag vandaan zullen halen. Ik zou vooralsnog het
voorstel van het college willen blijven volgen, maar niet zonder meer uit
willen sluiten dat wanneer na alle goede wil van de schoolbesturen blijkt
of uit de wil van de schoolbesturen om te komen tot bezuiniging zoals we
allen voorstaan, als dat op een gegeven moment wel lukt maar niet in de mate
dat wij verwachten, want dat is eigenlijk het punt en dat sluit ook aan bij
het punt waar ik mee begonnen ben dat ik niet wil tornen aan de kwaliteit
van het onderwijs, als na afloop van een jaar blijkt dat men er niet in ge-