-22-
eigenlijk een soort sluitposten van een begroting. Nou ik denk dat het dan
ook maar een algemene reserve zou moeten heten, dan kunnen we tenminste ook
dat groot onderhoud beoordelen in de echte reserveringen daarvoor. Daarna
zegt de voorzitter dat die balansen krijgen dat is geen probleem verwacht hij,
maar dan vraag ik me af waarom ik er zoveel jaren om heb moeten vragen om de
echte complete cijfers van die scholen, want dat is niet voor de eerste keer
aan de orde. Maar goed, ik zie dat met belangstelling tegemoet dat we daar
ook nog eens een keer inzicht in krijgen. Natuurlijk moeten we alleen het
bedrag vaststellen. Wij beoordelen die begrotingen niet. We kunnen niet anders
doen dan het bedrag vaststellen, nu en we moeten het opnieuw vaststellen. In
dat opzicht had ik geen andere intentie dan die de heer Van Hoof te kennen
heeft gegeven. Als ik sprak over voorwaarden dan bedoelde ik natuurlijk niet
dat het leerlingenbedrag nu zou moeten worden vastgesteld onder bepaalde
voorwaarden. Dat kun je niet maken. Dat zou dan inderdaad in een later
stadium moeten worden geregeld en in dat geval betekent het gewoon dat aan
onze voorwaarden niet wordt voldaan en dat wij dus derhalve niet meegaan met
het voorstel van de heer Wijnen. Dan geldt voor ons dus de
De voorzitter heeft ook nog een paar opmerkingen gemaakt over het zoeken naar
bezuinigingen waarvoor inventiviteit nodig was. Onder meer zou op het punt
van die schoonmaakposten wel wat te verdienen zijn. Ik denk het eigenlijk ook,
maar ik denk dat op het punt van de reserveringen voor groot onderhoud dat
we daar wat gelegenheden hebben tot vergelijking, tot toetsing, want ook de
gemeente heeft wel wat gebouwen en nou ja, je kunt zeggen van ja, dat zijn
geen scholen, maar er zijn toch een aantal gebouwen die op een aantal punten
best vergelijkbaar zijn bijvoorbeeld het aantal vierkante meters schilder
werk en het feit dat je dat ook eens in de 5 jaar zoiets doet. Er is toch
aardig wat aan vergelijkingsmateriaal op tafel te brengen om er achter te
komen en ook dat heb ik al eens eerder gedaan, om er achter te komen dat de
reserveringen die gepleegd worden bedragen zijn voor groot onderhoud in
sommige gevallen belachelijk hoog zijn. Dan wil ik nog even, niet de ver
onderstelling uiten, maar een poging laten we zeggen om aan te duiden waar
sommige dingen toe kunnen leiden, want het is geen veronderstelling, maar
laten we nu eens vaststellen dat inderdaad de reserves die sommige scholen
hebben gevormd, één schoolbestuur dan in dit geval, dat die nodeloos hoog
zijn, dat die belachelijk hoog zijn, zou dat dan niet kunnen betekenen dat
met name dat schoolbestuur, die scholen, te weinig geld hebben besteed rela
tief aan onderwijs, want onderhoud van gebouwen is nadrukkelijk iets anders
dan onderwijs geven. De een doet het met een kwast en de ander met stroop,
maar begrijpt u welke kant ik heen wil. Als er inderdaad grote reserveringen
zijn geweest dan is er al bezuinigd, dan is er al te weinig besteed aan die
leerlingen in vergelijking met andere scholen en dat brengt mijn nieuwsgierig
heid dan weer naar voren, want dan zeg ik ik zou best eens echt willen weten
hoe het in elkaar zat.
De heer KENNINGS: Ja, voorzitter, u zegt het principe van ombuigingen is door
de schoolbesturen niet verworpen. Ik ben het met u eens dat het ombuigen, het
zoeken naar mogelijkheden om zonder de kwaliteit aan te tasten toch de middelen
anders te besteden. Dus die inventiviteit van alle betrokkene, ik denk dat we
dat allemaal moeten leren. Ik denk dat je als bestuurder dan ook daar iedere
keer op moet wijzen en zodanig moet besturen dat dat proces in werking ge
steld wordt. Ja, ik heb zeker niet gezegd, zeker niet bedoeld dat op onder
wijs bezuinigd zal moeten worden. Ik heb dacht ik gezegd dat op de kwaliteit
van het onderwijs niet bezuinigd moet worden. Ik denk dat je dat moet zien in
relatie tot die inventiviteit. Ik denk of je nu in een huishouden of alleen
staande met minder geld je toch je voorzieningenniveau op peil moet houden
dan wordt je creatief om oplossingen te zoeken. Ik denk dat de overheid en
die organisaties die van de subsidie van de overheid afhankelijk zijn dat ook
moeten doen. Het zal op een andere manier moeten gebeuren dan we in het ver
leden gedaan hebben. Het was, dat heb ik van mijn grootmoeder vroeger wel eens
gehoord, dat vroeger bij de nonnetjes op school moest je het papier aan twee
kanten beschrijven. Een niet zo'n kleine vervoersonderneming, daarvan hoorde
ik dat daar ook het papier in het vervolg aan twee kanten wordt beschreven en